V4 Nederlands Literatuur Les 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Programma

1.  Leerdoel
2. Instructie/oefeningen
3. Evaluatie

Leerdoel

Je leert wat poëtisch taalgebruik is en wat de functies van poëzie zijn.

Wanneer kom jij in aanraking met poëzie?

Poëtisch taalgebruik

- inhoud krijgt meer lading

- vorm meer nadruk

Waarom niet zeggen wat je bedoelt?

Functies van poëzie (poëtica's)

Er worden vier functies (poëtica's) onderscheiden:

- mimetisch = de werkelijkheid wordt nagebootst

- pragmatisch = je kunt ervan leren

- expressief = de gedachtes en gevoelens van de dichter staan centraal

- autonoom = het gedicht staat volledig op zichzelf

Wat is de functie van het gedicht 'De zon komt op'?

1. mimetisch
2. pragmatisch
3. expressief
4. autonoom

Wat is de functie van het gedicht 'Oote' van Jan Hanlo?

1. mimetisch
2. pragmatisch
3. expressief
4. autonoom

Wat is de functie van het gedicht van Bert Schierbeek?

1. mimetisch
2. pragmatisch
3. expressief
4. autonoom

Wat is de functie van het gedicht van 'Bang' van Theo Olthuis?

1. mimetisch
2. pragmatisch
3. expressief
4. autonoom

Aan welke eisen moeten gedichten volgens jou voldoen, aan welke eisen songteksten en welke poëtica past het best bij jou en waarom?

Opdrachten

Deze les geen huiswerk. Je kunt werken aan het betoog als je dat wil inleveren, of je hw maken/nakijken. Antwoorden staan in magister. 

Vanaf na de vakantie een andere aanpak.

Vraag 10

Vraag 10 kun je inleveren via de elo. Een opdracht daarvoor staat klaar.

Evaluatie

Weet je nu wat poëtisch taalgebruik is?

En ken je nu ook de vier poëtica's?