Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Uitwerking practicum
Slide 1 - Diapositive
zowel thuis als hier in de klas
Slide 2 - Diapositive
Spoorboekje:
Welkom
Inleiding
gegevens verwerken
maken opdrachten
beantwoorden vragen van leerlingen
controleren
afsluiten
Slide 3 - Diapositive
Inleiding:
We hebben de theorie behandeld over beweging en snelheid.
We hebben als proefje de tijden opgenomen van 5 bewegingen over meerdere afstanden.
Deze tijden hebben we in een tabel gezet.
Slide 4 - Diapositive
Inleiding:
In het document stond ook een (leeg) X-Y as getekend op grafiekpapier.
Met deze grafiek moest je ook diverse vragen beantwoorden.
Hoe bereken je de snelheid ook alweer uit en hoe reken je deze ook alweer om.......
Slide 5 - Diapositive
Lesdoel:
- je leert je eigen gegevens om te zetten naar een grafiek.
- je leert je eigengemaakte grafiek te gebruiken om gegevens
te onderzoeken.
- je leert om met je eigen gegevens te rekenen met formules.
Slide 6 - Diapositive
Meetgegevens van U1AHA gr 1
Slide 7 - Diapositive
Van tabel naar grafiek
We moeten van de gegevens uit de tabel een plaats-tijd diagram maken.
Dus plaats op de
Y-as en tijd op de X-as.
Dit noemen wij een
X-T diagram.
Slide 8 - Diapositive
Stap 1
Slide 9 - Diapositive
Stap 1:
1. bepaal wat op de X-as komt. (tijd in seconden. max 45 sec.)
2. bepaal wat op de Y-as komt. (plaats in meters. max. 100 m.)
3. Wat schrijf ik naast de assen?
Slide 10 - Diapositive
Stap 2
Slide 11 - Diapositive
Stap 2:
Door de afstand in meters te zoeken kunnen we een stip zetten op het tijdstip waarop onze meting werd gedaan. Dus 10 meter op 4,53 sec., 20 meter op 12,64 sec., 30 meter op 15,76 seconde en zo verder. .......
Slide 12 - Diapositive
Stap 3
Pak een linieaal en werk vanuit de oorsprong (0,0).
Trek een lijn vanuit de oorsprong naar de laatste punten, probeer hier zoveel als mogelijk de stippen onder en boven de streep wat te verdelen.
Slide 13 - Diapositive
Stap 3
Slide 14 - Diapositive
Stap 4
Op deze manier (stap 1 t/m stap 3) maak je en grafiek van je eigen gegevens. Dit herhalen we ook voor het printen, rustig fietsen, snel fietsen en fietsen met iemand achterop.
Denk erom dat iedere grafiek een eigen lijnkleur krijgt.
Slide 15 - Diapositive
Stap 4
Slide 16 - Diapositive
Vergelijk jouw plaats tijddiagram met de plaatstijd diagram in paragraaf 3.
Slide 17 - Diapositive
Bij welke bewegingen is de beweging min of meer eenparig? Waar aan zie je dat?
Slide 18 - Diapositive
Eenparige beweging
Als je goed kijkt zie je dat bij iedere beweging de meeste stippen mooi verdeeld zitten over de lijn.
Deze lijnen laten zien dat eigenlijk alle bewegingen mooi constant zijn, dus eenparig.
Dit zie je doordat de lijnen mooi recht zijn.
Slide 19 - Diapositive
Bij welke beweging kun je duidelijk zien dat de beweging in het begin versneld is, waar zie je dat?
Slide 20 - Diapositive
versnelde beweging
In onze grafieken is niet te herleiden ,met de gekozen schaal, welke beweging in het begin versneld is.
Immers de puntjes geven aan dat alles een rechte lijn is.
Ik ga er van uit dat de meting met 2 mensen op de fiets een versnelde beweging is omdat de fietser rustig op tempo moet komen door de extra massa.
Slide 21 - Diapositive
Bereken de gemiddelde snelheid per beweging
V = snelheid
Vgem = gemiddelde snelheid
S = afstand
t = tijd
Slide 22 - Diapositive
Berekening:
Beweging a:
s = 80 meter
t = 42,74 seconden
Vgem= 80 / 42,74 = 1,87 m/s
Vgem = 1,87 * 3,6 = 6,74 km/h
Slide 23 - Diapositive
Berekening:
Beweging b:
s = 80 meter
t = 13,72 seconden
Vgem= 80 / 13,72 = 5,83 m/s
Vgem = 5,83 * 3,6 = 20,99 km/h
Slide 24 - Diapositive
Berekening:
Beweging c:
s = 80 meter
t = 24,03 seconden
Vgem= 80 / 24,03 = 3,33 m/s
Vgem = 3,33 * 3,6 = 11,99 km/h
Slide 25 - Diapositive
Berekening:
Beweging d:
s = 80 meter
t = 13,87 seconden
Vgem= 80 / 13,87 = 5,77 m/s
Vgem = 5,77 * 3,6 = 20,76 km/h
Slide 26 - Diapositive
Welke beweging gaat het snelst?
Slide 27 - Diapositive
Vragen?
Slide 28 - Diapositive
Samenvattend
- je hebt je eigen gegevens gebruikt om deze om te zetten naar een grafiek.
- je hebt je eigengemaakte grafiek te gebruikt om gegevens
te onderzoeken.
- je hebt geleerd om met je eigen gegevens te rekenen met formules.