Skills theorie - lesweek 7 - alle theorie herhalen

Skills theorie - lesweek 7 - alle theorie herhalen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Skills theorie - lesweek 7 - alle theorie herhalen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 1:
Via de neusbril mag er maximaal
A
4 liter zuurstof worden toegediend
B
5 liter zuurstof worden toegediend
C
6 liter zuurstof worden toegediend
D
7 liter zuurstof worden toegediend

Slide 2 - Quiz

Maximaal 5 liter via de neusbril.
Daarna ga je over op deluter 35% (deze deluter heeft de kleur geel)
Vraag 2
De ademprikkel bij COPD patiënten gaat op
A
zuurstof
B
kooldioxide
C
koolstofdioxide
D
zuurstofoxide

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 3: Waarom mag je bij COPD patienten niet te lang en teveel zuurstof toedienen?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg: zuurstoftoediening bij COPD patiënten
COPD patiënten ademen op O2 prikkel, wanneer je teveel O2 geeft kan je patiënt een ademdepressie krijgen en uiteindelijk stoppen met ademhalen) in tegenstelling tot mensen zonder COPD, zij ademen op de CO2 prikkel.

Het liefst 1 tot max 2 liter zuurstof per minuut en indien mogelijk zsm afbouwen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 4:
Op de vorig foto zag je een patiënt die zuurstof toegediend krijgt via een non rebreathing masker.
Ja, dit klopt
Nee dit klopt niet

Slide 7 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

-Hier is een non-rebreathing masker te zien. (te herkennen aan de reservoirzak)

- Wanneer er een deluter (geel, rood of groen van kleur) aan het mondmasker is toegevoegd krijgt de patiënt zuurstof toegediend via een venturimasker)

- Op de eerste foto zag je een patiënt die zuurstof via een masker toegediend kreeg, dit kan je doen wanneer een patiënt bijvoorbeeld via zijn mond ademt. (op foto  was geen deluter toegevoegd) 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 5: Hoe bereken je hoeveel liter zuurstof er een zuurstof tank zit? (Dus hoelang kan een patient met een zuurstof tank doen?)

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg 
- Stand van de manometer in bar x volume van de cilinder in liters = hoeveelheid zuurstof in de cilinder in liters.

- Deel de hoeveelheid zuurstof in de cilinder door de hoeveelheid liters per minuut die de zorgvrager toegediend krijgt. Dit geeft het aantal minuten.
- Deel het aantal minuten door 60. Dit geeft het aantal uren dat zuurstof uit de cilinder toegediend kan worden.

Voorbeeld:
Tank heeft 30 liter inhoud
Manometer geeft 110 bar aan
Patiënt gebruikt 3ltr zuurstof per minuut
 

Rekensom 
110 bar x 30 liter = 3300 liter
3300 liter : 3l/min = 1100 minuten
1100 min : 60 = 18,3 uur







Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 6: Wat is geen indicatie om een perifeer infuus te prikken?
A
Intraveneuze antibiotica toediening
B
Bij calamiteiten
C
Vochthuishouding op peilhouden bij weinig orale intake
D
Voor de zekerheid om flebitis te voorkomen

Slide 11 - Quiz

Je prikt pas een nieuw infuus als er daadwerkelijk symptomen van flebitis zichtbaar zijn.

Alle antwoorden zijn wel indicaties om een infuus te prikken
Vraag 7:
De arts geeft opdracht dat mevrouw Jansen 1,5 liter NaCl 0,9% per 24 uur moet krijgen.

Op welke stand zit jij de infuuspomp?
A
21
B
63
C
75
D
84

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg infuuspomp berekenen
1,5 liter = 1500 ml
1500 ml : 24 uur = 62,5 ml per uur moet de patiënt krijgen

Pomp wordt ingesteld op stand: 63.0 ml / uur 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 8: Wat zijn symptomen van flebitis?
A
pijn, roodheid , zwelling
B
pijn, zwelling, verstopt infuus
C
zwelling, roodheid, droge huid
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg flebitis 
Pijn
Roodheid,
Zwelling
Rode ‘strepen’ op arm of been
Jeuk / irritatie
Kloppend of branderig gevoel
Klontjes of een gezwollen plek op de huid
Soms (lichte)koorts en de vene voelt hard aan (als een koord of een streng). 


