H8.1 Geluid maken

H8.1 Geluid maken
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
naskMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H8.1 Geluid maken

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
Inleiding
Geluidsbronnen
Je stem als geluidsbron
Andere geluidsbronnen
De stemvork
Onthoud
Begrippen

Slide 2 - Diapositive

Voorkennis
In de natuur hoor je allerlei geluiden. Bijvoorbeeld de donder die rommelt, de zee die ruist en vogels die fluiten. Ook mensen maken geluid. Ze praten, zingen, schreeuwen en gebruiken dingen die geluid maken, zoals auto’s en telefoons.



Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
8.1.1 Je kunt voorbeelden geven van geluidsbronnen.
8.1.2 Je kunt uitleggen hoe je met je stembanden geluid maakt.
8.1.3 Je kunt uitleggen hoe geluidsbronnen geluid maken.
8.1.4 Je kunt uitleggen waarvoor je een stemvork gebruikt.
8.1.5 Je kunt uitleggen wat een klankkast is.

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
8.1.1 Je kunt voorbeelden geven van geluidsbronnen.

Slide 5 - Diapositive

Geluidsbron
Geluid hoor je bijna overal. Geluid kan hard of zacht zijn. Je kunt het mooi of vervelend vinden. Alles wat geluid maakt, noem je een geluidsbron.
Veel geluidsbronnen zijn door mensen gemaakt. Denk maar aan muziekinstrumenten, machines en luidsprekers (afbeelding 1).
Andere geluidsbronnen hoor je in de natuur (afbeelding 1).

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
8.1.2 Je kunt uitleggen hoe je met je stembanden geluid maakt.

Slide 7 - Diapositive

Je stem als geluidsbron
Met je mond kun je geluid maken. Zeg je de letter ssss, dan blaas je lucht langs je tong. Zeg je de letter ffff, dan blaas je lucht langs je lippen. Voor andere geluiden heb je je stembanden nodig. Je stembanden zitten achter in je keel (afbeelding 3). Met je stembanden kun je klanken maken. Bijvoorbeeld ‘aaaa’, ‘eeee’ en ‘oooo’.

Slide 8 - Diapositive

Verschillende geluiden
De stembanden gaan heel snel open en dicht als je geluid maakt. Dit kun je voelen, als je je hand tegen je keel houdt terwijl je “rrrr” zegt. Je voelt dan dat er in je keel iets trilt. Het zijn je stembanden die trillen. Je stembanden gaan trillen doordat je lucht langs je stembanden uitademt. Door hierbij je mond en je tong te bewegen, kun je verschillende geluiden maken.

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
8.1.3 Je kunt uitleggen hoe geluidsbronnen geluid maken.

Slide 10 - Diapositive

Andere geluidsbronnen
Verschillende muziek-instrumenten maken trillingen op verschillende manieren. Als je gitaar speelt, trillen de snaren. Als je op een trommel slaat, trilt het trommelvel. Sommige muziek-instrumenten hebben een klankkast. Een klankkast versterkt het geluid (zie afbeelding 2).

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen
8.1.4 Je kunt uitleggen waarvoor je een stemvork gebruikt.
8.1.5 Je kunt uitleggen wat een klankkast is.

Slide 12 - Diapositive

De stemvork
Bij muzieklessen gebruikt de leraar soms een stemvork (afbeelding 9). Een stemvork geeft altijd dezelfde toon. Daardoor kan de leraar de goede begintoon aangeven. Een pianostemmer gebruikt ook een stemvork. Die heeft hij nodig om een piano te stemmen.
Soms staat een stemvork op een klankkast.
Door een klankkast wordt het geluid harder.

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
  • Wat: Lees H8.1 op blz. 184 t/m 191 en maak opgaven 1 t/m 19 blz. 184 t/m 192
  • Hoe: 15 min zelfstandig werken in je boek, daarna opgaven digitaal nakijken.
  • Hulp: Nova boek / Docent
  • Tijd: Tot 15 min .
  • Uitkomst: opgaven: 1 t/m 24 blz. 184 t/m 192 moet af.
  • Klaar: Huiswerk opgaven 1 t/m 24 blz. 184 t/m 192.   
timer
15:00

Slide 14 - Diapositive

Waar komt geluid vandaan?
A
alleen van een muziek-instrument
B
alleen van een stem
C
alleen van een luidspreker
D
alleen van een geluidsbron

Slide 15 - Quiz

Waardoor ontstaat geluid?
A
alleen door trillingen
B
alleen door je stembanden
C
alleen door luidsprekers
D
alleen door het trommelvlies in je oor

Slide 16 - Quiz

Onthouden!  
Alles wat geluid maakt, is een geluidsbron.
Geluid ontstaat door trillingen van een geluidsbron.
Je stembanden zitten achter in je keel.
Door je stembanden te laten trillen maakt je stem geluid.
Een stemvork geeft altijd dezelfde toon.
Een klankkast maakt het geluid harder.
Een klankkast is een holle ruimte met een of meer gaten.



Slide 17 - Diapositive