Herhalingsles hoofdstuk 3: water

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3: herhaling

Vandaag

• Doornemen en beantwoorden leerdoelen
• Voor jezelf leren

Leerdoelen beantwoorden

• Per paragraaf 
• In tweetallen 
• Je mag het boek erbij gebruiken

• Antwoorden op de leerdoelen opschrijven
• 3 minuten per paragraaf 

Vervolgens klassikaal bespreken 

Leerdoelen §3.1

1. Je weet hoe de korte- en de lange waterkringloop werkt en in welke vormen water is opgeslagen.
   
2. Je begrijpt waarom veel water ongeschikt of onbereikbaar is voor de mens.
   
3. Je kunt (te) droge en (te) natte gebieden op aarde op de kaart van elkaar onderscheiden.
   

Waterkringloop

• Korte waterkringloop
• Lange waterkringloop

Verdeling van water

Toegankelijk zoet water:

• Ondiep grondwater
• Water in de lucht (waterdamp)
• Water in meren 
• Water in rivieren
• Water in planten

Leerdoelen §3.2

1. Je weet de betekenis van alle begrippen die samenhangen met de waterbalans (nuttige neerslag, fossiel water, aquifer) en duurzaam waterbeheer (vernieuwbaar en niet-vernieuwbaar water).
   
2. Je begrijpt hoe een waterbalans in elkaar steekt.
   
3. Je kunt het belang uitleggen van duurzaam waterbeheer.
   

Een gebied kan op 3 manieren aan water komen

1. (Nuttige)neerslag

2. Aanvoer water uit andere gebieden (grond- en rivierwater)

3. Aanvoer van fossiel water (aquifer)

Waterbalans Nederland

Aanvoer:

• Neerslag
• Grond- en rivierwater
• Fossiel water

Afvoer:

• Verdamping
• Uitstroom in zee
• Gebruik door de mens

Niet-vernieuwbaar water: 

raakt op

Vernieuwbaar water: 

raakt niet op

Duurzaam waterbeheer: waterbeheer waarbij alleen de voorraad vernieuwbaar water gebruikt wordt

Leerdoelen §3.3

1. Je weet welke gebieden grotere overstromingsrisico’s kennen (7 gebieden).
   
2. Je begrijpt waarom het overstromingsrisico van veel gebieden toeneemt.
   
3. Je kent de maatregelen om overstromingsrisico’s te verkleinen.
   

 

Door de natuur:

1. Rivier- en kustvlakten
2. Aan de voet van gebergten (piekafvoer)
3. Smeltende sneeuw en hevige regenval (zomers)
4. Tropische stormen

Door de mens:

1. Bij ontbossing
2. Bij te veel verstening
3. Gebied met bodemdaling door het oppompen van grondwater
   

Gebieden met een groot overstromingsrisico

• Extreme overstromingen door hevige neerslag 
  
• Zeespiegelstijging 
  

• Op de korte termijn
• Op de lange termijn

Het aantal overstromingen             Maatregelen:                   neemt toe, door:

Leerdoelen §3.4

1. Je weet dat waterstress door fysieke en economische watertekorten kan ontstaan.
   
2. Je begrijpt waarom toenemende waterstress tot een wateroorlog kan leiden.
   
3. Je kunt een aantal maatregelen benoemen om watertekorten op te heffen.
   

Toekomst

Vraag naar water stijgt:

     - stijging aantal inwoners

     - toename welvaart

     - verstedelijking 

Aanbod blijft gelijk, gevolg:  

      - waterstress

      - fysiek watertekort

      - economisch watertekort

Waterstress

"Gevolgen van een tekort aan water in een gebied"

Twee soorten:

1. Fysiek watertekort: er is te weinig water in een gebied om aan de wensen van bewoners te voldoen zonder de natuur te verstoren.

2. Economisch watertekort: er is in een gebied te weinig geïnvesteerd om het wel aanwezige water bij de bewoners te brengen. 

Vasthouden wat je hebt

Minder gebruiken

Water sparen:

Vandaag

• Doornemen en beantwoorden leerdoelen
• Voor jezelf leren

Voor jezelf werken

• Leren voor de toets
• Een samenvatting maken 


• Opdrachten uit het werkboek bekijken en afmaken

Vragen stellen!