2.4: De erfenis van Alexander de Grote

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

2.4: De erfenis van Alexander de Grote

Deze les: 

• controleren huiswerkopdrachten
• plannen toets hoofdstuk 2
• 2.4: De erfenis van Alexander de Grote
• aan de slag met opdrachten

aan het einde van deze les

• Weet je wanneer de toets van H2 is.
• Weet je wie Alexander de Grote was.
• Kun je uitleggen hoe Alexander de Grote een groot rijk stichtte.
• Kun je uitleggen wat het begrip hellenisme betekent.

Controleren huiswerk:

maak uit je werkboek de volgende opdrachten:

blz. 40: Opdr. 2,4,5

blz. 41: Opdr. 8

opdracht 8:

De Grieken vereerden meer goden tegelijk. De oppergod was Zeus. Ze organiseerden ter ere van hem en andere goden de Olympische Spelen. Voor een advies van de goden gingen de Grieken naar een orakel. In tempels offerden ze goud en zilver, dieren en landbouwproducten. Als mensen niet luisterden naar de goden, dan kon het slecht met ze aflopen. De verhalen die hierover zijn geschreven, heten mythen

2.4: De erfenis van Alexander de Grote

? Wat betekende Alexander de Grote voor de verspreiding van de Griekse cultuur?

Filippus II (koning van Macedonië):

- dwingt de Grieken om hem als koning te accepteren.

- één rijk van alle stadstaten maken (behalve Sparta)

- Samen de Perzen aanvallen en het rijk uitbreiden.

- vermoord voordat hij zijn plannen uit kan voeren.

Alexander de Grote:

- enorm rijk

- Wil heersen 'tot het einde van de wereld'

- valt India binnen maar zijn leger wil niet meer vechten.

- Gewond trekt hij terug.

- plotseling overleden op 32 jarige leeftijd.

- Na zijn dood willen zijn generaals allemaal een eigen koninkrijk en valt het rijk in vier delen uiteen.

Hellenisme:

- Overwonnen volken namen Griekse kunst, filosofie en wetenschappen over.

- Generaals trouwden met vrouwen uit veroverde gebieden.

- Alexander stichtte steden naar Grieks voorbeeld om zo eenheid in het rijk te krijgen.

Begrip:

hellenisme: het overnemen van de Griekse cultuur door andere volken.

Alexander de Grote

aan de slag:

Maak de volgende opdrachten uit je werkboek:

blz. 43: opdr.  1,2,3,4a

blz. 44: opdr. 4d, 5

blz. 45: opdr. 8

klaar? Leren begrippen in Quizlet