2.5 dieren bewegen

2.5 Dieren bewegen
Theorie
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare school

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

2.5 Dieren bewegen
Theorie

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

hoe bewegen dieren met een wervelkolom?
wervelkolom, kop en ribben

1. wervelkolom beweegt heen en weer (vissen, amfibie, reptielen)
2. wervelkolom beweegt op en neer (vogels en zoogdieren)

Slide 3 - Diapositive

Heen en weer

  • De wervelkolom beweegt heen en weer.

  • Vissen
  • Amfibieën
  • Reptielen

Slide 4 - Diapositive

Op en neer

  • De wervelkolom beweegt op en neer.

  • Vogels
  • Zoogdieren

Slide 5 - Diapositive

Waardoor gaan zoogdieren zo snel?
reptielen, vissen en amfibien kruipen met de buik op de grond.

zoogdieren lopen op hun poten:
1. topgangers (lange poten, lopen op de toppen van de tenen)
2. teengangers (hebben teenkootjes, lopen op de tenen)
3. zoolgangers (hele voet, kunnen daardoor op achterporen lopen)

Slide 6 - Diapositive

Hoe zoogdieren lopen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat verteld het skelet over de leefwijze
gewervelde dieren, zelfde bouwplan: 
schedel-wervelkolom-ribben

verschil in ledematen: aangepast aan leefwijze, zoals de handen van deze dieren

Slide 9 - Diapositive

hoe bewegen ongewervelde dieren
weekdieren: slak heeft een uitwendig skelet van kalk. loopt over slijmspoor.

wormen: segmenten van kringsperen en lengtespieren.

geleedpotigen: uitwendig skelet van chitine, dus gewrichten ook uitwen-dig.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo