herh zinsdelen en bijvoeglijk naamwoord

Grammatica
Herhaling zinsdelen 



1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Grammatica
Herhaling zinsdelen 



Slide 1 - Diapositive

Wat is het WWG in de zin:

Op onze school heeft iedere leerling een iPad.

Slide 2 - Question ouverte

Verdeel deze zin in zinsdelen

Op onze school heeft iedere leerling een iPad.

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het WWG in de zin:

Joy heeft de marathon in drieënhalf uur gelopen.

Slide 4 - Question ouverte

Verdeel deze zin in zinsdelen

Joy heeft de marathon in drieënhalf uur gelopen.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het WWG in de zin:

Natuurmonumenten zoekt donateurs.

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het WWG in de zin:

De treinreizigers zijn op het station in Breda gestrand.

Slide 7 - Question ouverte

Verdeel deze zin in zinsdelen

De treinreizigers zijn op het station in Breda gestrand.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het WWG in de zin:

De winnaar van de Postcode Loterij kocht direct een Ferrari.

Slide 9 - Question ouverte

Verdeel deze zin in zinsdelen
De winnaar van de Postcode Loterij kocht direct een Ferrari.

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het WWG in de zin:

Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.

Slide 11 - Question ouverte

lesdoel
Je kunt een bijvoeglijk naamwoord in een zin 
herkennen en benoemen.



Slide 12 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Diapositive

Bekijk deze slide goed ...

Slide 14 - Diapositive

Een makelaar gaat dit huis verkopen. Bedenk wat hij over dit huis kan zeggen: bijv. het mooie huis.
Bedenk er zelf nog 5

Slide 15 - Question ouverte

Bekijk deze slide goed

Slide 16 - Diapositive

Bedenk wat je over het huiswerk kan zeggen: bijv. het moeilijke huiswerk.
Bedenk er zelf nog 5

Slide 17 - Question ouverte

bekijk de theorie  (blz. 223)
Je kunt zinsdelen aanvullen door kenmerken of eigenschappen van de zelfstandige naamwoorden toe te voegen
Die woorden noem je bijvoeglijke naamwoorden.
lelijke
nieuwe
dure
grote
grappige 

Slide 18 - Diapositive

opdracht 
Maak de learningapp op de volgende slide 
Maak een schermafbeelding van het resultaat.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Grammatica
Bijvoeglijke naamwoorden 


Slide 21 - Diapositive

resultaat van de opdracht

Slide 22 - Question ouverte

opdracht
Je krijgt dadelijk 10 zinnen.
 Schrijf van elke zin  het zelfstandig naamwoord op!

Slide 23 - Diapositive

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Er zit een groene hoes bij.

Slide 24 - Question ouverte

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Ik heb een nieuwe telefoon gekregen.

Slide 25 - Question ouverte

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Ik heb er leuke muziek op gezet.

Slide 26 - Question ouverte

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Alles van mijn favoriete band staat erop.

Slide 27 - Question ouverte

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Ik heb er een goede koptelefoon bij gekocht.

Slide 28 - Question ouverte

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Wij hebben pas een jonge hond gekregen.

Slide 29 - Question ouverte

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Hij heeft een witte vlek.

Slide 30 - Question ouverte

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

We hebben een groot bot voor hem gekocht.

Slide 31 - Question ouverte

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Het is een heel grappig hondje.

Slide 32 - Question ouverte

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

We maken samen lange wandelingen.

Slide 33 - Question ouverte

opdracht
Je krijgt weer dezelfde zinnen, maar nu schrijf je de bijvoeglijke naamwoorden op. 

Slide 34 - Diapositive

het bijvoeglijk naamwoord is:

Ik heb een nieuwe telefoon gekregen.

Slide 35 - Question ouverte

het bijvoeglijk naamwoord is:

Er zit een groene hoes bij.

Slide 36 - Question ouverte

het bijvoeglijk naamwoord is:

Er zit een groene hoes bij.

Slide 37 - Question ouverte

het bijvoeglijk naamwoord is:

Ik heb er leuke muziek op gezet.

Slide 38 - Question ouverte

het bijvoeglijk naamwoord is:

Ik heb er een goede koptelefoon bij gekocht.

Slide 39 - Question ouverte

het bijvoeglijk naamwoord is:

Wij hebben pas een jonge hond gekregen.

Slide 40 - Question ouverte

het bijvoeglijk naamwoord is:

Hij heeft een witte vlek.

Slide 41 - Question ouverte

het bijvoeglijk naamwoord is:

Wij hebben een groot bot voor hem gekocht.

Slide 42 - Question ouverte

het bijvoeglijk naamwoord is:

We maken lange wandelingen.

Slide 43 - Question ouverte

het bijvoeglijk naamwoord is:

Het is een heel grappig hondje.

Slide 44 - Question ouverte

bijna klaar...
Je bent bijna klaar.
Je moet dadelijk nog je mening over deze les geven. 
In jouw tekst moet je 3 bijvoeglijke naamwoorden gebruiken!

Slide 45 - Diapositive

Mijn mening over deze les.... (vergeet niet om 3 bijvoeglijke naamwoorden te gebruiken).

Slide 46 - Question ouverte

nog even dit.......

Sluit deze les af met een x
Tot de volgende les.

Slide 47 - Diapositive