Week 4 Unit 3 Catch Up Lesson 2

Unit 3 
Catch Up

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Unit 3 
Catch Up

Slide 1 - Diapositive

What to do today?
Check Homework: Catch Up Exc. 3+4+5+6
Do: Oefentoets
Study: Words Unit 3  +Grammar Unit 3 + Phrases Unit 3 (CB93-96)
 


Slide 2 - Diapositive

Check Homework

Slide 3 - Diapositive

Check Homework

Slide 4 - Diapositive

Check Homework

Slide 5 - Diapositive

Oefentoets
Gebruik je Coursebook niet!

Slide 6 - Diapositive

Wat is de vertaling van:
aanhebben
A
wear
B
try on
C
sportswear
D
sweater

Slide 7 - Quiz

Wat is de vertaling van:
niemand
A
noman
B
no one
C
to understand
D
wrong

Slide 8 - Quiz

Wat is de vertaling van:
handschoenen
A
handshoes
B
shoelaces
C
gloves
D
untidy

Slide 9 - Quiz

Wat is de vertaling van:
twin
A
twijg
B
tweeling
C
tante
D
dun

Slide 10 - Quiz

Wat is de vertaling van:
offer
A
offer
B
aanbieding
C
lekker zittend
D
mooi

Slide 11 - Quiz

Wat is de vertaling van:
leather
A
leerder
B
leren
C
loper
D
laarzen

Slide 12 - Quiz

Sleepvraag 1
Sleep de uitspraak naar de woorden

Slide 13 - Diapositive

good looking
trainers
bully
head- scarf
to prefer
fashion- able

Slide 14 - Question de remorquage

Sleepvraag 2
Present Continuous
Maak een goede zin.
Gebruik de Present Continuous.

am/is/are + ww + ing

Slide 15 - Diapositive

We 
Alyse
are
singing
is
dancing

Slide 16 - Question de remorquage

Present Continous
Vul de goede vorm in.

am/are/is + ww +ing

Slide 17 - Diapositive

Wat moet er op de puntjes?
I ................ (play) football.

Slide 18 - Question ouverte

Wat moet er op de puntjes?
She ................ (wash) her clothes.

Slide 19 - Question ouverte

Wat moet er op de puntjes?
We ................ (walk) to school.

Slide 20 - Question ouverte

Wat moet er op de puntjes?
It ................ (freeze) cold.

Slide 21 - Question ouverte

A/AN
Wat komt er voor het woord?

Slide 22 - Diapositive

Wat komt er voor:
dress

Slide 23 - Question ouverte

Wat komt er voor:
boy

Slide 24 - Question ouverte

Wat komt er voor:
apple

Slide 25 - Question ouverte

Wat komt er voor:
uniform

Slide 26 - Question ouverte

Wat komt er voor:
hour

Slide 27 - Question ouverte

Wat komt er voor:
ugly car

Slide 28 - Question ouverte

Meervoud
Wat is het meervoud van de woorden?
Vul in!

Slide 29 - Diapositive

Wat is het meervoud van:
boy

Slide 30 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
star

Slide 31 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
story

Slide 32 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
tooth

Slide 33 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
child

Slide 34 - Question ouverte

mijn/jouw/jullie
Wat moet er op de puntjes? 
Vul in: my/your/his/her/its/our/your/their

Slide 35 - Diapositive

This is ..... house. They live here.

Slide 36 - Question ouverte

We are ...... cousins and you are our cousin.

Slide 37 - Question ouverte

This is ..... cat. I love it!

Slide 38 - Question ouverte

Homework

Study: Vocabulary Unit 3 +Grammar Unit 3 + Phrases Unit 3 (LWB193-196)

Slide 39 - Diapositive