T3 Ordening. BS 1 organismen ordenen.

timer
4:00
Leerdoel: 
  • Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
  • Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

 


Telefoon op stil in je tas. 
Rustig binnen komen
Op je plaats gaan zitten
Tas op de grond jas in de kluis 
Spullen open voor 
Welkom, kom rustig binnen, start je laptop vast op 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

timer
4:00
Leerdoel: 
  • Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
  • Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

 


Telefoon op stil in je tas. 
Rustig binnen komen
Op je plaats gaan zitten
Tas op de grond jas in de kluis 
Spullen open voor 
Welkom, kom rustig binnen, start je laptop vast op 

Slide 1 - Diapositive

Ordenen
Opdracht: 
Orden de inhoud van je etui 

Slide 2 - Diapositive

Op welke manier kun je de boeken in een boekenkast
sorteren?

Slide 3 - Question ouverte

Kenmerken
Kijk goed naar de dieren. 
bedenk voor ieder dier een eigenschap waar je alleen dat dier aan kunt herkennen. 

Slide 4 - Diapositive

Ordenen

Een ander woord voor ordenen is sorteren. 

Je kijkt naar eigenschappen die overeenkomen. 

Slide 5 - Diapositive

Groepen maken
Biologen delen organismen in groepen in. Dat doen ze om overzicht te krijgen. 

Ze kijken naar de kenmerken van organismen.


Slide 6 - Diapositive

Organismen ordenen

Een organisme is iets wat leeft. 

Als je organismen gaat ordenen kijk je eerst naar de cellen. 

Slide 7 - Diapositive

Aantekeningen: 

Slide 8 - Diapositive

Wanneer zelfde soort?

Organismen zijn van dezelfde soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen

Slide 9 - Diapositive

Soorten en rassen
Dieren en planten behoren tot 
dezelfde soort als ze samen voor
 nakomelingen kunnen zorgen. 

Slide 10 - Diapositive

Groep dieren
De groep dieren kun je verder indelen in kleinere groepen. De kleinste groep heet een soort.


Slide 11 - Diapositive

Afspraak
Dieren horen tot dezelfde soort wanneer ze zich samen kunnen voortplanten en hun jongen zich ook weer kunnen voortplanten.


Slide 12 - Diapositive

Waar letten we op bij het indelen van organismen in 4 groepen
A
Uiterlijk
B
Kenmerken van de cel
C
Kunnen ze samen voortplanten
D
Hoe groot ze zijn

Slide 13 - Quiz

Welke celkenmerken heeft het rijk van de dieren?
A
Celwand, celkern
B
Bladgroenkorrels, celkern
C
Celkern
D
Celwand, celkern, bladgroenkorrels

Slide 14 - Quiz

Organismen horen tot dezelfde soort wanneer..
A
.. ze veel op elkaar lijken
B
..ze samen kunnen voortplanten
C
..ze samen kunnen voortplanten en de jongen ook weer kunnen voorplanten
D
..ze bij elkaar in de buurt leven

Slide 15 - Quiz

Dit is een muildier. Zijn vader is een ezel, zijn moeder is een paard. Dit muildier kan zich niet voorplanten, hij is onvruchtbaar.

Behoren een ezel en een paard tot dezelfde soort?
A
Ja, want een muildier is onvruchtbaar
B
Nee, want een muildier is onvruchtbaar
C
Ja, want een ezel en paard lijken veel op elkaar
D
Nee, want een ezel en paard lijken veel op elkaar

Slide 16 - Quiz

verwerking

Maak de digitale opdrachten van basisstof 3.1

Slide 17 - Diapositive