Les 09 - Argumentatiestructuren

Argumentatiestructuren
Leesvaardigheid vwo 4
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Argumentatiestructuren
Leesvaardigheid vwo 4

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- wat we onder een argumentatiestructuur verstaan; 
- welke argumentatiestructuren we onderscheiden; 
- hoe we een argumentatie schematisch in kaart kunnen brengen. 

Slide 2 - Diapositive

Leesdossier
Lever uiterlijk maandag het leesdossier in. Dit bestaat uit: 
- Leesautobiografie 
- Werkbladen bij Het Gouden Ei
- Werkbladen bij Reinaert de Vos
- Werkbladen bij Warenar
- Recensie uit periode 2
- Werkbladen bij zelfstandig gelezen boek
Lever daarnaast 'Het Gouden Ei en Warenar in

Slide 3 - Diapositive

Welke argumentatieschema's?
Als je griep hebt, moet je daar eerst zelf wat aan proberen te doen voordat je de dokter raadpleegt. Zo voel ik me al een stuk beter als ik een paar paracetamols neem.

Leerlingen op het vwo moeten in vijf in plaats van zes jaar hun opleiding kunnen afmaken. Je kunt eerder aan een vervolgstudie beginnen en je zit je minder te vervelen.  Je raakt dan misschien wel wat contacten met leeftijdsgenoten kwijt,  maar ik vind de voordelen toch belangrijker.

Slide 4 - Diapositive

Welke argumentatieschema's?
Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, oorsuizingen en hoofdpijn.

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in De Bosch doorgaat (gevolg en standpunt). Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld (oorzaak en argument).

Slide 5 - Diapositive

Argumentatie
Een argumentatie bestaat uit een standpunt en alle argumenten die worden gebruikt om dit standpunt te ondersteunen.  Je kunt dit schematisch weergeven in een argumentatieschema. 

Als schrijver kun je vooraf een argumentatiestructuur maken om structuur in je tekst aan te brengen. Als lezer kun je het achteraf doen om inzicht te krijgen in de argumentatie. 

Slide 6 - Diapositive

Enkelvoudige argumentatie
Van een enkelvoudige argumentatiestructuur is sprake als het standpunt wordt ondersteund door één argument. 

Slide 7 - Diapositive

Onderschikkende argumentatie
Bij een onderschikkende argumentatie wordt het argument kracht bij gezet door een ondersteunend argument te gebruiken. 

Slide 8 - Diapositive

Onafhankelijke nevenschikkende argumentatiestructuur
Bij een onafhankelijk nevenschikkende argumentatiestructuur wordt het standpunt ondersteund met meerdere argumenten die elk op zichzelf staan. 

Slide 9 - Diapositive

Afhankelijke nevenschikkende argumentatiestructuur 
Bij een onafhankelijk nevenschikkende argumentatiestructuur wordt het standpunt ondersteund met meerdere argumenten die elkaar nodig hebben om aan kracht te winnen. 

Slide 10 - Diapositive

Argumentatiestructuren
In de vorige sheets zagen we redelijk simpele argumentatiestructuren. Ze kunnen ook wat ingewikkelder zijn. Zo kunnen neven- en onderschikkende argumentatie samengaan. Een voorbeeld hiervan is te vinden achter in de reader. 

Slide 11 - Diapositive

Opdracht
Maak een argumentatiestructuur bij de volgende redeneringen:

De meeste leerlingen van mijn klas willen nu eenmaal bowlen, dus ik ga me daar niet tegen verzetten. Het is bovendien goedkoper dan paintballen en karten en ook kunnen we bij de bowlingbaan vrij goedkoop eten.

We moeten haar aannemen voor die baan als boekenverkoopster. Ze heeft immers al ruime ervaring in die branche. Hiervoor werkte ze namelijk tien jaar in een Libris boekhandel. 

Slide 12 - Diapositive

Opdracht
Maak een argumentatiestructuur bij de volgende redenering:

De meeste leerlingen van mijn klas willen nu eenmaal bowlen, dus ik ga me daar niet tegen verzetten. Het is bovendien goedkoper dan paintballen en karten en ook kunnen we bij de bowlingbaan vrij goedkoop eten.


Slide 13 - Diapositive

Ik ga me niet verzetten tegen het bowlen

Slide 14 - Diapositive

Ik ga me niet verzetten tegen het bowlen
De meeste leerlingen van mijn klas willen bowlen

Slide 15 - Diapositive

Ik ga me niet verzetten tegen het bowlen
De meeste leerlingen van mijn klas willen bowlen.
Bowlen is goedkoper dan paintballen en karten.

Slide 16 - Diapositive

Ik ga me niet verzetten tegen het bowlen
De meeste leerlingen van mijn klas willen bowlen.
Bowlen is goedkoper dan paintballen en karten.
We kunnen bij de bowlingbaan vrij goedkoop eten

Slide 17 - Diapositive

Opdracht
Maak een argumentatieschema bij de volgende redenering: 

We moeten haar aannemen voor die baan als boekenverkoopster. Ze heeft immers al ruime ervaring in die branche. Hiervoor werkte ze namelijk tien jaar in een Libris boekhandel. 

Slide 18 - Diapositive

We moeten haar aannemen als boekenverkoopster
Ze heeft al ruime ervaring in die branche

Slide 19 - Diapositive

We moeten haar aannemen als boekenverkoopster
Ze heeft al ruime ervaring in die branche
Hiervoor werkte ze tien jaar in een Libris boekhandel

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag
Werk nu aan de opdracht bij de tekst 'Hardlopen' 
op de laatste pagina van de reader. 

Slide 21 - Diapositive