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 9 Wat is flushen waarmee en wanneer doe je dit?   

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg: wanneer flushen 
Flushen is het doorspuiten van een infuusnaald ter controle of de infuusnaald nog juist zit. 

- Flushen doe je met NaCl 0,9% 3cc  
- Bij continue infuus hoeft dit niet  
- Bij aanprikken ter controle  
- Bij verstopping  
- Voor en na bolus  
- Zonder lopend infuus minimaal 2x per dag flushen   


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 10: Na hoeveel uur wordt een infuuslang vervangen?
(bloedproducten uitgesloten)
A
24
B
48
C
72
D
96

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 11: Op welke plekken kan je hypodermoclyse inbrengen?

Slide 19 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg hypodermoclyse
- Voor of  zijkant van het bovenbeen(15 cm boven knie)
- Buik, rond de navel
- Borstgebied, tussen sleutelbeen en borst, of lager dan de borst. Dit gebied blijft bij terminale cliënten het langst doorbloed  
- Tussen schouderbladen (bij onrustige of plukkerige cliënten)  
- Bovenarmen, aan zij- voor- of achterkant.  


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 12:
Met hypodermoclyse dien je vocht of insuline intraveneus toe
Waar
Niet waar

Slide 21 - Sondage

Niet waar
Uitleg hypodermoclyse
Hypodermoclyse: 
Is een methode om vocht aan het lichaam toe te dienen. Hierbij wordt het vocht of insuline toegediend door deze direct onder de huid (subcutaan) in te spuiten.

Wat is een indicatie voor het toedienen van hypodermoclyse?
Hypodermoclyse wordt toegepast als orale opname van vocht (tijdelijk) niet toereikend is. Het zorgt voor optimale conditie, is levensverlenging of klachtenvermindering.  


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 13: Wat is een ander woord voor spuitpomp?
A
perfusor
B
infuuspomp
C
medicatiepomp
D
duodopa pomp

Slide 23 - Quiz

Ander woord voor spuitpomp is perfusor.

Vraag 14:
Een opgeblazen cuff is bedoelt
A
zodat de tracheacanule op zijn plek blijft zitten
B
zodat de patiënt kan praten
C
zodat slijm/ sputum niet de longen in loopt
D
zodat een patiënt kan douchen met een tracheacanule

Slide 24 - Quiz

Dit voorkomt dat een patiënt een longontsteking krijgt.

Wanneer een patiënt wil spreken, dan moet juit de cuff leeg zijn en moet er een spraakdop / spraakklep op de tracheacanule zitten
Uitleg cuff
Een cuff is een ballonnetje rondom de canule die geheel door de trachea wordt omsloten. Hierdoor ontsnapt er geen ademhalingslucht langs de canule en kan voorkomen worden dat slijm, sputum (slijm opgehoest uit de diepe luchtwegen of maaginhoud in de longen loopt.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 15 De binnencanule van een tracheacanule wordt gereinigd:
A
tweemaal daags
B
driemaal daags
C
zesmaal daags
D
dit is niet vastgelegd in een protocol

Slide 26 - Quiz

Het is afhankelijk hoeveel slijm/sputum de patiënt ophoest.

Het is niet te bepalen hoe vaak dit per dag gebeurt. Dit verschilt per patient.

Bij de ene patient 1x per dag en bij een andere patient kan dit wel 10 x per dag zijn

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de vorige foto is een spraakdop/spraakklep te zien
Waar
Niet waar

Slide 28 - Sondage

Op de vorige foto zag je geen spraakklep / spraakdop, maar een kunstneus