Basisstof 3 Oren en ogen (+ basisstof 4 BB)

Thema 5: Waarneming en gedrag
Basisstof 3 (+4) Oren en ogen
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 5: Waarneming en gedrag
Basisstof 3 (+4) Oren en ogen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Je kunt tenminste  4 onderdelen van het oor benoemen
  • Je kunt van deze 4 benoemde onderdelen tevens hun functie benoemen.
  • Je kunt van tenminste  3 onderdelen van het oog wat hun functie is.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoelen
Even terugblikken
Uitleg basisstof 3 & 4  (Oren en ogen)
ff checken
Optische illusies 
Aan de slag! (Huiswerk)
De volgende keer Huiswerk af en leerdocument week 3 af.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Oren en ogen
  • Bij oren denk je misschien alleen aan oorschelpen, maar een groot deel van de oren ligt in je hoofd. 
  • De ogen liggen goed beschermd in je oogkassen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Buitenkant oor
In de oren ligt het gehoorzintuig. Daarmee neem je geluid waar.

Geluid bestaat uit trillingen van de lucht.

De oorschelp vangt deze trillingen op. Daarna gaan de trillingen door de gehoorgang.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het trommelvlies
  • Een groot deel van de oren ligt in de schedel. Dit deel kun je niet zien.
  • Via de gehoorgang komen de geluiden bij het trommelvlies. Het trommelvlies gaat daardoor trillen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorsmeer
In de gehoorgang liggen oorsmeerkliertjes die oorsmeer maken.
Met een wattenstaafje kun je de gehoorgang schoonmaken, je mag er nooit met scherpe voorwerpen in peuteren!

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Binnenkant van een oor
Achter het trommelvlies ligt de trommelholte
Het trommelvlies geeft de trillingen aan de:
Gehoorbeentjes ->  slakkenhuis -> zintuigcellen vangen de trillingen op -> impulsen worden gemaakt -> via gehoorzenuw naar de hersenen

Slide 9 - Diapositive

 Het trommelvlies geeft de trillingen door aan de gehoorbeentjes. De gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het slakkenhuis. In het slakkenhuis liggen zintuigcellen die de trillingen opvangen. In de zintuigcellen ontstaan dan impulsen. De impulsen gaan via de gehoorzenuw naar de hersenen
Buis van Eustachius
De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte.

Functie:
Lucht van de trommelholte naar de keelholte en omgekeerd.

Luchtdruk blijft zo aan beide zijden van het trommelvlies gelijk.

Slide 10 - Diapositive

De wanden van de buis liggen meestal tegen elkaar aan gedrukt, zodat de buis dicht is. Als je slikt of gaapt, gaat de buis open.

Dit is nodig om het trommelvlies goed te laten trillen.
Functie van wenkbrauwen en wimpers

De wenkbrauwen zorgen ervoor dat zweet of ander vocht niet in je ogen loopt.

Wimpers beschermen de ogen tegen vuil en te fel licht. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Buitenkant van het oog

Harde oogvlies = witte gedeelte
Iris = gekleurde gedeelte
Pupil = zwarte rondje in de iris
De pupil is een opening.

Over de iris en pupil ligt het hoornvlies. Dit is doorzichtig.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Buitenkant van het oog
Onder de huid boven de ogen liggen traanklieren. Deze maken traanvocht.

Als je knippert verspreiden de oogleden dit over de ogen.

Het traanvocht wordt afgevoerd naar de neusholte. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De binnenkant van een oog
Aan het harde oogvlies zitten oogspieren vast.

Daarmee kun je je ogen draaien.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van het oog

De oogbol is voor het grootste deel gevuld met een soort gelei: het glasachtig lichaam.

Achter de iris en de pupil bevindt zich de lens -> scherp zicht

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van het oog
De wand van een oog bestaat uit drie lagen:
  1. Harde oogvlies
    buitenste laag
  2. Vaatvlies
    Middelste laag
  3. Netvlies
    Binnenste laag. Hierin liggen de zintuigcellen -> ontstaan impulsen -> via oogzenuw naar de hersenen


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van het oog
In het netvlies, recht tegenover de pupil, ligt de gele vlek. Met de zintuigcellen in de gele vlek kun je het scherpst zien.

De plaats in het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat, heet blinde vlek. In de blinde vlek liggen geen zintuigcellen.

