H4 berekeningen

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

 

                                        Nask H4 Berekeningen

Sleep het woord naar de juiste afbeelding.

schakelaar

batterij

lampje

stroomdraad

Spanning is een grootheid. Wat is het symbool voor spanning?

1. U
2. V
3. u
4. A

Sleep de teksten die bij een spanningsbron horen naar het woord.

Spanningsbron

batterij

levert elektriciteit

heeft alleen een minpool

heeft een noord en zuidpool

stopcontact

dynamo

zorgt dat er stroom kan lopen

op de polen van de batterij staat stroom

op de polen van de batterij staat spanning

Wat doet een dynamo?

Wat zijn allemaal geleiders?

1. plastic, rubber, glas
2. plastic, glas, koper
3. koper, zilver, steen
4. koper, zilver, ijzer

Leg uit wat een isolator is en noem 3 isolatoren.

Sleep het apparaat naar de juiste beschrijving. Bij sommige beschrijvingen horen meer apparaten.

geeft geluid

geeft licht

geeft beweging

geeft warmte

fietslamp

mp3-speler

strijkijzer

kolomboor

waterkoker

kerstverlichting

Bij een fietsdynamo loopt er maar één draadje van de dynamo naar de lamp.
Hoe kan de lamp toch branden?

1. Bij een fietslamp is geen stroomkring nodig
2. De stroom loopt terug door het frame van de fiets

Wat is de normale spanning uit het stopcontact in Nederland?

1. 115 Volt
2. 220 Volt
3. 230 Volt
4. 350 Volt

3) Welk(e) schakelschema(’s) bevat(ten) twee lampjes die parallel geschakeld zijn met de spanningsbron?

1. Schema 2
2. Schema 3
3. Schema's 1 en 2
4. Schema's 1, 2 en 4

Stroom wordt gemeten met..

1. spanningsmeter
2. amperemeter
3. weerstandmeter

Spanning wordt gemeten met een ............

1. amperemeter
2. voltmeter
3. stroommeter

Sleep de afbeelding naar de juiste tekst.

voltmeter

amperemeter

schakelaar

lamp

batterij

stroomdraad

Koppel de tekening aan een van de twee soorten schakelingen.

Serieschakeling

Parallelschakeling

Een gloeilamp is aangesloten op een spanning van 230 V. Door de lamp loopt een stroomsterkte van 0,5 A. Hoeveel is het vermogen?

1. 1150 W
2. 11,5 W
3. 4600 W
4. 21,7 W

Een strijkijzer heeft een vermogen van 800 W. Bereken de stroomsterkte van de strijkijzer.

1. 3,48 A
2. 4 A
3. 230 A
4. 3,9 mA

In Sinita's smartphone zit een lithium-ion-accu die een spanning levert van 3,5 V. Als Sinita belt, levert de accu een vermogen van 2,5 W. Bereken de stroomsterkte.

1. 8,8 A
2. 0,71 A
3. 1,4 A

Wat is het vermogen van een boormachine met een spanning van 230V en een stroomsterkte van 3,9A?

Vera maakt een schakeling. Ze meet een stroomsterkte 220mA en de spanning 9,0V. Hoe groot is het vermogen

1. 1980 W
2. 24,4 W
3. 1,98 W
4. 1980000 W

Een oplader geeft een spanning van 5 V en een stroomsterkte van 0,7 A. Wat is het vermogen van de adaptor?

Een gloeilamp heeft een vermogen van 60 W. Door de lamp loopt een stroomsterkte van 5 A. Op welke spanning is de lamp aangesloten?

1. 300 V
2. 12 V
3. 0,08 V

Wat weet je van stroom in een parallel schakeling?

1. Het is overal hetzelfde
2. Stroom in vertakking is minder dan in hoofdtak
3. Er zit geen regel aan

Een strijkijzer werkt op een netspanning van 230 volt. Het typeplaatje van het strijkijzer staat hiernaast. Hoe groot is de stroomsterkte door het strijkijzer?

1. 60 Hz
2. 800 W
3. 3,5 A
4. 0,3 A

Serie schakeling: 1 lange stroomkring.
Parallel schakeling: verschillende stroomkringen

6V

V?       V?       V?

6V             

V?        V?       V?

0,6A

A?                                    A?

0,6A

A?                A?        A?        A?

omrekenen van ampere.
1 mA = ......... A

1. 10 A
2. 1000 A
3. 0,1 A
4. 0,001 A

omrekenen van ampere.
1 A = ......... mA

1. 10 mA
2. 100 mA
3. 1000 mA
4. 0,1 mA

Omrekenen van ampere
10mA= ............A

1. 1A
2. 100A
3. 0,010A
4. 0,10A

Omrekenen van ampere
7,289A.................mA

1. 728900mA
2. 7289 mA
3. 0,7289mA
4. 72,89mA

Maak een serieschakeling met daarin een batterij, twee lampjes en een schakelaar

Maak een parallelschakeling met drie lampjes, een batterij en een voltmeter over het eerste lampje.

0,03 A = ... mA

1. 3
2. 30 000
3. 0,000 03
4. 30

0,65 A = 0,00065 mA

1. waar
2. niet waar

Op een fietslampje staat 6,0V en 0,45 A
Op welke spanning moet je het lampje aansluiten

1. 0,45 V
2. 0,45 A
3. 6 V
4. 6 A

Wanneer is de Stroomsterkte constant?
Bij Serie of Parallel?

1. Een serieschakeling
2. Een parallelschakeling

                          EINDE