Mengsels
1 / 25
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Bij welke mengsel zag je bestanddelen afzonderlijk?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Wat zijn heterogene mengsels?
A
Mengsel waarvan je de bestanddelen kan onderscheiden
B
Mengsels waarvan je de bestanddelen niet kan onderscheiden
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Wat zijn homogene mengsels?
A
Mengsel waarvan je de bestanddelen kan onderscheiden
B
Mengsels waarvan je de bestanddelen niet kan onderscheiden
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Is het brons een heterogeen of homogeen mengsel?
A
HE
B
HO
Slide 12 - Quiz
Wat is de aggregatietoestand van de bestanddelen van brons?
A
Vast - Vast
B
Vloeibaar - Vloeibaar
C
Vast - Gas
D
Vast - Vloeibaar
Slide 13 - Quiz
Geef een bestanddeel van lucht
Slide 14 - Carte mentale
Is lucht een homogeen of heterogeen mengsel?
A
Heterogeen
B
Homogeen
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Wat is de specifiek benaming van een mengsel van een vaste stof met een vloeistof?
A
Grof mengsel
B
Suspensie
C
Emulsie
D
Schuim
Slide 19 - Quiz
Wat is de specifieke benaming van een mengsel Vast + gas?
A
Grof mengsel
B
Emulsie
C
Rook
D
Nevel
Slide 20 - Quiz
Wat is nevel?
A
Vloeistof + gas
B
Gas + vloeistof
C
Vast + gas
D
Gas + gas
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
Hoe noemt men een homogeen mengsel van een vloeistof + een vast stof?
A
Oplossing
B
Legering
C
Gasmengsel
Slide 23 - Quiz
Wat is staal?
A
Een oplossing
B
Een grof mengsels
C
Een legering
