KA35: Voortschrijdende democratisering

KA: Voortschrijdende democratisering
Na de grondwet van Thorbecke in 1848 wordt Nederland een parlementaire democratie. Echter is het censuskiesrecht, wat ervoor zorgt dat nog niet iedereen mag stemmen. De socialisten, feministen en confessionelen strijden voor hun rechten. Het democratiseringsproces wordt met de Pacificatie van 1917 voltooid.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

KA: Voortschrijdende democratisering
Na de grondwet van Thorbecke in 1848 wordt Nederland een parlementaire democratie. Echter is het censuskiesrecht, wat ervoor zorgt dat nog niet iedereen mag stemmen. De socialisten, feministen en confessionelen strijden voor hun rechten. Het democratiseringsproces wordt met de Pacificatie van 1917 voltooid.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom wordt Thorbecke gezien als de belangrijkste grondlegger van de grondwet van 1848?
A
Hij schreef de grondwet en zorgde ervoor dat Nederland een absolute monarchie bleef.
B
Hij stond aan het hoofd van de commissie die de grondwet herschreef en maakte Nederland een constitutionele monarchie.
C
Hij werd in 1848 minister-president en voerde direct democratische verkiezingen in.
D
Hij zorgde ervoor dat Nederland een republiek werd met een gekozen staatshoofd.

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekende de invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid in 1848?
A
De ministers waren verantwoordelijk voor hun beleid en moesten de koning volgen.
B
De ministers waren alleen verantwoording schuldig aan de koning.
C
De ministers waren voortaan verantwoordelijk voor het beleid en moesten zich verantwoorden aan het parlement.
D
De koning bleef eindverantwoordelijk, maar moest advies vragen aan zijn ministers.

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Je kent de betekenis van het begrip 'democratisering
Je kunt uitleggen dat de grondwet van Thorbecke een belangrijkste stap in het democratiseringsproces in Nederland was. 
Je kunt uitleggen welke groepen in Nederland gingen strijden voor de uitbreiding van het kiesrecht en welke motieven zij hiervoor hadden. 
Je kunt uitleggen wat de schoolstrijd is. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terminologie
  • Demos = volk, Cratia = heersen
  • Democratie is bestuursvorm waarin het volk het hoogste gezag heeft
  • -ing is altijd een 'proces'
  • Proces / overgang van situatie waar het volk géén gezag heeft naar situatie waarin het volk al het gezag heeft
LD: 61

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grondwet 1848
  • Grondwet 1848 door Thorbecke
  • Constitutionele monarchie, parlementaire democratie
  • Je mag past stemmen wanneer je belasting betaalt=censuskiesrecht
  • Dankzij grondwet is NL in de basis een democratie, maar is het democratiseringsproces nog niet voltooid
LD: 62

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in:
Voor 1848 maakte de                                    alle wetten, na 1848 deed het                                 dit.  
Na 1848 waren er verkiezingen waarbij rijke                                           het parlement kozen. 
Vanaf 1848 kon niet de koning, maar het parlement                                   ontslaan. 
Om de                                     jaar mocht  het
                             een nieuw parlement kiezen.


                               

ministers
mannen
vier
volk
koning
parlement

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor 1848
Na 1848

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

IN DE GRONDWET VÓÓR 1848
IN DE GRONDWET VANAF 1848
Vrijheid van godsdienst
Vrijheid van meningsuiting
Vrijheid van onderwijs
Vrijheid van drukpers
Vrijheid van vereniging en vergadering

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitbreiding kiesrecht
  • Motief van socialisten: verbeteren werk- en leefomstandigheden
  • Motief van confessionelen: Financiering bijzonder onderwijs.
  • Motief van feministen: Gelijke (politieke) rechten voor vrouwen, positie vrouw verbeteren
LD: 64

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8.3 Democratisering
A) Wilden uitbreiding van het algemeen kiesrecht. Vonden dat de overheid de levens- en werkomstandigheden van de arbeiders moest verbeteren.
B) Wilden subsidie voor ongesubsidieerde Scholen met de Bijbel. Antirevolutionair en tegen socialisme. Zagen godsdienstvrijheid als een bedreiging. 
C) Wilden zoveel mogelijk burgerlijke en economische vrijheid. De overheid moest zich terughoudend en neutraal opstellen.
D) Wilden subsidie voor bijzonder onderwijs en hun achtergestelde positie verbeteren. Tegen socialisme.
liberalen
socialisten
katholieken
protestanten

