Ik kan mijn familie omschrijven.
Ik kan vertellen hoe oud mijn familieleden zijn.
Ik kan een medeleerling omschrijven.
Ik kan een presentatie in het Duits houden van 1-3 minuten.
Ik kan een persoon, woonplaats, school, hobby, familie omschrijven.
Ik kan de woordenschat van blz. 57-59 goed gebruiken.
Ik kan de getallen uitspreken.
Ik kan duidelijk, verstaanbaar Duits spreken.