Werkwoordstijden (par. 11)

Welkom!
Pak je leesboek.
Verder vandaag:
Kort herhalen toetsstof
Start paragraaf 11
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Pak je leesboek.
Verder vandaag:
Kort herhalen toetsstof
Start paragraaf 11

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
Welke werkwoordsvormen hebben we al gehad?

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
Welke werkwoordsvormen hebben we al gehad?
> PVTT, PVVT, VD, OD, BN

Slide 3 - Diapositive

Terugblik
Welke werkwoordsvormen hebben we al gehad?
> PVTT, PVVT, VD, OD, BN

Vul alle bovenstaande vormen eens in voor fietsen
Meneer Vogelzang ___ nooit

Slide 4 - Diapositive

Terugblik
> PVTT, PVVT, VD, OD, BN

Vul alle bovenstaande vormen eens in voor fietsen
Meneer Vogelzang ___ nooit

Fietst, fietste, gefietst, fietsend, fietsend(e)

Slide 5 - Diapositive

Terugblik
> PVTT, PVVT, VD, OD, BN

Vul alle bovenstaande vormen eens in voor niezen
Meneer Vogelzang ___ hard


Slide 6 - Diapositive

Terugblik
> PVTT, PVVT, VD, OD, BN

Vul alle bovenstaande vormen eens in voor niezen
Meneer Vogelzang ___ hard


Niest, niesde, geniesd, niezend, niezend(e)

Slide 7 - Diapositive

Paragraaf 11: werkwoordstijden
Werkwoordsvormen: 

Werkwoordstijden:
Welke ken je al?

Slide 8 - Diapositive

Paragraaf 11: werkwoordstijden
Werkwoordsvormen: 

Werkwoordstijden:
  • Onvoltooid TT (OTT)
  • Voltooid TT (VTT)
  • Onvoltooid VT (OVT)
  • Voltooid VT (VT)

Slide 9 - Diapositive

Paragraaf 11: werkwoordstijden
Stap 1: is het TT of VT?
Kijk hiervoor altijd naar de PV

De jongens zijn naar school gegaan.

De jongens waren gaan hardlopen.

Slide 10 - Diapositive

Paragraaf 11: werkwoordstijden
Stap 1: is het TT of VT?
Kijk hiervoor altijd naar de PV

Stap 2: is het voltooid of onvoltooid?
Staat er een VD in de zin? Dan voltooid. Staat er geen VD? Dan onvoltooid.

Slide 11 - Diapositive

Paragraaf 11: werkwoordstijden
Stap 2: is het voltooid of onvoltooid?
Staat er een VD in de zin? Dan voltooid. Staat er geen VD? Dan onvoltooid.

Ik ben naar huis gelopen.
Ik fietste naar school.
Wij hebben veel gelachen.

Slide 12 - Diapositive

Paragraaf 11: werkwoordstijden
Stap 1: is het TT of VT?
Kijk hiervoor altijd naar de PV

Stap 2: is het voltooid of onvoltooid?
Staat er een VD in de zin? Dan voltooid. Staat er geen VD? Dan onvoltooid.

Slide 13 - Diapositive

Paragraaf 11: werkwoordstijden
Test jezelf. Benoem de ww-tijden.

Ik was mijn huiswerk vergeten.
Is deze les al bijna afgelopen?
De jongens eten nooit andijvie. 
De docent gaf alle leerlingen een compliment.

Slide 14 - Diapositive

Paragraaf 11: werkwoordstijden
Test jezelf. Benoem de ww-tijden.

Ik was mijn huiswerk vergeten. VVT
Is deze les al bijna afgelopen? VTT
De jongens eten nooit andijvie. OTT 
De docent gaf alle leerlingen een compliment. OVT

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 3 op blz. 260 - 261.




Niet af = huiswerk

Slide 16 - Diapositive