4.4 Wat houd je eraan over?

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Individueel
Collectief
een overeenkomst tussen werknemer en werkgever
staat dat de
 werknemer gedurende een aantal uren arbeid verricht in dienst van de  werkgever
cao
een reeks afspraken over de arbeidsvoorwaarden in een bedrijfstak
wordt afgesloten tussen
 organisaties van werkgevers aan de ene kant en organisaties van  werknemers (vakbonden) aan de andere kant

Slide 4 - Question de remorquage

Wat betekent flexibel werken?
A
Vaste baan
B
Werken als je baas oproept
C
Op verschillende tijden inzetbaar
D
Op verschillende plekken inzetbaar

Slide 5 - Quiz

Bepaalde tijd
Onbepaalde tijd
Tijdelijk
Vast
einddatum afgesproken
geen einddatum afgesproken

Slide 6 - Question de remorquage

Proeftijd
Opzegtermijn
Begint aan nieuwe baan
Weg gaat bij je baan
Afgesproken periode, maximaal twee maanden
Drie maanden
zowel de
werkgever als de werknemer de arbeidsovereenkomst op ieder moment  kunnen ontbinden
zowel de
werkgever als de werknemer werknemer na aanvraag van zijn
ontslag of het gekregen ontslag nog moet werken

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat het verschil tussen belasting en toelagen?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Werknemersverzekeringen zijn
A
Voor het hele volk en betaald door werkgevers
B
Voor het hele volk en betaald door werknemers
C
Voor en betaald door werkgevers
D
Voor en betaald door werknemers

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Werknemersverzekeringen
Volksverzekeringen
Ziektewet (ZW)
Werkloosheidswet (WW)
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
Algemene ouderdomswet (AOW)
Wet werk en bijstand (WWB)
Algemene nabestaandewet (ANW)

Slide 16 - Question de remorquage

AOW staat voor
A
uitkering bij geen ander inkomen
B
uitkering bij overlijden partner/ouder
C
uitkering bij bereiken pensioengerechtigde leeftijd

Slide 17 - Quiz

ANW staat voor
A
uitkering bij geen ander inkomen
B
uitkering bij overlijden partner/ouder
C
uitkering bij bereiken pensioengerechtigde leeftijd

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Wanneer heb je recht op een WW uitkering?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Diapositive

Brutoloon


Premies volksverzekeringen (gebruikt voor betalen van uitkeringen
Loonbelasting
Nettoloon (krijg je op je rekening gestort

Slide 24 - Diapositive

Voorbeeld loonstrook
  • Wat is het brutoloon?
  • Wat is het nettoloon?


Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive