M1 - week 1

Bienvenidos
a la clase de español
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bienvenidos
a la clase de español

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Start
- Je weet hoe we te werk gaan
- Wij leren elkaar kennen
- Je weet waar je alle 
   materialen kunt vinden
- Je weet welke toetsen je krijgt


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Yvonne Hendrix
(ma, do, vrij)

y.hendrix@rocmondriaan.nl
en via de chat in Teams

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Y tú?

Waarom heb jij voor Spaans gekozen?

Kun je al Spaans?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spaans

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Materialen
Teams voor :                                                                  Boek voor:
- het inleveren van opdrachten                             - in de les
- extra materiaal (filmpjes, oefeningen)           - basis in Spaans

LessonUp voor :                                                            Reader voor:
- tijdens de les en huiswerktaken                         - toetsvoorbereiding

Neem een laptop en oortjes mee naar de les voor online werken en luisteropdrachten!

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kleuren zitten in de
Spaanse vlag?

A
Blauw en geel
B
Wit en blauw
C
Geel en rood

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rojo y amarillo

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een typisch Spaans gerecht?

A
Paella
B
Mortadella
C
Pastel de Nata

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de hoofdstad van Spanje?
A
Madrid
B
Valencia
C
Barcelona

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN buurland van Spanje?

A
Frankrijk
B
Marokko
C
Italië

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was vroeger de Spaanse munt?

A
Lire
B
Escudo
C
Peseta

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de koning van Spanje?

A
Juan Carlos
B
Felipe
C
Romeo

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een siesta?

A
een typische wijn
B
een nationaal feest
C
een middagdutje

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen Spaans drankje?

A
limoncello
B
cuarenta y tres
C
tinto de verano

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zeg je goedemorgen in het Spaans?
A
buongiorno
B
buena mañana
C
buenos días

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn castagnetten?
A
een Spaans muziekinstrument
B
speciale schoenen voor een dans
C
een wapen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen typische Spaanse
dans?

A
tango
B
paso doble
C
flamenco

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel keer groter is Spanje van Nederland?
A
6x
B
12x
C
16x

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk automerk komt uit Spanje?
A
Mercedes
B
SEAT
C
Alfa Romeo

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is gazpacho?
A
een tapa
B
een visgerecht
C
een soep

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet een mousserende wijn
die uit Spanje komt?

A
champagne
B
prosecco
C
cava

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk land wordt geen Spaans gesproken?
A
Brazilië
B
Honduras
C
Panamá

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De landen hieronder genoemd spreken Spaans als officiële taal:
 Mexico, Colombia, Spanje, Argentinië, Peru, Venezuela, Chili, Guatemala, Ecuador, Cuba, Bolivia, Dominicaanse Republiek, Honduras, Paraguay, El Salvador, Nicaragua, Costa Rica, Puerto Rico, Uruguay, Panama en Equatoriaal-Guinea.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn pinchos?
A
Een stok bij het stierenvechten.
B
Varkenspoten die hangen in restaurants.
C
Hapjes, vaak op brood op een stokje.

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de officiële taal van Spanje die we ook leren op school?
A
Castiliaans
B
Catalaans
C
Galicisch

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De officiële talen van Spanje

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen Spaanse gewoonte?
A
te laat komen
B
gezinnen met kinderen laat op straat
C
je baas met jij aanspreken

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen Spaans hotelketen?
A
NH Hotels
B
Paradores
C
ACCORhotels

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Week 1
- Je leert over de Spaanse cultuur
- Je groet iemand, vraagt hoe het 
   gaat, stelt jezelf voor, noemt je    
   nationaliteit en neemt afscheid
- Je kent het alfabet en de regels 
   voor uitspraak en klemtoon
- Je kunt je naam spellen
- Je leert de persoonlijke 
   voornaamwoorden




Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten week 1
Maken:
Reader (pag 16-25)



Leren:
woordenlijst (pag 68)
SO1: 
donderdag 8 september 
(zie ook Teams)

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tarea
Wat?
Lees opdracht "presentarse y saludar" op pag. 16+17 en maak kennis in het Spaans
Hoe?
In tweetallen
Tijd?
5 minuten
Hulp?
Reader
Eerder klaar?
Lees alvast verder

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

el abecedario
c + a, o, u = K (cacao, Colombia, Cuba)
c + i, e       = TH (of S in Latijns-Amerika) (centímetro, cinco)
ch               = tsj (macho, cha-cha-cha) 
g + a, o, u = G (gamba, golf, Guatemala)
g+ i, e        = CH / harde G  (Gibraltar, general)
gue / gui  = G (de U spreek je niet uit: guerrilla, guitarra)
h                  = - (wordt niet uitgesproken: hola, hotel)
i                   = ie (sí)
j                   = CH / harde G  (jefe)


Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

el abecedario
ll    = J (Mallorca)
ñ    = NJ (oranje > España)
qu = K (queso) Na de q komt altijd een u!
r     = rollend
rr    = sterk rollend
u    = OE (Uruguay)
v     = B (Barcelona, Valencia)
y     = J  (Uruguay)  > Let op, behalve het woord "y", dat spreek je uit als  "ie".
z     = TH (of S in Latijns-Amerika) (zumba)



Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tarea
Wat?
Spel je naam en schrijf de namen van je klasgenoten in het schema.
Luister daarna naar de woorden die je docent spelt
Hoe?
Klassikaal
Tijd?
10 minuten
Hulp?
Reader
Eerder klaar?
Maak dan de leesopdracht op pag 20

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Las lenguas de España

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Las lenguas de España


Castellano:    Hola, me llamo Juan
Catalán:          Hola, em dic Juan
Gallego:          Ola, chámome Juan
Vasco:             Kaixo, Juan dut izena

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ser / ser de
ser         = zijn
ser de   = komen uit

Soy Alba, soy de Valladolid.
Ella es Lidia, es de Madrid.

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ser 
ik
yo
soy
jij
eres
hij / zij / u
él / ella / usted
es
wij
nosotros / -as
somos
jullie
vosotros / -as
sois
zij / u (mv)
ellos / -as / ustedes
son

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonlijk voornaamwoord
persoonlijk voornaamwoord (ik, jij, etc) alleen bij nadruk
Yo soy Alba, ella es Lidia. (ík ben Alba, zij is Lidia)

In Latijns-Amerika gebruikt men ustedes i.p.v.  vosotros
Ook gebruikt men vaker usted dan 

Let op:
bij nosotras, vosotras, ellas = groep met alleen vrouwen
Vanaf 1 man wordt de hele groep mannelijk

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tarea
Wat?
Maak opdracht 1 t/m 3:
Tekst lezen + vragen beantwoorden
opdrachten over groeten
Hoe?
In tweetallen
Tijd?
10 minuten
Hulp?
Reader
Eerder klaar?
Ga dan even pauze houden (rustig!)

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regels voor de klemtoon
1. staat er een accent ' op  > dan ligt daar altijd de klemtoon
    (Aviaciónlaga)
2. eindigt een woord op 
     a. een klinker (a, e, i, o, u) of -s of -n   
          > klemtoon op de één na laatste lettergreep
         (chico, Mallorca, casas, imagen)
    b. alle andere letters
          > klemtoon op de laatste lettergreep
          (trabajar, ciudad, hotel)

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tarea
Wat?
Maak opdracht 4-8 op pag 23-24
Hoe?
In tweetallen
Tijd?
5 minuten
Hulp?
Reader
Eerder klaar?
Ga dan leren voor je SO.

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week
Heb je je eerste SO op donderdag!
Starten we met de eerste creatieve opdracht
Leer je tellen van 0 t/m 20
Leer je de werkwoorden zijn en hebben
Kun je zeggen hoe oud je bent

Kijk in Teams voor de studiewijzer en de links naar de LessonUps
Neem je boek en/of laptop mee!

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check doelen  
- Je leert over de Spaanse cultuur
- Je groet iemand, vraagt hoe het
   gaat, stelt jezelf voor, noemt je
   nationaliteit en neemt afscheid
- Je kent het alfabet en de regels
   voor uitspraak en klemtoon
- Je kunt je naam spellen
- Je leert de persoonlijke
   voornaamwoorden
- Je kent de persoonlijke voornaamwoorden

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 51 - Vidéo

Nogmaals de uitleg over de uitspraak van de letters in het Spaans