MD Magnetische velden - Les4 - Coëfficiënt van zelfinductie

Magnetische velden
ELE1C Hoofdstuk 2
Coëfficiënt van zelfinductie
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
ElectronicaMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Magnetische velden
ELE1C Hoofdstuk 2
Coëfficiënt van zelfinductie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen voor deze les
  1. Je kunt in eigen woorden uitleggen wat de coëfficiënt van zelfinductie is en welke eenheid hierbij hoort
  2. Je kunt met de gegevens van de spoel de coëfficiënt van zelfinductie berekenen.

Slide 2 - Diapositive

Het gedrag van een spoel
Om er achter te komen wat de coëfficiënt van zelfinductie is, moeten we eerst gaan kijken naar het gedrag van een spoel.

In dit schema gaan we de stroom door de weerstand en de spoel meten. Zodra de voeding ingeschakeld wordt start de meting.

Slide 3 - Diapositive

De spoel
Wat zie je hier gebeuren?

Slide 4 - Diapositive

Actie <-> Reactie
We hebben in les 2 gezien dat wanneer er stroom loopt door een spoel, er in de spoel een magnetisch veld wordt opgewekt. Het magnetisch veld is een vorm van een accu(-mulator )(opslagmedium). Het magnetische veld is in feite
een veld vol elektromagnetische energie.

Slide 5 - Diapositive

Actie <-> Reactie
In de natuurkunde geldt actie=reactie. De natuur zal proberen de huidige toestand te handhaven. Denk maar eens het versnellen en vertragen van een auto. Wanneer deze versneld wordt in je stoel gedrukt (reactie). Er treden allerlei
krachten op als reactie van de energie-
verandering. Hoe sneller en groter de actie
des te groter wordt de reactie.

Slide 6 - Diapositive

Actie <-> Reactie
Bij een spoel is dit evenzo het geval. Een spoel waar geen stroom door loopt is een lege accu en heeft geen energie. Wanneer er een spanning op de spoel gezet wordt veranderd dit. Door de aanwezige spanning wil er een stroom
gaan lopen. En zoals eerder verteld, stroom door de
spoel betekend een magnetisch veld en dus elektro
magnetische energie.

Slide 7 - Diapositive

Actie <-> Reactie
Een veranderend magnetisch veld in de spoel betekend ALTIJD een reactie van de spoel. De reactie is altijd zo dat hij de veldverandering tegen werkt. (Wet van Lenz)

Slide 8 - Diapositive

Coëfficiënt van zelfinductie
De reactie heeft altijd dezelfde vorm. Echter de kracht en energie waarmee een spoel dat kan doen, hangt af van de eigenschappen van de spoel.
Dit hangt af van de lengte van de kern, het 
aantal wikkelingen, soort kernmateriaal
en de doorsnede van de kern. Samen vormen
ze de spoelconstante

Slide 9 - Diapositive

Coëfficiënt van zelfinductie
De spoelconstante wordt ook wel de coëfficiënt van zelfinductie genoemd. De grootheid die erbij hoort is L en de eenheid is Henry [H].
Hoe groter de coëfficiënt van zelfinductie is,
hoe sterker de reactie is die de spoel geeft
op veldveranderingen.

Slide 10 - Diapositive

Coëfficiënt van zelfinductie
Opdracht:
  1. Schrijf voor jezelf in eigen woorden op wat jij verstaat onder de coëfficiënt van zelfinductie. (2 min)
  2. Vorm met je buurman (of vrouw) een groepje van 2 en vergelijk je omschrijving met elkaar. (2 min)
  3. Bespreken in de klas. (het rad)


Slide 11 - Diapositive

Coëfficiënt van zelfinductie
We kunnen de coëfficiënt van zelfinductie berekenen met de volgende formule:

L=lgemiddeldμN2Akern

Slide 12 - Diapositive

Coëfficiënt van zelfinductie
Een spoel met 600 windingen is op een zachtstalen kern met een doorsnede van 4 cm2 gewikkeld. De gemiddelde lengte van de kern is 20 cm en de permeabiliteit van het zachtstaal is                  H/m. Hoe groot is de 
zelfinductie-coëfficiënt van deze spoel?
3103

Slide 13 - Diapositive

Coëfficiënt van zelfinductie
Een spoel met 600 windingen is op een zachtstalen kern met een doorsnede van 4 cm2 gewikkeld. De gemiddelde lengte van de kern is 20 cm en de permeabiliteit van het zachtstaal is                  H/m. Hoe groot is de 
zelfinductie-coëfficiënt van deze spoel?
3103
μ=3103
[H/m]
4104
A=4cm² =               m² 
l=20cm=0,2m    N=600
L=lgemiddeldμN2Akern=0.2310360024104=2,16
H

Slide 14 - Diapositive

Opgaven
Lezen 2.5

Maken extra opgaven

Je kunt jezelf nakijken. Uitwerkingen staan op Teams

Slide 15 - Diapositive

Leerdoelen voor deze les
  1. Je kunt in eigen woorden uitleggen wat de coëfficiënt van zelfinductie is en welke eenheid hierbij hoort
  2. Je kunt met de gegevens van de spoel de coëfficiënt van zelfinductie berekenen.

Slide 16 - Diapositive

Evaluatie
Wat is er goed gegaan deze les?

Waar moet je nog aan werken?

Feedback voor de docent...

Slide 17 - Diapositive