Les 1 2D

Wat weet jij al over medicatie?
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
MedicatieMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat weet jij al over medicatie?

Slide 1 - Diapositive

Ik gebruik dagelijks medicatie
Ja
Nee

Slide 2 - Sondage

Ik geef medicatie op mijn stage
ja
nee

Slide 3 - Sondage

Als ik medicatie geef dan ben ik op de hoogte van wat ik geef
ja
nee

Slide 4 - Sondage

Wie schrijft medicatie voor?
A
De verpleegkundige
B
De arts of specialist
C
De apotheker
D
Persoonlijk begeleider

Slide 5 - Quiz

Een geneesmiddel is hetzelfde als een medicijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Hoe noemen we het voorschrijven van medicatie?
A
Een recept schrijven
B
Een taart maken
C
Een indicatie stellen
D
Een PES maken

Slide 7 - Quiz

Wie levert de medicatie?
A
De verpleegkundige
B
De ouders van de cliënt
C
De arts/specialist
D
De apotheker

Slide 8 - Quiz

Voorkeur heeft om medicatie met water in te nemen
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Wanneer mag je medicatie delen?
A
als je bekwaam bent
B
als je bevoegd bent
C
als je bekwaam en bevoegd bent
D
Als je jezelf niet laat afleiden

Slide 10 - Quiz

Wie is er verantwoordelijk voor de toedieningslijst?
A
De zorgorganisatie
B
De persoonlijk begeleider
C
De voorschrijvende arts
D
De apotheek

Slide 11 - Quiz

Hoe kan je medicatie aftekenen
A
digitaal
B
via een app
C
papier
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 12 - Quiz

Dubbele controle van medicatie ervoor om
A
de familie gerust te stellen
B
de cliënt te controleren op juist medicatiegebruik
C
de veiligheid van de cliënt te waarborgen

Slide 13 - Quiz

Wettelijk gezien moeten alle medicijnen worden toegediend met handschoenen aan
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat doe je als je merkt dat er een fout is gemaakt met medicatie
A
Negeren en denken: komt wel goed
B
Je meldt dit via een MIC/MIP/VIM formulier
C
Je belt de apotheek en meldt het daar

Slide 15 - Quiz

Hoe noem je dat lange papier wat altijd in het doosje van het medicijn zit?
A
protocol
B
handleiding
C
recept
D
bijsluiter

Slide 16 - Quiz

Een bijsluiter van medicatie is een betrouwbare tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Een bijsluiter moet altijd meegeleverd worden ook al gebruikt iemand het geneesmiddel dagelijks
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Wie geeft aanwijzingen over hoe
het bewaren van medicatie?
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De apotheek
D
Mag je zelf bepalen

Slide 19 - Quiz

Mag je een cliënt zomaar een paracetamol geven als hij daar om vraagt?
A
Ja, want paracetamol is onschuldig
B
Ja, want dat doe ik zelf thuis ook altijd
C
Nee, je mag nooit medicatie geven als die niet is voorgeschreven
D
Vraag het aan mijn collega of het mag

Slide 20 - Quiz