21 januari 2021 (1)

Reminder: afspraken in de online lessen
1. Thuis heb je een rustige werkplek, het liefst aan een tafel of bureau.
Op deze werkplek heb je plaats voor je chromebook, je boeken, etui en ruimte om te
schrijven.
2. Je volgt al je lessen volgens je lesrooster.
3. Je logt op tijd in bij elke les, net als je docent.
Je zet je camera aan en je microfoon uit, tenzij je docent je iets vraagt.
4. Je bent de hele les ingelogd, tenzij de docent een andere instructie geeft.
5. Je neemt actief deel aan de lessen.
6. Je maakt je opdrachten en huiswerk zoals dit wordt opgegeven door de docent.
7. Je houdt je in de lessen aan alle geldende afspraken.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Reminder: afspraken in de online lessen
1. Thuis heb je een rustige werkplek, het liefst aan een tafel of bureau.
Op deze werkplek heb je plaats voor je chromebook, je boeken, etui en ruimte om te
schrijven.
2. Je volgt al je lessen volgens je lesrooster.
3. Je logt op tijd in bij elke les, net als je docent.
Je zet je camera aan en je microfoon uit, tenzij je docent je iets vraagt.
4. Je bent de hele les ingelogd, tenzij de docent een andere instructie geeft.
5. Je neemt actief deel aan de lessen.
6. Je maakt je opdrachten en huiswerk zoals dit wordt opgegeven door de docent.
7. Je houdt je in de lessen aan alle geldende afspraken.

Slide 1 - Diapositive

Today (lesson 1)
1. Rewind: words & phrases
2. Grammar: future tense & word order
3. Work!
4. Rounding off

Slide 2 - Diapositive


  1. Je weet op welke tweede manier je de future tense  moet gebruiken. 
  2. Je weet in welke volgorde je de verschillende onderdelen van een Engelse zin moet schrijven.
  3. Je oefent met de grammatica. 

Slide 3 - Diapositive

Kies de juiste vertaling:
'rainy'
A
regen
B
regenen
C
regenachtig

Slide 4 - Quiz

Kies de juiste vertaling:
'gewoon'
A
normal
B
ordinary
C
usual

Slide 5 - Quiz

Kies de juiste vertaling:
'order (to)'
A
eisen
B
bestellen
C
een opdracht geven

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste vertaling:
'geschikt'
A
suitable
B
right
C
appropriate

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste vertaling:
'what's more'
A
ook
B
tevens
C
bovendien

Slide 8 - Quiz

2. Grammar: future tense (2)
Pak je schrift en neem de volgende zinnen over:

  1. I am going to work hard today!
  2. She is going to do her homework tonight. 
  3. We are going to watch a movie on Friday. 
timer
1:00

Slide 9 - Diapositive

Wat hebben deze zinnen met elkaar gemeen?
I am going to work hard today!
She is going to do her homework tonight.
We are going to watch a movie on Friday.

Slide 10 - Question ouverte

Kijk maar:

  • I am going to work hard today!
  • She is going to do her homework tonight. 
  • We are going to watch a movie on Friday. 




Slide 11 - Diapositive

Pak je schrift en neem over:
Je gebruikt 'to be + going to' + hele ww om:
  • Aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren.
  • Je hebt dan:
  • Iets van tevoren gepland 
  • of bewijs voor iets dat zéker gaat gebeuren, 
Let op!:
  • I  am going to + hele ww
  • He / she / it  is going to + hele ww
  • You / we / they  are going to + hele ww
timer
2:00

Slide 12 - Diapositive

Waarover vertelt 'at home' iets in de onderstaande zin?
We are going to watch a movie at home tonight.
A
De plek (waar)
B
De tijd (wanneer).

Slide 13 - Quiz

Waarover vertelt 'at school' iets in de onderstaande zin?
She is going to see him at school tomorrow.
A
De plek (waar)
B
De tijd (wanneer)

Slide 14 - Quiz

Waarover vertelt 'tomorrow' iets in de onderstaande zin?
She is going to see him at school tomorrow.
A
De plek (waar)
B
De tijd (wanneer)

Slide 15 - Quiz

Waarover vertelt 'tonight' iets in de onderstaande zin?
We are going to watch a movie at home tonight.
A
De plek (waar)
B
De tijd (wanneer).

Slide 16 - Quiz

Zinsvolgorde
  • She is going to see him at school tomorrow.
  • We are going to watch a movie at home tonight. 

  • Je ziet dat de plaatsbepaling altijd voor de tijdsbepaling staat in een Engelse zin.  Een tijdsbepaling zet je in een Engelse zin altijd achteraan. 

  • In het Nederlands doen we dat vaak andersom:
  • Ze ziet hem morgen op school.
  • We gaan vanavond thuis een film kijken. 

Slide 17 - Diapositive

Work! 

Maken
Unit 4, lesson 2: 
exc. 16, 17A.1 t/m 17B.5
                       


  • Je blijft in de meet tot einde les. We sluiten samen af.
  • Vragen? Stel ze via de chat!

Slide 18 - Diapositive

Twee vragen, dus ook twee antwoorden:
1. Waar gebruik je am / are / is + going to + het hele ww voor?
2. Wat is belangrijk bij de volgorde van een Engelse zin?

Slide 19 - Question ouverte