Tekstverbanden klas 3 gl oefenen voor SE 3

Tekstverbanden/ verbanden
signaalwoorden
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Tekstverbanden/ verbanden
signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals, onder andere

signaalwoorden voor een voorbeeld

Slide 2 - Diapositive

Ik eet graag Italiaanse gerechten, zoals lasagna.

Slide 3 - Diapositive

In de kerstvakantie ga ik leuke dingen doen. Zo ga ik op maandag naar de Efteling en op woensdag karten.

Slide 4 - Diapositive

In de ochtend ga ik onder andere surfen, zwemmen en voetballen.

Slide 5 - Diapositive

ten eerste, ten tweede, bovendien, ook, tenslotte,
een dubbele punt :
liggende streepjes (-)
getallen (1,2,3)
dots (*)
signaalwoorden voor een opsomming




Slide 6 - Diapositive

Voor het bakken van een ei heb je nodig: een ei, een spatel en een pan

Slide 7 - Diapositive

Ik ga niet meer mee op vakantie. Ten eerste ben ik al 16 en ten tweede vind ik de bestemming vaak niet leuk.

Slide 8 - Diapositive

Ik heb drie huisdieren:
* een cavia
* een hond
* een konijn

Slide 9 - Diapositive

chronologisch verband:eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dan

signaalwoorden voor volgorde van tijd/ chronolgisch verband

Slide 10 - Diapositive

De winkeleigenaar deed eerst de deur open. Daarna zette hij het kraampje buiten.

Slide 11 - Diapositive

Ik loop naar de metro waar ik vervolgens een kaartje koop.

Slide 12 - Diapositive

Terwijl mijn broer de hond eten geeft, maak ik de kattenbak schoon.

Slide 13 - Diapositive

tekstverbanden:
tegenstelling

Slide 14 - Diapositive

signaalwoorden:
maar,echter,toch,hoewel,
daarentegen, tegenover, daar staat tegenover, aan de ene kant....aan de andere kant

Slide 15 - Diapositive

In klas 2H zit een leerling uit Brielle. Hij doet goed zijn best, maar is wel iedere keer te laat in de les.

Slide 16 - Diapositive

Frank is niet zo goed in knutselen. Toch denk ik dat hij een leuke surprise gaat maken.

Slide 17 - Diapositive

Morgen gaan we naar het strand en hoewel de weersverwachting niet zo goed is, hebben we er enorm veel zin in.

Slide 18 - Diapositive

tekstverbanden: vergelijking

Slide 19 - Diapositive

signaalwoorden: net zo als, even...als, in vergelijking met, meer/ groter/ beter/.... dan

Slide 20 - Diapositive

Ijs van de Jumbo is net zo lekker als ijs van de AH.

Slide 21 - Diapositive

Hij heeft meer inzet dan Joep.

Slide 22 - Diapositive

In vergelijking met zijn buurman, maakt deze leerling veel meer sommen tijdesn de les. 

Slide 23 - Diapositive

Tekstverbanden: reden (argument)

Slide 24 - Diapositive

Signaalwoorden: omdat, daarom, want, de reden hiervoor is, immers, namelijk,dus

Slide 25 - Diapositive

Ik lever mijn mobiel altijd in, want dat is het verstandigste.

Slide 26 - Diapositive

Omdat Dave graag leest, gaan we donderdag lezen.

Slide 27 - Diapositive

Morgen schijnt de zon en daarom gaat Noa naar het strand

Slide 28 - Diapositive

De stoelen moeten op de tafel. De reden hiervoor is de komst van de schoonmaakster.

Slide 29 - Diapositive

Femke voert geen klap uit tijdens de les en dus moet zij vanmiddag alles inhalen.

Slide 30 - Diapositive

Voorwaarde: mits, als, tenzij, indien,op voorwaarde dat

Slide 31 - Diapositive

voorwaarde
Je mag met ons mee naar de bioscoop, als je je huiswerk hebt gemaakt.

Slide 32 - Diapositive

voorwaarde
Indien de betaling op tijd binnen is, mag je mee naar Spanje (enkele reis met Sinterklaas).

Slide 33 - Diapositive

middel- doel
waarmee, zodat, om te.., door middel van, met behulp van, om, met het doel, 

Slide 34 - Diapositive

Middel-doel
Ik maak mijn stageverslag op de computer, zodat een ander het ook kan lezen.

Slide 35 - Diapositive

Middel-doel
Om aangenomen te worden op het MBO, stuur ik o.a. mijn cijferlijst op.

Slide 36 - Diapositive

Middel-doel
Met behulp van de grasmaaier, zorg ik er voor dat mijn grasmat er weer fantastisch uitziet.

Slide 37 - Diapositive

????
Slagroom kan alleen stijf geklopt worden, indien de slagroom eerst goed gekoeld wordt.

Slide 38 - Diapositive

????
De auto waarmee we door Amerika reizen, zorgt er voor dat we overal op tijd aankomen.

Slide 39 - Diapositive