Creatief schrijven - 3K

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Schrijfopdracht

Naar aanleiding van het verhaal dat we hebben gelezen, ga je aan de slag met een aantal creatieve schrijfopdrachten.

De hoofdpersonen

Anna

Tessa

Charlotte

Wouter

Julian

Opdracht 1 - hoofdpersonen

Hoe heten ze? 

Welke karaktereigenschappen hebben ze? 

Wat kun je zeggen over hun uiterlijk? 

Als het niet in het fragment wordt genoemd, verzin je het zelf. Zo krijg je zelf een duidelijk beeld van de hoofdpersonen.

Opdracht 1 - hoofdpersonen

Voor deze opdracht heb je deze en volgende les de tijd.

Ik ben beide lessen beschikbaar voor vragen.

Dus: deze les en 2 februari aan het werk met deze opdracht.

3 februari gaan we verder met opdracht 2 (probleem/doel).

Opdracht 2 - probleem/doel

In een verhaal heeft de hoofdpersoon altijd een doel of een probleem. 

• Wat is het probleem of doel van een van de hoofdpersonen (zelf kiezen). 
• Hoe gaat hij of zij dit oplossen of bereiken? 

Beschrijf het zo uitgebreid mogelijk.

Opdracht 2 - probleem/doel

Kies een van de vijf hoofdpersonen uit en beschrijf haar/zijn doel of probleem. 

Bijvoorbeeld: 

1. Charlotte wil tijdens het weekendje weg het hart van Tessa veroveren. Dit is haar doel, hoe gaat ze dat voor elkaar krijgen? 
2. Anna wil vrienden worden met Charlotte, hoe krijgt ze dat voor elkaar tijdens het komende weekend? 
3. Julian is niet meer verliefd op Tessa, hoe lost hij dat op tijdens hun weekend weg?

Deze les en volgende les krijg je de gelegenheid om aan de tweede opdracht te werken. Voor alle zes de opdrachten die we de komende lessen doen, krijg je een cijfer!!!!!

Opdracht 3 - tegenslagen

Je hebt nu de hoofdpersonen uit het verhaal beschreven en bedacht wat het doel/probleem van een van hen is. Ook heb je opgeschreven hoe de door jou gekozen hoofdpersoon het doel gaat bereiken of het probleem gaat oplossen.

In verhalen gaat dat bereiken van het doel of het oplossen van het probleem niet zonder slag of stoot!

Opdracht 3 - tegenslagen

• Met welke tegenslagen krijgt de hoofdpersoon te maken terwijl hij het probleem probeert op te lossen of zijn doel probeert te bereiken? Dat kunnen er een of meerdere zijn. 

• Hoe overwint de hoofdpersoon deze tegenslagen?

Neem weer deze les en volgende les de tijd om hier aan te werken! Donderdag tot en met opdracht 3 inleveren via Magister.me!

Opdracht 4 - bijpersonen

De tegenslagen overwinnen kan de hoofdpersoon niet alleen. 

Welke hulp krijgt hij? En van wie? 

Voeg eventueel nog bijpersonen toe in je verhaal.

Opdracht 5 - afloop

Bedenk hoe het verhaal afloopt. Bereikt de hoofdpersoon zijn doel? Wordt het probleem opgelost? 

• Wat gebeurt er daarna nog? 
• Hoe voelt de hoofdpersoon zich hierna?

Opdracht 6 - zelf schrijven!

Nu je de voorbereidende opdrachten hebt gedaan, kun je gaan schrijven. Het door jouw geschreven gedeelte bestaat uit minimaal 450 en maximaal 600 woorden.

Let op:

- Schrijf heldere zinnen.

- Schrijf niet te lange zinnen.

- Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt op een leesteken.

- Maak je verhaal leuk om te lezen, bouw de spanning op.

- Geen spelfouten!