par 7.3-3b-hfdst criminaliteit-online week 3

Welkom in de online les maatschappijleer
Wat heb je nodig.........

tekstboek
werkboek
een beetje ZIN 
week 3  18-22 januari
hoofdstuk 7 criminaliteit
paragraaf 7.3
tekstboek blz. 170

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welkom in de online les maatschappijleer
Wat heb je nodig.........

tekstboek
werkboek
een beetje ZIN 
week 3  18-22 januari
hoofdstuk 7 criminaliteit
paragraaf 7.3
tekstboek blz. 170

Slide 1 - Diapositive

Hoe maak je deze les?

1. Je maakt de les op een computer
2. De LessonUp en de opdrachten in je boek zijn altijd huiswerk voor de week erna.
3. Als je ergens een              ziet staan dan kan je hier op klikken voor een stukje uitleg.
4. Natuurlijk kan je altijd vragen stellen tijdens de les of de mail.
5. Als je je of LessonUp of werkboek niet maakt   dan komt hier een 1,1 voor te staan.
        

Slide 2 - Diapositive

TO DO 
1. Lees je boek op blz. 176

2.Maak de LessonUp. bekijk de filmpjes, beantwoord de vragen en luister naar de uitleg.

3. Maak je werkboek.

4. Dit alles is huiswerk voor week 4. 
Weet je nog waar we het over hadden vorige week? maak de volgende vragen

Slide 3 - Diapositive

Welk gedrag wordt beschouwd als een misdrijf?
A
Geen id kaart bij je hebben
B
In het donker fietsen zonder licht
C
Mobiel bellen achter het stuur
D
Een winkeldiefstal plegen

Slide 4 - Quiz

Een ander woord voor strafbaar feit noem je een
A
conflict
B
inzicht
C
delict
D
stoplicht

Slide 5 - Quiz

Wildplassen valt onder:
A
overtredingen
B
misdrijven
C
veelvoorkomende criminaliteit
D
zware criminaliteit

Slide 6 - Quiz

Wat is een goede omschrijving van criminaliteit?
A
Asociaal gedrag.
B
Alle overtredingen die in de wet staan.
C
Alle misdrijven en overtredingen die in de wet staan.
D
Strafbare feiten die minder erg zijn.

Slide 7 - Quiz

Leerdoel
Je kan uitleggen wanneer je verachte bent.

Je kan uitleggen wat de politie doet en mag bij een strafbaar feit.

Je kan uitleggen wat bureau HALT is.

Slide 8 - Diapositive

Wanneer ben je verdachte?
Je bent verdachte als de politie je verdenkt van iets strafbaars.

De politie heeft je betrapt, of er zijn getuigen.

Je blijft verdachte tot er een uitspraak is gedaan. 

Verdachte worden niet in beeld gebracht. Dit heeft met privacy te maken.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat is fouilleren?
Kleding en lichaam worden onderzocht  van de verdachte

Wat is arresteren?:
Je wordt meegenomen naar het politiebureau voor ondervraging.

Wat bedoelen ze met een huiszoeking?:
Je huis wordt onderzocht op zoek naar verdachte spullen 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

11. Wat is het verschil tussen aanhouden en staandehouden?

Slide 13 - Question ouverte

Mag de politie iedereen arresteren?
A
ja de politie mag iedereen arresteren
B
Nee, dat mag alleen als je verdachte bent

Slide 14 - Quiz

Voor welke van deze heeft de politie bijzondere toestemming nodig?
A
Fouilleren
B
Staande houden
C
Arresteren
D
Huiszoeking

Slide 15 - Quiz

opgepakt en dan?

Slide 16 - Diapositive

Verslag waarin alle informatie staat geschreven over het misdrijf en de verdachte.
(Het Altenatief) Altenatieve straf . Dit is een taak/werkstraf. Er komt dan geen strafproces.
De officier van justitie beslist wat er met de verdachte gebeurt. 
je komt voor de rechter
Je krijgt een waarschuwing of een boete
Niks, er is geen voldoende bewijs.

Slide 17 - Diapositive

Wat is een 
proces verbaal?


politieverslag waarin alle informatie staat  over het strafbare feit en de verdachte.


Slide 18 - Diapositive

2. Wat is een proces-verbaal?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is bureau 
HALT?
HALT= Het ALTanatief 

In plaats van naar de rechter krijg je een taakstraf.


1. betaald de schade
2. excuus aanbieden
3.taakstraf
Cette vidéo n'est plus disponible
Hoe werkt HALT eigenlijk? bekijk het filmpje!

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Officier van justitie
1. bepaald wat er met de verdachte gaat gebeuren




2. Eist de straf als de verdachte voor de rechter komt.
1. waarschuwen 
2 boete geven
3. zaak seponeren
4. voor de rechter laten komen

Slide 22 - Diapositive

5. Wat doet een officier van justitie?

Slide 23 - Question ouverte

Politie
Officier van justitie
Maakt een proces-verbaal.
Daagt een verdachte voor de rechter.
Arresteert de verdachte.
Legt een waarschuwing of boete op.

Slide 24 - Question de remorquage

Slide 25 - Vidéo

Voor welke strafbare dingen moest David bij bureau HALT verschijnen?

Slide 26 - Question ouverte

Wat is de bedoeling van het HALT-spreekuur waar David kwam?

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Vidéo

Wat is het misdrijf waarvoor het arrestatieteam werd ingezet in de video?

Slide 29 - Question ouverte

Gesproken 
samenvatting

Alles op je gemak nog eens luisteren?          in deze gesproken uitleg komt alles nog een keer aan bod.


Maak je werkboek voor de volgende les.

Slide 30 - Diapositive

Samenvatting 
Het opsporen van criminelen is een belangrijke taak van de politie. De politie mag daarom een verdachte                               en arresteren. Ze mogen ook met een huiszoekingsbevel zoeken naar                       . Als de politie klaar is met het onderzoek, schrijven ze een                               . De officier van justitie leest dit rapport en kan besluiten om de                      vrij te laten, een boete te geven of naar de                  te sturen.
fouilleren
rechter
proces-verbaal
bewijzen
verdachte

Slide 31 - Question de remorquage