3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? 2020

1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een recht en een plicht?

Slide 4 - Question ouverte

Stemmen tijdens verkiezingen
A
Recht
B
Plicht

Slide 5 - Quiz


A
overtreding
B
misdrijf

Slide 6 - Quiz

Iemand is kwaad op de politiek omdat ze te weinig doen tegen inbraak.
A
Materieel gevolg
B
Immaterieel gevolg

Slide 7 - Quiz

Voor jongeren van 12 - 18 jaar
Overtredingen
Lichte misdrijven
Zware misdrijven

Slide 8 - Question de remorquage

Wat is een dagvaarding?

Slide 9 - Question ouverte

Waarom is een rechter onafhankelijk?

Slide 10 - Question ouverte

Rechter
Advocaat
Ovj
Bode
Griffier
Verdachte
Journalist
Publiek

Slide 11 - Question de remorquage

Verdachte
Rechters
Advocaat
OvJ

Slide 12 - Question de remorquage

Welke persoon in de rechtszaal houdt een voordracht: een pleidooi?
A
Advocaat
B
Rechter
C
Officier van Justitie
D
Griffier

Slide 13 - Quiz

In Nederland heeft de koning de macht om een wet aan te passen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Wat staat er in de grondwet?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Diapositive

Wie was de eerste regeringsleider van Nederland?
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem III
D
Willem IV

Slide 22 - Quiz

0

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Diapositive

Het parlement bestaat uit...
A
Koning en ministers
B
Eerste en Tweede Kamer
C
Tweede Kamer
D
Koning en de Tweede Kamer

Slide 25 - Quiz

Eerste grondwet met wetten en plichten. 
Koning wordt regeringsleider.
Koning minder macht.
Voortaan minister-president.
1798
1814
1848

Slide 26 - Question de remorquage

Slide 27 - Diapositive

Wat is een rechtsstaat?

Slide 28 - Question ouverte

De wetten in de grondwet gelden niet voor de overheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

In Nederland heeft de koning de macht om een wet aan te passen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

0

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Geef minimaal twee voorbeelden van grondrechten in Nederland.

Slide 35 - Question ouverte

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Diapositive

Democratie is ontstaan in....
A
Rome
B
Athene
C
Milaan
D
Sparta

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Vidéo

Slide 40 - Diapositive

In een democratie beslissen burgers wie en hoe een land wordt bestuurd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Vidéo

In een parlementaire democratie worden wetten gemaakt door de regering.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quiz

De leden van de Tweede Kamer worden gekozen door burgers.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 45 - Quiz

De leden van het parlement worden gekozen door burgers.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive