Oefentoets het Interbellum




Oefentoets
Het interbellum
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon




Oefentoets
Het interbellum

Slide 1 - Diapositive

Welk woord past NIET in het rijtje?


A
Collectivisatie
B
Kolchozen
C
Fascisme
D
Planeconomie

Slide 2 - Quiz

.
Klik om in te zoomen
Over de afbeelding: Een vrouw laat haar fornuis branden op papiergeld.
 

Vraag: Waar en wanneer is deze foto gemaakt?

A
In de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929.
B
In Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was.
C
In Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
D
In de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht.

Slide 3 - Quiz

.

Albert Speer was een minister van Hitler. Na de oorlog kreeg hij een lange gevangenisstraf. Hij gebruikte die tijd om een boek over zijn leven te schrijven. Over een fietstocht die hij in 1923 maakte, schreef hij: ‘Ik maakte een fietstocht door het Zwarte Woud. Op een kaartje aan mijn ouders schreef ik: “Erg goedkoop hier! Overnachtingen 400.000 mark en avondeten 1.800.000 mark. Melk per halve liter 250.000 mark!”. Zes weken later kostte een middagmaal in een restaurant tien tot twintig miljard.   
VRAAG: Hoe heet het verschijnsel dat Speer beschrijft, waarbij de prijzen zo razendsnel stijgen?

Slide 4 - Question ouverte

.
Albert Speer was een minister van Hitler. Na de oorlog kreeg hij een lange gevangenisstraf. Hij gebruikte die tijd om een boek over zijn leven te schrijven. Over een fietstocht die hij in 1923 maakte, schreef hij: ‘Ik maakte een fietstocht door het Zwarte Woud. Op een kaartje aan mijn ouders schreef ik: “Erg goedkoop hier! Overnachtingen 400.000 mark en avondeten 1.800.000 mark. Melk per halve liter 250.000 mark!”. Zes weken later kostte een middagmaal in een restaurant tien tot twintig miljard.

VRAAG: Wat was de oorzaak van dit verschijnsel waardoor prijzen zo snel stegen?

Slide 5 - Question ouverte

Leg uit hoe het Dawesplan de ingestorte Duitse economie weer op de been moest helpen. Maak in je antwoord duidelijk wat het Dawesplan inhield.

Slide 6 - Question ouverte

'De Amerikanen hadden zelf ook belang bij het Dawesplan'

Leg deze uitspraak uit.

Slide 7 - Question ouverte

Vraag: Welke drie opvattingen horen bij de ideeën van nationaalsocialisten in Duitsland in de jaren dertig? 
Verplaats de juiste letters naar het vak. 
Ideeën van nationaalsocialisten
geen ideeën van nationaal socialisten
De pers moet onder censuur worden geplaatst.
De socialistische arbeiders moeten meer inspraak krijgen in de politiek.
Er moeten gelijke rechten komen voor mannen en vrouwen.
Er moet worden samengewerkt met communistische jeugdorganisaties.
Het grondgebied moet worden uitgebreid.
Het leger moet worden herbewapend.

Slide 8 - Question de remorquage

In de opdrachten in het boek hebben jullie over Stachanov gelezen. Hij werkte heel erg hard en werd daarvoor extra beloont. In de Sovjet-Unie werd hij gezien als een held.

Vraag: Leg uit waarom de meeste mensen in de Sovjet-Unie niet zo hard werkten.

Slide 9 - Question ouverte

Door de terreur werden veel mensen opgepakt en kregen een showproces.

Vraag: Waar komt de naam showproces vandaan?
Uit je antwoord blijkt wat een showproces is.

Slide 10 - Question ouverte


Wat is een planeconomie?
A
Economisch systeem waarbij de regering de productie bepaald.
B
Economische plannen die in 5 jaar moesten gebeuren.
C
Een economisch systeem wat door een tsaar werd opgesteld.
D
Een economie met veel goede plannen.

Slide 11 - Quiz

Wat hebben de herstelbetalingen met de hyperinflatie te maken?

Slide 12 - Question ouverte

Leg de zin uit: 'Hitler is democratisch aan de macht gekomen en heeft op een democratische manier Duitsland tot een dictatuur gemaakt.'

Slide 13 - Question ouverte

Op de poster staat: 'Onze laatste hoop: Hitler.'
De poster is gemaakt in de tijd dat er crisis was in Duitsland.

Leg uit waarom dit een propaganda poster is?

Klik om in te zoemen

Slide 14 - Question ouverte

Nederland gaf geen kritiek op het antisemitisme in Duitsland.

Vraag: Waarom deed Nederland dit niet?

Slide 15 - Question ouverte


De postzegel is gemaakt om een gebeurtenis uit 1923 te herdenken, die belangrijk was voor de nazi’s.
→Welke gebeurtenis wordt herdacht?
Gebruik de bron

Slide 16 - Question ouverte


Een stelling:
De Duitsers konden in 1935 niet weten dat Hitler van plan was een nieuwe oorlog te beginnen. 

