Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
adjectif H2
Adjectif
Bijvoeglijk naamwoord
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Adjectif
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Diapositive
C'est quoi l'adjectif ?
Mijn broer
is
groot
Mijn zus
is
groot
Slide 2 - Diapositive
Bijvoeglijk vnw
past zich aan het zelfstandig vnw aan.
Peter is
groot
= peter est
grand
.
Julie is
groot
=
Julie
est
grand
e
.
Peter et Max
sont
grand
s
.
Julie et Isa
sont
grand
e
s
.
Slide 3 - Diapositive
Les adjectifs : masculin / féminin
Slide 4 - Diapositive
Waar staat een bijvoeglijk naamwoord in het Frans?
Meestal
na
een zelfstandig naamwoord.
- Marie est
petite.
Uitzondering:
beau, bon, joli, haut, long, petit, grand, nouveau, vieux, gros, mauvais
- La
belle
fille
Slide 5 - Diapositive
Onregelmatige bn die
voor
een zn staan
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud Meervoud Enkelvoud Meervoud
(Goed) bon bon
s
bonne bonne
s
(Mooi) beau beau
x
belle belle
s
(Nieuw) nouveau nouveau
x
nouvelle nouvelle
s
(Oud) vieux vieux vieille vieille
s
(Groot) grand grands grande grandes
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Waar zegt een bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Werkwoord
B
Lidwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Ander bijvoeglijk naamwoord
Slide 8 - Quiz
Staat een bijvoeglijk naamwoord voor of achter een zelfstandig naamwoord?
A
Alleen ervoor
B
Alleen erachter
C
Beide kan
Slide 9 - Quiz
Welk woord in deze zin is een bijvoeglijk naamwoord?
C'est une chanson française
A
une
B
c'est
C
chanson
D
française
Slide 10 - Quiz
Welk woord in deze zin is een bijvoeglijk naamwoord?
Paris est une belle ville
A
Paris
B
belle
C
ville
D
une
Slide 11 - Quiz
(Groot) C'est une _____ maison.
A
grande
B
grands
C
grand
D
grandes
Slide 12 - Quiz
(Goede) C'est un _____ chanteur.
A
bonnes
B
bonne
C
bons
D
bon
Slide 13 - Quiz
Welke zin is goed?
1. Les jaunes voitures
2. Les voitures jaunes
A
1
B
2
C
Beide zinnen
Slide 14 - Quiz
Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
Slide 15 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
adjectif H2
Novembre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Amadeus adjectif H2
Septembre 2020
- Leçon avec
13 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Ch.2, bijv nw gramm D voor 2havo 2324
Novembre 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
V2 adjectif en periode 2 sem 47
Novembre 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
T2 semaine 48: écouter, uitleg popidool en adjectif
Novembre 2020
- Leçon avec
17 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
U5 les 3 - 05 juin - bijvoeglijk naamwoord
Mai 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
L'adjectif
Décembre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2-4
les adjectifs qualificatifs
Novembre 2021
- Leçon avec
29 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2