T1 H1 Australië paragraaf 1.1b

 open LessonUP
Les 1.1b
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

 open LessonUP
Les 1.1b

Slide 1 - Diapositive

05 min: Start les/ absenten 
03 min: herhaling 
05 min: Bespreken hoofdvraag                     & deelvraag & lesdoelen 
20 min: uitleg/instructie
02 min: Herhalen lesdoelen
02 min: Evaluatie
15 min: Starten opdrachten &
                Verlengde instructie

Planning les par 1.1b

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat ga je deze les leren
Leerdoelen:
1. Je kunt 4 belangrijke onderdelen van een kaart noemen en op een kaart herkennen 
2. Je kunt ten minste 2 verschillen en 2 overeenkomsten noemen tussen leven en naar school gaan tussen Sydney en je eigen omgeving 
3. Ik kan de bevolkingsdichtheid van een gebied uitrekenen 
4. Ik kan met de schaal of de schaalstok van een kaart de werkelijke afstand tussen 2 plaatsen op die kaart berekenen 
5. Kan ik de begrippen (en hun betekenis) die bij deze les horen benoemen. 
De theorie vind je in: Texstboek: Par 1.1 Learnbeat Par 1.1
Begrippen: Bevolkingsdichtheid
,Gebied, Kaart, Kaartlezen, Legenda, Noordpijl, Schaal 
                   Titel

Slide 5 - Diapositive

Hoe lees je een kaart?
► Om een kaart goed te kunnen begrijpen, moet je kunnen kaartlezen. Daarbij let je in ieder geval op vier onderdelen van de kaart: de titel, de noordpijl, de legenda en de schaal.
● Aan de titel van de kaart kun je zien over welk gebied of over welk onderwerp de kaart gaat.
● De noordpijl geeft aan waar het noorden is. Als deze pijl niet op de kaart staat, is de bovenkant van de kaart het noorden.
● In de legenda staat de betekenis van de kleuren en symbolen (zoals stippen en lijnen) op de kaart.
● De schaal van de kaart laat je zien hoeveel het gebied op de kaart is verkleind. Als er bijvoorbeeld staat 1 : 100.000 (100.000 noem je het schaalgetal), dan is 1 cm op de kaart in werkelijkheid 100.000 cm (is 1.000 m, of 1 km). Zo kun je uitrekenen hoe groot afstanden tussen plekken op de kaart in werkelijkheid zijn. Soms staat er (ook) een schaalstok in een kaart.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Lesdoel 1
Lesdoel 4

Slide 8 - Diapositive

De schaal van een kaart is 1: 30.000.000. Dat betekent dat 1 centimeter op de kaart in werkelijkheid .................................centimeter is. 
Dat is ............................................kilometer. 
De afstand tussen Edmonton en Ottawa is op de kaart 4 centimeter. In werkelijkheid is de afstand tussen Edmonton en Ottawa dus .....................................kilometer.
Tip:
1km = 100.000cm 
Dus om 
1cm:30.000.000 om te rekenen naar km moet je 30.000.000/100.000
Sleep de woorden naar de juiste plek. Je mag je rekenmachine gebruiken 
30.000.000 
1.200
300

Slide 9 - Question de remorquage

Welke uitspraak over de kaart klopt?
A
De bevolkingsdichtheid is het hoogst in het zuiden.
B
De bevolkingsspreiding is het hoogst in het zuiden.
C
De bevolkingsspreiding van Canada is gelijk verdeeld over het land.
D
De bevolkingsdichtheid is het hoogst in het noorden.

Slide 10 - Quiz

Op een kaart staat soms geen noordpijl. Waar is dan het noorden van de kaart? Kies uit: boven, rechts, links of onder

Slide 11 - Question ouverte

Waarom is een groot deel van het binnenland van Australië dunbevolkt?
A
Er zijn veel bergen
B
Het is er warm en droog
C
Het is er koud
D
Er is oerwoud

Slide 12 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd
1. Je kunt 4 belangrijke onderdelen van een kaart noemen en ze op een kaart herkennen 
2. Je kunt ten minste 2 verschillen en 2 overeenkomsten noemen tussen leven en naar school gaan tussen Sydney en je eigen omgeving 
3. Ik kan de bevolkingsdichtheid van een gebied uitrekenen 
4. Ik kan met de schaal of de schaalstok van een kaart de werkelijke afstand tussen 2 plaatsen op die kaart berekenen 
5. Kan ik de begrippen (en hun betekenis) die bij deze les horen benoemen. 
De theorie vind je in:
Texstboek: Par 1.1
Begrippen: Bevolkingsdichtheid
,
Gebied, Kaart, Kaartlezen, Legenda, Noordpijl, Schaal 
                   Titel

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Huiswerk:
• Vragen:  4/ 5AB/ 6ABC/ 7A.
Herhaling: vraag 3

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo