Les 1 en 2

Welkom bij biologie 
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom bij biologie 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kennismaken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Schrijf je naam op

- Teken je hobby

- Teken een onderdeel uit de biologie wat je aanspreekt

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je nodig?
  • Boeken:
      Tekstboek A thema 1
  • Etui:
      Pennen, potlood, gum, schaar, 
  • Schrift:
     Voor aantekeningen 
  • (Eventueel) laptop: voor de online methode

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Online methode

Ga naar Magister -> leermiddelen -> biologie -> klikken online methode.

Klassencode invoeren

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning vandaag
- Quiz 
- Beginnen met basisstof 1 thema 1

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke zintuigcel zie je kleuren?
En waar liggen deze zintuigcellen?
A
Kegeltjes - In het hoornvlies
B
Kegeltjes - In het netvlies
C
Staafjes - In het hoornvlies
D
Staafjes - In het netvlies

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dierlijke cel

Plantaardige cel
Celwand
Celmembraan
Celmembraan
celkern
Vacuole
Celkern
Korrels

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de definitie van antagonisten?
A
Spieren die langer worden als ze samentrekken
B
Spieren die tegengesteld werken
C
Spieren die hetzelfde werken
D
Spieren die niet vastzitten met een pees

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we dit type been
A
platte beenderen
B
pijp beenderen
C
kalkzouten
D
lijmstof

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe noem je bot nummer 1 en 2?
A
1. Heupbeen 2. Staartbeen
B
1. Heupbeen 2.Dijbeen
C
1. Wervelkolom 2. Dijbeen
D
1. Dijbeen 2. Knieschijf

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

zonder lijmstof....
A
breken je botten sneller
B
buigen je botten beter
C
vallen je botten uit elkaar
D
heb je geen botten

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet bot nr 3?
A
Bovenarm
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Opperarmbot

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Tot welk organenstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het beenderstelsel.
B
Tot het bloedvatenstelsel.
C
Tot het verteringsstelsel.
D
Tot het zenuwstelsel.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk organenstelsel hoort dit orgaan?
A
Bloedvatenstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Beenderstelsel
D
Spierstelsel

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De zaadbeginsels ontwikkelen zicht tot
De andere zaadbeginsels in het vruchtbeginsel
Er groeit een
Vruchtbeginsel
Vrucht
Zaden
Eicellen
Verschrompelen

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
zuurstof
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is fotosynthese?
A
het maken van voedsel
B
het omzetten van water en koolstofdioxide
C
het omzetten van glucose en zuurstof
D
het omzetten van water + CO2 in glucose en O2

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 1 Basisstof 1
Stofwisseling = Stoffen worden omgezet in je lichaam.
.Stofwisseling is nodig om in leven te blijven.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese
Fotosynthese

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belang van Fotosynthese

  • Planten maken eten door fotosynthese
  • Dieren en mensen eten planten
  • Dieren en mensen eten dieren

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese




Bladgroenkorrels

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese
Water + Koolstofdioxide + Licht(energie) --> Glucose + Zuurstof

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afbraak
-Glucose wordt afgebroken om energie vrij te maken
-De afbraak gebeurd in de mitochondriën=
celorganel dat glucose afbreekt





Mitochondriën zijn celorganellen die voorkomen in zowel plantaardige als dierlijke cellen.
mitochondriën = energiefabriekjes

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
Thema 1
Basisstof 1
Kennis: 1, 2, 3, 4 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 2

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
- Herhaling vorige les
- Instructie vandaag
- Maken basisstof 1

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog
over stofwisseling?

Slide 29 - Carte mentale

Wat is stofwisseling?
Stoffen omzetten in andere stoffen
Stofwisseling
in lichaamscellen vinden stappen plaats waarbij de ene stof wordt omgezet in een andere stof

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De formule van fotosynthese
Wat de plant nodig heeft voor fotosynthese.
Komt vrij na de fotosynthese.
Koolstofdioxide
Water
Glucose
Licht
Zuurstof

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft een plant nodig voor fotosynthese?
Wat maakt een plant bij fotosynthese?

Slide 32 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van mitochondriën?
A
Hier wordt glucose afgebroken zodat zuurstof vrijkomt
B
Hier wordt glucose afgebroken zodat energie vrijkomt
C
Hier wordt zuurstof afgebroken zodat energie vrijkomt
D
Hier wordt energie afgebroken zodat glucose vrij komt

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 2 
Verbranding 

LEERDOELEN
- Je kunt het verband uitleggen tussen verbranding in cellen en lichamelijke activiteit.
- Je weet dat bij verbranding zuurstof wordt verbruikt en koolstofdioxide ontstaat.


Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbranding
Afbraak glucose = verbranding. 
Hiervoor is brandstof nodig.
 Cellen gebruiken glucose als brandstof. (In elke cel)


Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie
Glucose wordt afgebroken voor energie.

Alles in je lichaam heeft energie nodig. 
Voor bijvoorbeeld beweging/ lichaamstemperatuur.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuurstof
Ook is voor verbranding zuurstof nodig. 

Denk maar aan een brandende kaars.
 Proefje. 
De kaars gaat uit: Dat komt doordat de zuurstof opraakt.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbranding
Verbranding lichaam: Brandstof (glucose) en zuurstof. Bij verbranding ontstaan (afval)stoffen: water en koolstofdioxide.

Zuurstof is dus nodig om glucose om te zetten in koolstofdioxide en water(damp). Daarbij komt energie vrij:
glucose + zuurstof → water + koolstofdioxide + energie ( in de vorm van beweging en warmte)

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
Basisstof 1 en 2
Alle kenisvragen

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

indicator
een indicator is een stof die een andere stof aantoont.

de indicator helder kalkwater toont bij troebel worden koolstofdioxide aan. 

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions