Klas 2 periode 3 - formatieve toets

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Vertaal het bezittelijke voornaamwoord naar het Spaans: (haar) _____ amigas estudian español.

Proefwerk

Vertaal het bezittelijke voornaamwoord naar het Spaans: (jouw) _____ abuelos son muy anticuados.

Proefwerk

Vul in:
___ (onze) ropa es cara

Proefwerk

¿Dónde están ……….(jullie) libros?

Proefwerk

1. nuestros
2. vuestros
3. vuestro
4. nuestro

Welk getal is dit in het Nederlands:
cincuenta y ocho

In proefwerk geen meerkeuze

1. 18
2. 58
3. 42
4. 88

Welk getal is dit in het Nederlands:
catorce

In proefwerk geen meerkeuze

1. 14
2. 4
3. 40
4. 44

Welk getal is dit in het Nederlands:
setenta y siete

In proefwerk geen meerkeuze

1. 67
2. 76
3. 17
4. 77

Schrijf het getal voluit
'En el restaurante hay (618) .....personas'

Schrijf het getal voluit
223 faldas

Proefwerk

Schrijf nu zelf het cijfer:
doscientos sesenta y cinco

Proefwerk

Schrijf nu zelf het cijfer:
ochocientos quince

Proefwerk

Hoe maak je de Toekomende tijd?

1. ir + de + heel werkwoord
2. ir + a + heel werkwoord
3. ser + de + heel werkwoord
4. ser + a + heel werkwoord

Hoe vertaal je 'voy a ...'

1. Ik wil naar..
2. Ik rijd naar..
3. ik ga naar..
4. Ik kom uit..

Hoe zeg je in het Spaans...?
'Zij gaan betalen' (zonder ellos)

Hoe zeg je in het Spaans...?
'U gaat uitrusten' (u ev) (zonder usted)