Dementie

Doelgroepen ouderen 
les 1 dementie
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
doelgroepenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Doelgroepen ouderen 
les 1 dementie

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen dementie:
  • Je kunt de symptomen van Dementie benoemen
  • Je kunt 4 meest voorkomende vormen van dementie benoemen. 
  • verschillende fasen van dementie in de goede fase plaatsen.  
  • 5 verschijnselen bij dementie

Slide 2 - Diapositive

Wat is dementie?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Laatste Fase (de verzonken ik-beleving


Iemand is in deze fase volledig afhankelijk van zorg

Slide 8 - Diapositive

Wat kan jij als helpende doen?

Slide 9 - Question ouverte

Herkennen van de fase van dementie

 

Slide 10 - Diapositive

1

Slide 11 - Vidéo

00:25
Welke fase van dementie zien we in het fragment?
A
De voorfase (bedreigende ik)
B
De lichte fase (verdwaalde ik)
C
De matige fase (verborgen ik)
D
De laatste fase (verzonken ik)

Slide 12 - Quiz

1

Slide 13 - Vidéo

01:57
Welke fase van dementie wordt hier weergeven?

Slide 14 - Question ouverte

Vormen van dementie
  • Alzheimer: is de bekendste en meest voorkomende vorm van dementie. Begint met problemen met het geheugen. 
  • Vasculaire dementie : Dit is een veelvoorkomende vorm van dementie. Het wordt veroorzaakt door een storing in de bloedvoorziening in de hersenen. De symptomen hangen af van het hersengebied dat is beschadigd.
  • Frontotemporale dementie is te herkennen aan veranderingen in het gedrag, de taalvaardigheid en/of de motoriek. FTD komt relatief vaak voor op jonge leeftijd. 
  • Lewy body dementie : De verschijnselen zijn bijna hetzelfde als bij Parkinson en Alzheimer, LBD gaan sneller achteruit.



Slide 15 - Diapositive

Alzheimer (60-70%)

Sluipend begin
geleidelijke achteruitgang
Algehele uitval
Weinig ziekte inzicht
Stabiel beeld
Vasculaire dementie (20%)

Plotseling begin
Stapsgewijze achteruitgang
Plaatselijke uitval
Redelijk ziekte-inzicht
Wisselend beeld

Slide 16 - Diapositive

Stoornissen bij dementie
Agnosie               Apraxie


Apathie                                                                 Afasie


Decorumverlies

Slide 17 - Diapositive

Agnose en Apraxie
Agnosie is een stoornis in het herkennen van objecten en personen. Iemand met dementie herkent de dagelijkse gebruiksvoorwerpen niet meer.

Apraxie  handelingsstoornis hebben. Het uitvoeren van doelbewuste maar eenvoudige handelingen kan hij dan niet meer, zoals het smeren van een boterham.



Slide 18 - Diapositive

Apathie en Afasie
Apathie: een totaal gebrek aan interesse en initiatief: het is kenmerkend gedrag voor mensen in een verder gevorderd stadium van de dementie. Als mantelzorger kun je door het moeizame contact, de afgevlakte emoties en de desinteresse nog maar weinig met je naaste delen.

Afasie: taalstoornis. Hij kan steeds slechter op woorden komen, voorwerpen benoemen, lezen en schrijven, begrijpen wat anderen zeggen of herhalen wat hij gehoord heeft.

Slide 19 - Diapositive

Decorumverlies
Met decorum wordt bedoeld hoe iemand zich voordoet. Hoe hij zich gedraagt in gezelschap. Of hij zijn manieren weet te tonen. Of hij fatsoenlijk weet om te gaan met anderen.

Met decorumverlies bedoelen we dat iemand zijn manieren verliest en zich niet meer netjes gedraagt.  (Waardigheid)
In gezelschap is hij te luidruchtig of zegt hij dingen die niet gepast zijn. Hij stoot iets of iemand om, en vergeet zich te verontschuldigen.  

Decorumverlies kan dus tot genante situaties leiden waarvoor de anderen zich schamen en niet weten wat zij op hun beurt moeten zeggen. 
Mensen die niet begrijpen waarom de cliënt dit zo doet, kunnen boos worden.  Zij  kunnen de cliënt onheus bejegenen.

Uit de voorbeelden blijkt dat ontremming en decorumverlies soms heel dicht naast elkaar liggen en verwant zijn.
Bij decorumverlies is echter duidelijk dat betrokkene niet meer weet hoe het hoort. Bij ontremming is het, in het begin, meer zo dat de cliënt zich niet meer goed kan beheersen.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Wat doe jij als helpende bij iemand met dementie?

Slide 22 - Carte mentale

Sommige mensen met dementie herkennen personen, voorwerpen en geuren niet meer, ondanks goed werkende zintuigen.

Hoe wordt dit symptoom genoemd?
A
Agnosie
B
Afasie
C
Apraxie
D
Apersonie

Slide 23 - Quiz

Hoe wordt het genoemd als iemand zich niet meer netjes gedraagt en zijn manieren verliest door dementie?
A
Manierenverlies
B
Decorumverlies
C
Waardenverlies
D
Formatieverlies

Slide 24 - Quiz

Welk verschijnsel
vertoont deze meneer?
A
Afasie
B
Apraxie
C
Agnosie
D
Agressie

Slide 25 - Quiz

welk verschijnsel
zie je in de afbeelding?
A
Afasie
B
Apraxie
C
Agnosie
D
Decorumverlies

Slide 26 - Quiz