2basis-1.8 spelling

  • Introductie spelling 1.8
  • Spelling: PV in de tt
  • Spelling: gebruik van de leestekens
  • Spelling: dubbele punt en aanhalingstekens
Vandaag
 Huiswerk:
Programma:
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

  • Introductie spelling 1.8
  • Spelling: PV in de tt
  • Spelling: gebruik van de leestekens
  • Spelling: dubbele punt en aanhalingstekens
Vandaag
 Huiswerk:
Programma:

Slide 1 - Diapositive

We beginnen met 10 minuten lezen
timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

  • Je kunt de pv in de tegenwoordige tijd (TT) goed
     schrijven;
  • Je weet hoe je de leestekens goed gebruikt;
  • Je weet wanneer je een dubbele punt en aanhalingstekens gebruikt.
LEERDOELEN

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

 1.8 spelling blz. 65
tt (tegenwoordige tijd)
ik = hele werkwoord min - en (fietsen wordt fiets)
jij/hij/zij/het een -t erachter
als ik-vorm eindigt op -t, geen extra -t
in meervoud schrijf je het hele werkwoord

Slide 6 - Diapositive

Vul de pv in tt in.
(rijden)Na de lunch...............mijn vader naar het Circustheater.

Slide 7 - Question ouverte

Maak een zin met vergeten in de tt en onderstreep de pv.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de pv en schrijf het hele werkwoord op.
Wij vergeten dat nooit meer.

Slide 9 - Question ouverte

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
Maken in H1.8 - opdracht 1 t/m 5 blz 65-67
Wat?
Met wie?
Hulp?

Eerder klaar?


Zelfstandig
Ik loop een rondje.
Lees in je leesboek

Slide 10 - Diapositive

werkwoordspelling pv-tt
A
Hij onthoud.
B
Hij onthoudt.

Slide 11 - Quiz

Vul de pv in tt in.
(rijden)Na de lunch...............mijn vader naar het Circustheater.

Slide 12 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van de pvtt.
Ik (worden) erg verdrietig van deze film.

Slide 13 - Question ouverte

1.7 dubbele punt en aanhalingstekens blz. 67
Als je precies schrijft wat iemand zegt gebruik je de directe rede. De zin begint dan met een hoofdletter en staat tussen aanhalingstekens.
Esmee belde en zei: "Ik kom iets later, want ik heb autopech."
De directe rede begint na de dubbele punt.

"Ik haal je wel op, " zei Tarik
In deze zin eindigt de directe rede met een komma

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Jarenlang groeide het aantal mensen met een tablet. Veel volwassenen, scholieren, kleuters en zelfs peuters hebben er tegenwoordig een. Een bekend marktonderzoeker vertelt: "De groei lijkt er op het moment uit. Ook andere onderzoekers tonen dat aan."
En even later zegt hij: "Je ziet dat ook bij smartphones."  Toch is er een lichtpuntje: de 65-plussers hebben de smartphone en tablet ontdekt. Zij zagen hun kinderen en kleinkinderen ermee en ontdekten op die manier hoe handig deze apparaten zijn. Voorlopig hoeft de handel zich dus nog geen zorgen te maken.

Slide 16 - Diapositive

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
Maken in H1.8 - opdracht 6-7-8
Wat?
Met wie?
Hulp?

Eerder klaar?
En daarna?


Zelfstandig
timer
10:00
Ik loop een rondje.
Lees in je leesboek

Slide 17 - Diapositive

Wat vond je goed gaan?
Wat vond je het moeilijkst?
Wat vond je
leuk om te doen?

Slide 18 - Diapositive

  • Ruim je je plek op?

  • We blijven zitten tot de bel gaat.

  • Schuif je je stoel aan voordat  je het  lokaal verlaat?

Tot ziens!
Huiswerk: 

Slide 19 - Diapositive