Slide 17 - Diapositive

Als je naar iets kijkt, komen de lichtstralen vooral op de gele vlek.
Werking van de ogen
Lichtstralen komen je oog binnen door de lens. 
De lens zorgt ervoor dat de lichtstralen precies op de gele vlek van het netvlies vallen. Je ziet dan scherp.
De lens keert het beeld ook om, maar dat wordt ‘rechtgezet’ door je hersenen.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijziend en verziend
Bij sommige mensen werkt de ooglens niet goed. De lichtstralen komen dan niet precies op het netvlies terecht, maar ervoor of erachter. 

Als je bijziend bent, kun je alleen dichtbij scherp zien. Als je verziend bent, kun je alleen in de verte goed zien.

Slide 19 - Diapositive

Slechtziendheid kan worden gecorrigeerd met een bril of contactlenzen. 
Bijziend
  • Iemand die bijziend is, kan in de verte niet scherp zien. 
  • Ziet dichtbij scherp!
  • Hij krijgt dan een bril met holle lenzen. Daardoor komen de lichtstralen weer precies op het netvlies.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verziend
  • Iemand die verziend is, kan dichtbij niet scherp zien.
  • Ziet in de verte scherp!
  • Bij verziendheid krijg je een bril met bolle lenzen. De lichtstralen komen dan weer precies op het netvlies.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 4 onderdelen en hun functie van het oor kan jij benoemen?

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 3 onderdelen van het oog en hun functie kan jij benoemen?

Slide 23 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Het beeld staat verkleind en omgekeerd op je netvlies.

Hersen verwerken het beeld en draaien het weer om.

Slide 24 - Diapositive

Het beeld dat op het netvlies valt wordt door de lens verkleint en om gedraaid.
Dit kan je laten zien door de loep te pakken. Strek je arm en kijk door de lens. Dan zie je het beeld ondersteboven.
De hersenen draaien het beeld weer terug.
In de hersenen gaat het wel eens mis.
Gevolg:
OPTISCHE ILLUSIE!

Slide 25 - Diapositive

Doordat je hersenen veel prikkels moeten verwerken, zie je wel eens dingen die er niet zijn.
Dit zijn optische illusies!
Optisch is iets wat je ziet. 
Illusie is iets wat er niet is.
Dus gezichtsbedrog.
Escher
Eeuwige beweging

Slide 26 - Diapositive

Escher is een Nederlandse kunstenaar die aan het begin van de 20e eeuw leefde.
Hij is bekend geworden door de tekeningen die hij maakte. 

Slide 27 - Diapositive

Misschien hebben jullie eht ook wel eens gedaan op vakantie.
Ook dit is een vorm van optische illusie.
0

Slide 28 - Vidéo

Optische illusies in een reclame spotje

Slide 29 - Diapositive

Optische illusie op straat door een straatartiest.
Is de rivier echt?
De krokodil?
De boot?
De peddel?

Slide 30 - Diapositive

Nog een voorbeeld op een huis.

Slide 31 - Diapositive

Dit zebrapad wordt gebruikt om automobilisten te laten afremmen.

Slide 32 - Vidéo

Victor Mids van Mindf*ck is natuurlijk een expert in optische illusies. Zoals hij op dit filmpje laat zien.

Slide 33 - Diapositive

Welke kant draait de ballerina op?
Kijk naar het rechter en daarna naar het linker plaatje. Wat gebeurd er dan?

Slide 34 - Diapositive

Welke dieren zie je?
- Konijn/haas
- Eend

Slide 35 - Diapositive

Zijn het zwarte of witte stipjes?
Je hersenen hebben moeite met contrast. Daarom zie je de zwarte stipjes. Die zijn er niet echt.

Slide 36 - Diapositive

Wat zie jij op deze tekening?
- Gezicht
- Boom
-  Vrouw
- Brug

Slide 37 - Vidéo

De makkelijke

Slide 38 - Vidéo

De moeilijke. Meer knip, vouw en plak werk.
Aan de slag!
timer
8:00

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Online aan de slag!
Basis:
Basisstof 3: de oren, opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 + Test jezelf
Basisstof 4: de ogen, opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 + Test jezelf

Kader:
Basisstof 3: Oren en ogen, opdrachten 1, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10 + Test jezelf

Klaar? Leerdocument week 3 maken.

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions