S15 - Communicatie: het belang van lichaamstaal

1 / 18
suivant
Slide 1: Vidéo
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

S15 - Communicatie: het belang van lichaamstaal

Slide 2 - Diapositive

Doelen
  1.  Je kent de volgende begrippen: verbale en non-verbale communicatie, lichaamstaal.
  2. Je kunt de betekenis van die begrippen uitleggen.
  3. Je kunt de begrippen toepassen in oefeningen.
  4. Je kunt lichaamstaal van anderen beoordelen.
  5. Je kunt lichaamstaal gebruiken.

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je over lichaamstaal?


Theorie over lichaamstaal
Hoe herken je het?
Wat is het effect van lichaamstaal?

Oefenen met het gebruiken van lichaamstaal
Je kunt lichaamstaal herkennen en benoemen.
Je kunt de begrippen uitleggen en toepassen.

Je kunt lichaamstaal van anderen beoordelen.
Je kunt lichaamstaal effectief inzetten.




Slide 4 - Diapositive

Waar moet iemand concreet op letten als je zegt:
"Let bij de presentatie op lichaamstaal."?

Slide 5 - Carte mentale

Met je ogen maak je contact met publiek
Je gezichtsuitdrukking is positief en enthousiast
Je gebruikt je handen om met gebaren je verhaal te versterken
Je maakt met beweging gebruik van de ruimte

Slide 6 - Diapositive

Wat gebruiken we het meest?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 7 - Quiz

Op welke manier communiceren wij het meest op non-verbaal vlak?
A
stemgebruik
B
lichaamstaal

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Wat weet je al over lichaamstaal?
Ga naar 1.17.1 Even opfrissen. Maak de twee voorkennisoefeningen.

Slide 10 - Diapositive

Theorie en oefeningen over lichaamstaal

Hoe herken je het?
Wat is het effect van lichaamstaal?

Ga naar 1.17.2 Het belang van lichaamstaal. 
1. Bestudeer de theorie.
2. Maak oefening 1 + 2 + 4.

Slide 11 - Diapositive

Je krijgt een kaartje met een bepaalde houding, emotie of uitstraling.  De andere leerling is een levend standbeeld dat door jou geboetseerd moet worden. Geef aanwijzingen over houding, handen, gezicht, mond, ogen ...

Voor de beeldhouwer:
Wees concreet, maar benoem niet wat op het kaartje staat. 
Voor het standbeeld:
Neem de aanwijzingen heel letterlijk.

Slide 12 - Diapositive

Opdracht: mimische collage in duo's
  • Maak een mimische collage met 20 verschillende gezichtsuitdrukkingen.
  • Doe dit in duo's, maar zorg ervoor dat er evenveel afbeeldingen van elke leerling aanwezig zijn in je collage (2x 10).
  • De meeste voorbeelden van mimiek moeten een emotie oproepen. Emoties en uitdrukkingen zoals verveeld, kwaad, opgewekt, tevreden, verbaasd, angstig, droevig, blij, geschrokken, verliefd, onwetend, bedenkelijk, vies, verward, speels/verleidend ...
  • Plaats je mimische collage in de uploadzone bij S15 onder 00 - Training.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Waarheid of leugen?
Stap 1
Bedenk 2 korte verhalen over jezelf: 1 is waarheid, het andere verhaal is een leugen.

Stap 2
Uitwisselen. Maak gebruik van lichaamstaal om je verhaal te versterken. Lukt het om de waarheid te achterhalen of juist te verhullen?

Slide 17 - Diapositive

Waarheid of leugen?

Slide 18 - Diapositive