→Reageer met argumenten op de stelling. Gebruik de bron in je antwoord.

Gebruik de bron

Slide 17 - Question ouverte

            leenden veel geld aan             . Met dit geld konden de herstelbetalingen aan             worden betaald.             zou met dat geld producten kopen 
in             . Op die manier zou het geld vanzelf weer terugkomen naar de             . Bovendien zou het heel goed zijn voor hun economie.
In de jaren '20 van de twintigste eeuw werd het Dawesplan geïntroduceerd. Wat hield dit plan in?
→Sleep de landen op de juiste plek

Slide 18 - Question de remorquage


→Welke uitspraak past bij de ideeën van Hitler?

A
De parlementaire democratie is een slechte vorm van bestuur
B
Godsdienst moet de basis van de politiek zijn.
C
Het groepsbelang is minder belangrijk dan de vrijheid van het individu.
D
Man en vrouw zijn in de maatschappij gelijk aan elkaar.

Slide 19 - Quiz


Gebruik de bron
→Welke toelichting past bij de bron?

A
Hitler gebruikt censuur om alle tegenstanders uit te schakelen.
B
Hitler gebruikt censuur om de parlementaire democratie af te schaffen.
C
Hitler gebruikt propaganda om door verkiezingen aan de macht te komen.
D
Hitler gebruikt propaganda om het volk achter zich te krijgen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Slide 20 - Quiz


Gebruik de bron
→Waarom is deze afbeelding een voorbeeld van propaganda? Kies het juiste antwoord.

A
Je ziet allemaal hakenkruizen op de tekening. Blijkbaar was Hitler aan de macht toen deze afbeelding werd gemaakt. Dat is propaganda: aan de macht zijn.
B
Hitler ziet er stoer uit op deze afbeelding. Hij is niet bang, hij laat zien dat hij zijn volk zal leiden. Het is dus reclame voor Hitler, en dat is wat propaganda is: politieke reclame.
C
Je ziet op de tekening dat de zon schijnt. Dat betekent dat het goed gaat met de mensen. Als het goed gaat met mensen, zijn ze heel erg propaganda.
D
Hij heeft een heel leger bij zich, dat staat achter hem. Waarschijnlijk gaat hij iedereen die het niet met hem eens is, heel hard aanpakken. En dat is wat propaganda is: je tegenstanders uitschakelen.

Slide 21 - Quiz


→Op welke politieke stroming baseerde Hitler zijn ideeën?
A
communisme
B
socialisme
C
fascisme
D
liberalisme

Slide 22 - Quiz


→Waarom was Hitler woedend toen Duitsland de Eerste Wereldoorlog had verloren?
A
Omdat Duitsland verloor door tactische fouten van het leger.
B
Hitler vond de Eerste Wereldoorlog een nutteloze oorlog.
C
Hitler wilde het verlies niet accepteren.
D
Hitler vond dat de Duitse regering nooit had moeten opgeven. Duitsland had moeten doorvechten.

Slide 23 - Quiz


→Wat was het gevolg van het Dawesplan?
A
massale werkloosheid
B
opkomst van Hitler en NSDAP
C
verbeterde economische situatie
D
hyperinflatie

Slide 24 - Quiz


Gebruik de bron
→Welke oorzaak voor de val van de Weimar Republiek zie je op de afbeelding?
A
Hitler aan de macht
B
Hyperinflatie
C
Beurskrach
D
Vrede van Versailles

Slide 25 - Quiz


Gebruik de bron
→Is het waarschijnlijk dat deze spotprent over de Italiaanse leider in 1937 in een Duits tijdschrift is verschenen?
A
Ja, het is waarschijnlijk, omdat Hitler nog geen macht had om een spotprent tegen te houden.
B
Ja, het is waarschijnlijk, omdat Hitler zijn politieke tegenstanders in Europa graag liet bespotten.
C
Nee, het is niet waarschijnlijk, omdat Hitler de publicatie van portretten verbood van politieke tegenstanders in Europa.
D
Nee, het is niet waarschijnlijk, omdat Hitler verbood om kritiek op een bevriend staatshoofd te geven.

Slide 26 - Quiz


Behalve posters die lieten zien hoe goed de partij van Hitler was, waren er ook veel posters die waarschuwden voor een gevaar.
→Welk gevaar was dat volgens Hitler?
A
Het gevaar van buurland Polen
B
Het gevaar van buurland Frankrijk
C
Het gevaar van homoseksuelen
D
Het gevaar van de joden

Slide 27 - Quiz


Gebruik de bron
→Welke ideologie (=manier van denken) herken je in de bron?

A
fascisme
B
antisemitisme
C
racisme
D
socialisme

Slide 28 - Quiz


Gebruik de bron
→Welke ideologie (=manier van denken) herken je in de bron?

A
fascisme
B
antisemitisme
C
racisme
D
socialisme

Slide 29 - Quiz