H4.1 Procenten

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

H4 - Procenten

                     Regels 2.1

• Wees stil tijdens de uitleg en als iemand praat. Niet door de les praten.
  
• Zorg dat je je lesmaterialen op orde hebt.
  
• Niet pesten, wees lief en heb respect voor elkaar.
  
• Je doet goed mee met de les.
  
• Telefoon in de telefoontas of in je tas.
  
• Haren, make-up, deo, eten en drinken buiten

       het klaslokaal. 

• Blijf op je plek zitten. Steek je vinger op als je een vraag hebt.

Pak je spullen.

Het wordt stil.

Regels 2.2

Laptops meenemen naar de les (zorg dat je de oplader bij je hebt). 

Boeken en schriften meenemen naar de les (zorg ook dat je een PEN bij je hebt). Ook de rekenmachine (heel belangrijk voor H4).

Bij 3 keer spullen niet op orde (laptop, boek, schrift, pen/potlood, rekenmachine) word er melding gemaakt in Magister.

Elke vrijdag wordt het week-huiswerk gecheckt. Bij 3 keer geen huiswerk gemaakt wordt er melding gemaakt in Magister.

In Magister:

Laptops meenemen naar de les (zorg dat je de oplader bij je hebt). 

Boeken en schriften meenemen naar de les (zorg ook dat je een PEN bij je hebt). Ook de rekenmachine (heel belangrijk voor H4).

Bij 3 keer spullen niet op orde (laptop, boek, schrift, pen/potlood, rekenmachine) word er melding gemaakt in Magister.

Elke vrijdag wordt het week-huiswerk gecheckt. Bij 3 keer geen huiswerk gemaakt wordt er melding gemaakt in Magister.

Dit doen wij vandaag

1. Toetsen inzien

2. Het nieuwe hoofdstuk (4)

3. Voorkennis

4. Uitleg 4.1

5. Aan de slag met 4.1

6. Afsluiten

Doel: Na deze les kan ik van aantallen naar procenten rekenen.

Toetsen H3 inzien

Toetsen uitdelen

Tel je punten op en geef door als iets niet in orde is.

Toetsen inleveren

H4 - Procenten - overzicht

4.1 Van aantallen naar procenten

4.2 Procenten vergelijken

4.3 Rekenen met procenten

4.4 Meer dan 100%

4.5 Terug naar 100%

Dit doen wij vandaag

1.Het nieuwe hoofdstuk (4)

2. Voorkennis

3. Uitleg 4.1

4. Aan de slag met 4.1

5. afsluiten

Doel: Na deze les kan ik van aantallen naar procenten rekenen.

Even...

... enkele oefeningen:

Hoeveel appels zijn er nodig voor
30 cupcakes?

(kijk op je hulpblad)

1. 3
2. 6
3. 30
4. 9

Handige percentages

1/2 deel =

1. 50 %
2. 40 %
3. 25 %
4. 12,5 %

Handige percentages.

1/10 deel= ...

1. 10%
2. 100%
3. 1%
4. 0,1%

Handige percentages:

1/4 deel =

1. 40 %
2. 50%
3. 12,5 %
4. 25 %

Instructie

1.Het nieuwe hoofdstuk (4)

2. Voorkennis

3. Uitleg 4.1 Van aantallen naar procenten

4. Aan de slag met 4.1

5. afsluiten

(maak de berekeningen op 

het hulpblad)

4.1 Van aantallen naar procenten

blz. 128

(vergelijk je berekeningen met het antwoord)

4.1 Van aantallen naar procenten

blz. 128

Voorbeeld

 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?

Voorbeeld

 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?

Aantal	20
%		..

Voorbeeld

 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?

Aantal	20
%	100	..

Voorbeeld

 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?

Aantal	20		15
%	100	..

Voorbeeld

 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?

Aantal	20	1	15
%	100	..

Voorbeeld

 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?

Aantal	20	1	15
%	100	..

Voorbeeld

 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?

Aantal	20	1	15
%	100	..

Voorbeeld

 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?

Aantal	20	1	15
%	100	..

Voorbeeld

 Er zitten 20 kinderen in een klas. 15 zijn er met de fiets naar school gekomen. Hoeveel % is er met de fiets gekomen?

Aantal	20	1	15
%	100	..	75

Even                                     oefenen

Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost € 16,95. Ze krijgt €10 korting. Hoeveel procent is dat?

Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.

procent

euro

16,95

100

10

1

X

1,7

Bedrag

Procent

Vul de verhoudingstabel in. Sleep het juiste antwoord naar de twee juiste plekken in de tabel

€ 0,20

€ 20

€ 35

€ 1,40

€ 14

€ 4,90

Aan het werk...

1.Het nieuwe hoofdstuk (4)

2. Voorkennis

3. Uitleg 4.1

4. Aan de slag met 4.1

5. afsluiten

Doel: Na deze les kan ik van aantallen naar procenten rekenen.

Maak de volgende opdrachten

* Wat? Par 4.1 opdracht 1 t/m 10 blz 128-130

* Hoe? 10 minuten in stilte, daarna overleggen op fluistertoon.

* Vragen? Steek je vinger op.

* Klaar? Laat aan mij zien, nakijken en maak de 

   uitdagende opdrachten U1 en U2 blz. 131. 

* Ook dat klaar? Boek lezen / huiswerk ander vak 

                                                                                  (in stilte).

Tenslotte...

1.Het nieuwe hoofdstuk (4)

2. Voorkennis

3. Uitleg 4.1

4. Aan de slag met 4.1

5. afsluiten

Doel: Na deze les kan ik van aantallen naar procenten rekenen.

Laatste vraag:

Een sportzaak geeft op een paar schoenen van € 50

 een korting van € 30.

Bereken hoeveel procent korting de sportzaak op de schoenen geeft.

Maak een verhoudingstabel.

Antwoord:     60%

Laatste vraag:

Een sportzaak geeft op een paar schoenen van € 50

 een korting van € 30.

Bereken hoeveel procent korting de sportzaak op de schoenen geeft.

Maak een verhoudingstabel.

Antwoord:     60%

Een sportzaak geeft op een paar schoenen van € 80
een korting van € 36
.
Bereken hoeveel procent korting de sportzaak op de schoenen geeft.

1. 36%
2. 45%
3. 22%
4. 0,45%

Doel bereikt?

Kan ik nu van aantallen naar procenten rekenen?

En tot de volgende les!