Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Romeinse Rijk
Slide 1 - Diapositive
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Diapositive
Mythe Romulus en Remus
Een mythe:
Een verhaal, waarvan men dacht dat het waar was, maar dat niet op feiten gebaseerd was
Gaat vaak over goden en halfgoden.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
0
Slide 5 - Vidéo
Rondom welke zee ligt het Romeinse rijk?
A
Atlantische oceaan
B
Noordzee
C
Middellandse zee
D
Middelste oceaan
Slide 6 - Quiz
Wanneer leefden Romulus en Remus?
A
In de 8e eeuw v. C.
B
In de 8e eeuw n. C.
Slide 7 - Quiz
Wie was de vader van Romulus en Remus?
A
Mars
B
Jupiter
C
Venus
D
Pluto
Slide 8 - Quiz
Wat was de moeder van Romulus en Remus?
A
vrouw van de keizer
B
maagd
C
dochter van de gouverneur
D
Galliër
Slide 9 - Quiz
De moeder van Romulus en Remus is zwanger. Zij krijgt hiervoor een straf. Welke straf?
A
Inmetselen of steniging
B
Inmetselen of levend begraven
C
Levend begraven of steniging
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.
Slide 10 - Quiz
Door wie zijn Romulus en Remus opgevoed?
A
Een smurf
B
Een ruimteschip
C
Een wolvin
D
Een leeuwin
Slide 11 - Quiz
Maak het spreekwoord af: 'Alle wegen leiden naar...'
A
Berlijn
B
Stockholm
C
Sydney
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.
Slide 12 - Quiz
Wie heeft wie vermoord?
A
Romulus heeft Remus vermoord
B
Remus heeft Romulus vermoord
Slide 13 - Quiz
Wat was het moordwapen waarmee Romulus zijn tweelingbroer Remus heeft vermoord?
A
Een pistool
B
Een dolk
C
Een steen
D
Een zware tak
Slide 14 - Quiz
Vrijwel alle Romeinen aten alleen maar....
A
Rijst en tomaten
B
Yoghurt en sinaasappelen
C
Spaghetti
D
Brood en olijfolie
Slide 15 - Quiz
Wie was de laatste keizer van het Romeinse rijk?
A
Caesar
B
Octavianus
C
Augustus
D
Tarquinius
Slide 16 - Quiz
De slaaf Sulus wint de kennisquiz. Wat krijgt hij als beloning?
Laatste vraag
A
Een seizoenskaart van het Colosseum
B
Een toilet
C
Vrijheid
D
Romeins burgerschap
Slide 17 - Quiz
Ontstaan Romeinse Rijk
Slide 18 - Diapositive
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 19 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Nakijken huiswerk (blz 48 t/m 55)
Filmpje kijken
Uitleg Romeins leger en Romeinen langs de Rijn
korte quiz (zonder punten)
Huiswerk: lezen paragraaf 3 (blz 60 t/m 69)
Slide 20 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk
Je weet hoe de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven
Je weet wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen voor de Germanen
Je kent de begrippen: Romeinse Rijk, oudheid, beroepsleger, bondgenoot, Germanen encultuur
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
750 v. Chr: Rome is een klein dorp aan een rivier
Door handel werd het dorp steeds rijker
Bestuurders konden een leger vormen
Om het dorp te verdedigen werd het gebied rondom het dorp veroverd
Gevolg: - meer landbouwgrond - meer grondstoffen - nieuwe handelsroutes
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk
Slide 23 - Diapositive
Tussen 200 v. Chr. en 200 na Chr. veroverden de Romeinen veel gebieden in Europa.
Dit rijk noemen we het Romeinse Rijk.
Rond het jaar 500 komt er een einde aan het Romeinse Rijk.
Op dat moment eindigt ook de oudheid
Slide 24 - Diapositive
Beroepsleger
In het leger zitten is het beroep van de soldaten
Minimaal 20 jaar in het leger blijven
Goede training en wapens
Snel verplaatsen over harde wegen
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven
Slide 25 - Diapositive
Bongenoten
Samenwerken met volken die verslagen zijn
Volk mocht eigen leiders houden
Belasting betalen aan de Romeinen
Soldaten leveren
Slide 26 - Diapositive
Maken vragen 11 t/m 16 (blz 52 en 53)
Slide 27 - Diapositive
Eerste eeuw voor Chr: Romeinen veroveren zuiden van wat nu Nederland is:
Germanen: Friezen en Bataven
Boeren in kleine dorpjes
Natuurgodsdienst
Geen schrift
De grens werd de Rijn
Leerdoel:
Je kan uitleggen wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen voor de Germanen
Slide 28 - Diapositive
De Romeinen zorgden voor veranderingen in het leven van de Germanen:
Langs de Rijn kwamen legerforten
Soldaten hadden voedsel en producten nodig
Handel met de Germanen
Nieuwe producten als spiegels, glas, olijfolie, wijn
Germanen leerden schrijven
Namen Romeinse godsdienst en schrift over
Er ontstond een nieuwe cultuur
Slide 29 - Diapositive
De Limes in Nederland
In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.
Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Bij Nijmegen (Noviamagus) en Xanten (Castra Vetera) lagen castra. Een castra is een groot fort, meestal voor een legioen. Dit was een leger van ongeveer 6000 soldaten.
Bij Utrecht (Trajectum) lag een castellum. Een castellum is een klein fort, meestal voor een cohort. Dit was een leger van ongeveer 600 soldaten.
De wachttoren die je bij de vorige slide zag, stond bij Vechten (Fectio)
De Tubanten (Tubanti) waren Germanen die in het oosten van het huidige Nederland woonden. De naam kom je tegenwoordig in dit gebied nog regelmatig tegen: de naam Twente is er van afgeleid, net als de naam van de regionale krant Tubantia.
De Bataven woonden in het gebied rond de grote rivieren. Dit gebied heet tegenwoordig de Betuwe, en vermoedelijk komt de naam van de Bataven
Slide 30 - Diapositive
Limes
Na de dood van Ceasar veroveren de Romeinen de laatste gebieden van hun enorme rijk.
Ze maken vaak gebruik van natuurlijke grenzen zoals: zeeën, rivieren, bergen en woestijnen.
Maar als het nodig is bouwen ze een versterkte grens met wachttorens en forten. Zo'n grens heet limes.
Slide 31 - Diapositive
De Limes in Nederland
In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn.
Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.
Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.