Mijn moeder … (skypen) tegenwoordig graag met mijn broer als hij online … (verschijnen).
De leerling … (antwoorden) eergisteren dat hij spijt … (hebben) van de pesterijen.
Vorig weekend … (brunchen) we bij Van der Valk, omdat mijn opa en oma vijftig jaar zijn … (trouwen).
Nick … (barbecueën) snel in het voorjaar, ook als het nog maar zestien graden … (lijken) buiten.
De … (breken) arm van Jet … (herstellen) gelukkig al vlug.