3.10/3.11 Distributiekanalen

Herhaling vorige les

Vandaag

1. Distributiekanalen

2.Groothandel en detailhandel

3. Speciaalzaak tot warenhuis

4. GWB/MKB

5. Detailhandelsvormen

3.10 Distributiekanalen

Distributie: De wijze waarop de afnemer aan producten van het bedrijf kan komen.

Distributiekanaal: Elke manier waarlangs een bedrijf producten en/of diensten levert aan afnemers.

Indirect - Direct- Duaal

Single channel

Klant krijgt één kanaal aangeboden

Fysiek of alleen online

Multi-Channel

Meerdere verkoopkanalen

kanalen zijn niet op elkaar ingestemd

Cross-channel

Meerdere kanalen -> één uniforme manier

Product online bestellen en fysiek ophalen.

Georganiseerd door elkaar

Omni-channel

Omni-channel= Verschillende manieren om een klant te ontvangen. 

Cross-channel

Bij deze winkel kun je op de website kijken wat de voorraad is en je kunt dan iets online reserveren en het ophalen in de winkel.

Je hebt dezelfde contact mogelijkheden op meerdere distributiekanalen is een voorbeeld van

1. single-channel
2. multi-channel
3. cross-channel
4. omni-channel

Multi-channel

De klant maakt gebruik van meerdere verkoopkanalen waarbij de verkoopkanalen onafhankelijk van elkaar werken. 

Voorbeeld: Je ziet een product online en kunt dat product alleen in de winkel kopen of je ziet een aanbieding voorbij komen op jouw social-media.

Wat bepaalt de lengte van een distributiekanaal?

1. Het type product
2. Het aantal schakels
3. De prijs van het product
4. De marketingstrategie

Wat is het voordeel van een direct distributiekanaal (jij levert direct aan de eindgebruikers)?

1. Je hebt minder marketingkosten
2. Je hoeft minder te regelen
3. Marge van tussenhandel is nu voor jezelf.

Bij welk soort distributiekanaal lever je via een tussenschakel naar de klant?

1. Directe distributie
2. Indirecte distributie

Wat is een distributiekanaal?

1. De marketingmix
2. De manier waarop winkels producten aan klanten verkopen
3. Het aanbod van de winkel
4. De structuur van het bedrijf

Groothandel/detailhandel

Handel: Het kopen en verkopen van goederen met als doel winst te maken.

Groothandel: Het kopen en verkopen van goederen in grote hoeveelheden aan bedrijven, met als doel winst maken.

Detailhandel: Het kopen en verkopen van goederen in kleine hoeveelheden aan de consument, met als doel winst maken.

Groothandel en detailhandel

Ambulante handel: hier worden tijdelijk producten verkocht, zoals op markten.

Online shopping: Internethandel, je kunt hier ieder moment van de dag bestellen.

Omnichanneling: de stenenwinkel en de online winkel samengevoegd.

Winkelketen

Een winkelketen is een winkelbedrijf met meerdere vestigingen 

(soms ook filialen genoemd).

De grootste winkelketens van Nederland zijn in januari 2019 de Kruidvat met 956 vestigingen, de Albert Heijn met 852 vestigingen

Ambulante handel

Verkoper bij een marktkraam.

Speciaalzaak

Een speciaalzaak heeft een smal en diep assortiment.

Een speciaalzaak is gespecialiseerd in een kleine groep artikelen

Een speciaalzaak is erg deskundig, de verkoper weet echt alles van het product

Warenhuis

Een warenhuis is een grote winkel met verschillende artikelen. Je kunt er bijv. speelgoed, kleding, schrijfwaren, eten kopen.

Webshop

Winkelformules

Prijs distributie

Service distributie

1. Prijsdistributie

Winkels die aan prijsdistributie doen ligt de nadruk op een lage prijs. 

De winkel heeft een goedkope uitstraling en er wordt vaak geen extra service verleend.

Service distributie

Winkelsformules die kiezen voor service distributie kiezen voor service, de klanten worden persoonlijk bediend en extra service verleend, en kunnen daarmee een hogere prijs veroorloven. 

Sfeervolle en luxe winkels met personeel die advies en service kan verlenen.

Combineer ieder artikel met de meest voor de hand liggende winkelvorm.

Warenhuis

Varietystore

Speciaalzaak

Supermarkt

Nagellak en een nieuwe tas

Melkproducten

Kleine cadeau's om uit te delen

Delicatessen zoals noten en kazen

Prijsdistributie

Servicedistributie

Mix prijs- en service

distributie

Zeeman

Parfum afdeling warenhuis

Juwelier

Grootwinkelbedrijf

Binnen de retail met meer dan 250 werknemers. Ook retail bedrijven die 8 of meer winkelfilialen hebben behoren bij het grootwinkelbedrijf. 

 3 SOORTEN BEDRIJVEN IN MKB

• Midden Klein Bedrijf (MKB)
• 3 soorten
  - Middelgrote bedrijven (50 - 250 medewerkers)
  - Kleine bedrijven (10 - 50 medewerkers)
  - Microbedrijven (1 - 10 medewerkers)

Winkelvormen vs. Detailhandelsvormen

Naast verschillende winkelvormen zijn er ook diverse detailhandelsvormen zoals inkoopcombinatie, verkoopcombinatie, franchise, handelshuis en coöperatie.

Winkelvormen vs. Detailhandelsvormen

Eenmanszaak: 1 persoon de eigenaar & verantwoordelijk voor de onderneming

Inkoop/verkoop combinatie: Een inkoopcombinatie bundelt zijn inkoopkrachten om tegen een voordelig tarief producten voor verschillende winkels tegelijk in te kopen.

Franchise:  Een franchise is een winkel met de naam van een grote keten, maar wordt bestuurd door een zelfstandig ondernemer.

Handelshuis: Een handelshuis koopt fysieke producten in, verkoopt deze en slaat ze tussentijds op. Voorbeeld:  https://www.arnhemshandelshuis.nl/

Coöperatie: Een coöperatie is een vereniging van leden die samen een bedrijf hebben en van alles regelen voor het bedrijf.

Wat is MKB?

1. Midden Koop Bedrijf
2. Motivatie Klein Bedrijf
3. Midden Klein Bedrijf
4. Marketing Kennis Bedrijf

In een eenmanszaak....

1. kan uitsluitend één persoon werkzaam zijn
2. kunnen meerdere werknemers werkzaam zijn

Rico is een zelfstandige retailer met een eigen winkel. Hij heeft 45 werknemers in dienst. Tot welk type bedrijf hoort zijn winkel?

1. Microbedrijf
2. Kleinbedrijf
3. Grootwinkelbedrijf
4. Middelgroot bedrijf

Wat is een franchise?

1. Een eenmalige betaling voor het gebruik van een merknaam.
2. Een bedrijfsmodel waarbij een ondernemer een bestaand merk en concept gebruikt.
3. Een vorm van samenwerking tussen concurrenten.
4. Een bedrijfsmodel waarbij een ondernemer een nieuw merk en concept ontwikkelt.

Welke markt is een voorbeeld van ambulante handel?

1. Een warenhuis
2. Een weekmarkt in de stad
3. Een meubelzaak
4. Een tankstation