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Liberalen
Socialisten
Katholieken
Protestanten
Rijke Burgerij
Arbeiders
De Kleine Luyden
Katholieken
Census kiesrecht
Algemeen kiesrecht
Uitbreiding kiesrecht
Uitbreiding kiesrecht

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoolstrijd
  • Bij grondwet 1848 vrijheid van Godsdienst en Onderwijs
  • Enkel openbaar onderwijs betaalt door overheid
  • Confessionelen willen dat scholen 'met de Bijbel' ook betaald worden door de overheid
  • Schoolstrijd, pas beslist bij de Pacificatie van 1917 
LD: 65

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk standpunt hebben feministen, zoals Aletta Jacobs, als het gaat over de schoolstrijd (subsidie voor het bijzonder onderwijs, zoals bijv. het CCC).
Feministen zijn voor de schoolstrijd en bijzonder onderwijs, omdat het discriminerend is als alleen openbare scholen geld van de regering krijgen van de overheid.



Feministen zijn tegen de schoolstrijd en bijzonder onderwijs, omdat zij willen dat alle scholen toegankelijk zijn voor zowel jongens als meiden.

A
B

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk standpunt heeft de confessioneel Abraham Kuyper als het gaat over de schoolstrijd (subsidie voor het bijzonder onderwijs, zoals bijv. het CCC).
Abraham Kuyper is voor de schoolstrijd, omdat de Christelijke normen & waarden onherkenbaar zijn in openbaar/neutraal onderwijs. Christenen worden gediscrimineerd, doordat zij geen schoolgeld krijgen.



Abraham Kuyper is tegen de schoolstrijd, omdat kerk & staat wettelijk gescheiden zijn. Overheid mag zich niet bemoeien met religie(us onderwijs).

A
B

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk standpunt hebben de liberalen als het gaat over de schoolstrijd (subsidie voor het bijzonder onderwijs).
Liberalen zijn voor de schoolstrijd, want er is vrijheid van onderwijs. Je mag zelf kiezen naar welke school je gaat.

Liberalen zijn tegen de schoolstrijd, want het openbare neutrale onderwijs is prima. Kerk & staat zijn wettelijk gescheiden. Overheid mag zich niet bemoeien met religie(us onderwijs).


A
B

Slide 16 - Question de remorquage

De sociaal liberalen vinden de conservatief liberalen te veel het economische belang centraal te stellen. Sociaal liberalen vinden dat iedereen vrijheid moet hebben om zich te ontwikkelen, maar niet iedereen heeft de mogelijkheden om dat te doen. In dat soort gevallen moet de overheid zich actief bemoeien.
Welk standpunt hebben de socialisten als het gaat over de schoolstrijd (subsidie voor het bijzonder onderwijs).
Socialisten zijn voor de schoolstrijd, want er is vrijheid van onderwijs. Je mag zelf kiezen naar welke school je gaat.

Socialisten zijn tegen de schoolstrijd, omdat het openbare neutrale onderwijs prima is. Geloof houdt de mensen dom.

A
B

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Pacificatie van 1917
  • Socialisten en confessionelen gaan samenwerken!
  • Algemeen Kiesrecht voor mannen in 1917, voor vrouwen in 1919
  • Passief- en actief kiesrecht
  •  Einde schoolstrijd met financiering bijzonder (Bijbels) onderwijs
  • Democratisering 'afgerond'?
LD: 65

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdvak 5: Ontdekkers en Hervormers
- Europese overzeese expansie
- het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
- de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid
- de protestantse reformatie 
- de Nederlandse Opstand

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdvak 6: Tijd van Regenten en vorsten
- Absolutisme
- Gouden Eeuw van de Republiek (staatkundig, economisch en cultureel)
- Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
- de wetenschappelijke revolutie

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdvak 7: Tijd van Pruiken en Revoluties
- Verlichting (godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen)
- Ancién Regime en Verlicht Absolutisme
- Plantagekoloniën, trans-Atlantische slavenhandel en abolitionisme
- Democratische revoluties (VS, Frankrijk en NL)

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdvak 8: Tijd van Burgers en Stoommachines
- Industriële revolutie (en industriële samenleving)
- Modern Imperialisme
- Sociale Kwestie
- Emancipatiebewegingen
- Voortschrijdende democratisering
- De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions