3 vmbo-b 5.2 Ecologie: Eten en gegeten worden


5.4 Voedselrelaties
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


5.4 Voedselrelaties

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhalen 3.3 Energierijke stoffen
  • Leerdoelen vandaag
  • Nieuwe theorie: 3.4 Voedselrelaties
  • Zelf aan de slag
  • Herhalen leerdoelen & afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Waar vindt verbranding plaats?
A
In de bladgroenkorrels
B
In de longen
C
In alle cellen
D
In de rode bloedcellen

Slide 3 - Quiz

Wie doen er aan verbranding?
A
Alleen planten
B
Alleen dieren
C
Planten en dieren
D
Alle organismen (levende wezens)

Slide 4 - Quiz

Bij verbranding...
A
verbruik je energie
B
krijg je energie
C
kost energie
D
komt energie vrij

Slide 5 - Quiz

Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof = energie + koolstofdioxide + water
B
Energie + koolstofdioxide + water = glucose + zuurstof
C
koolstofdioxide + glucose = zuurstof + water + energie
D
glucose + water = koolstofdioxide + energie + zuurstof

Slide 6 - Quiz

Bij fotosynthese ....
A
Nemen planten zuurstof op en geven CO2 af
B
Nemen planten koolstof op en geven zuurstof af
C
Nemen planten C02 op en geven zuurstof af
D
nemen planten koolstof op en geven CO2 af

Slide 7 - Quiz

Welke stoffen zijn energierijke stoffen?
A
glucose, eiwitten en vetten
B
eiwitten en mineralen
C
vitaminen en mineralen

Slide 8 - Quiz

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je organismen indelen in producenten, reducenten en consumenten
- kan je uitleggen wat een voedselketen is
- kan je dieren indelen in planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 9 - Diapositive

Inleiding
Planten, dieren, schimmels en bacteriën hebben elkaar nodig om te overleven.

Ze kunnen niet zonder elkaar!

Slide 10 - Diapositive

3.4 Voedselrelaties
Alle organismen kan je verdelen in 3 groepen:
- producenten
- consumenten
- reducenten

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

3.4 Voedselrelaties
Planten zijn producenten.
Door fotosynthese kunnen ze zelf glucose maken.
Uit glucose kunnen planten andere energierijke stoffen maken, zoals koolhydraten, eiwitten en vetten.

Planten maken deze energierijke stoffen voor zichzelf, maar ook voor dieren.

Slide 13 - Diapositive

5.2 Eten en gegeten worden
Dieren zijn consumenten.
Dieren kunnen zelf geen energierijke stoffen maken.
Zij moeten deze stoffen binnenkrijgen via hun voedsel.
Zij eten planten of andere dieren.

Dieren gebruiken de opgegeten energierijke stoffen voor verbranding en de opbouw van hun eigen lichaam.

Slide 14 - Diapositive

5.2 Eten en gegeten worden
Schimmels en bacteriën breken de resten van dode organismen af. Dit zijn energierijke stoffen uit planten en dieren.
Hierbij ontstaan energiearme stoffen: koolstofdioxide, water en mineralen.

Een ander woord voor afbreken is reduceren.
Bacteriën en schimmels zijn daarom reducenten.

Planten nemen de enrgiearme stoffen weer op.

Slide 15 - Diapositive

In een weideveld staan planten.
Bladluizen drinken de sappen uit de bladeren van de plant.

De bladluizen worden opgegeten door sluipwespen.

De wespendief eet het liefst sluipwespen.

Slide 16 - Diapositive

Links op de afbeelding zie je een voedselketen.

Een voedselketen is een reeks soorten, waarbij elke soort wordt gegeten door een andere soort

De pijlen betekenen wordt gegeten door.

Slide 17 - Diapositive

Elke soort in een voedselketen noem je een schakel.

De eerste schakel is altijd een plant, omdat planten hun eigen voedsel produceren.

De volgende schakels zijn altijd dieren.

In een voedselketen komen geen schimmels en bacteriën voor.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Probeer een voedselketen te maken met de volgende organismen: Rups - Koolmees - Havik - Slaplant

Slide 20 - Question ouverte

5.2 Eten en gegeten worden
Planteneters zijn dieren die alleen maar planten eten. In een voedselketen zijn ze altijd de tweede schakel.

Vleeseters zijn dieren die andere dieren eten en vormen de derde schakel of hoger.

Alleseters zijn dieren die planten en dieren eten. Alleseters kunnen de tweede schakel zijn of hoger.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

VRAGEN??

Slide 23 - Diapositive

zelf aan de slag
5.2 Eten en gegeten worden: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1 t/m 7 maken
(vanaf blz. 101)

Slide 24 - Diapositive

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je organismen indelen in producenten, reducenten en consumenten
- kan je uitleggen wat een voedselketen is
- kan je dieren indelen in planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 25 - Diapositive