2.4 Leven voor en na de dood

De Oude Egyptenaren


2.4 Leven voor en na de dood
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De Oude Egyptenaren


2.4 Leven voor en na de dood

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg Egyptenaren
    + verwerking
  • Tijd om te werken? (dagboek/huiswerk)

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je de begrippen hiërarchie, elite. polytheïsme en rituelen

  • kun je de sociale kenmerken van de Egyptische samenleving beschrijven.

  • kun je uitleggen en verklaren hoe de Egyptenaren omgingen met de doden.

  • kun je beschrijven waardoor de macht van farao's afnam en wanneer en hoe er een einde kwam aan de staat Egypte die door de farao's geleid werd.

Slide 3 - Diapositive

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je van het geloof
van de oude Egyptenaren?

Slide 5 - Carte mentale

Elite
Hiërarchie
in Egypte
Mannen en vrouwen waren gelijk

Slide 6 - Diapositive

Natuurgodsdienst
  • De Egyptenaren waren erg afhankelijk van de natuur, denk maar aan de Nijl.

  • Ze zagen veel in de natuur gebeuren.

  • Goden moesten al deze onverklaarbare dingen veroorzaken.

  • Veel goden zagen eruit als dieren.

Slide 7 - Diapositive

Polytheïsme
  • Poly=veel

  • Verschillende gebieden hadden eigen goden. Toen het één rijk werd, werd de godsdienst ook meer een eenheid.

  • En de farao werd ook een god.

Slide 8 - Diapositive

Noteer van jullie Egyptische god het volgende:
1. Naam
2. Taak (waarvoor/waarvan was de god)
3. Uiterlijk kenmerk van de god
4. Bijzonderheid van de god

timer
7:00
  • Osiris
  • Isis
  • Horus
  • Anubis
  • Hapi
  • Sechmet
  • Bastet
  • Chepri
  • Sobek
  • Ra

Slide 9 - Question ouverte

Osiris
  • Oppergod (belangrijkste god)

  • Hij wordt gezien als eerste koning van Egypte

  • Afgebeeld als mummie, omdat hij door zijn jaloerse broer Seth in 14 stukken is gehakt

  • Isis heeft Osiris gemummificeerd om het lichaam weer heel te maken.

Slide 10 - Diapositive

Isis
  • Godin van de Vruchtbaarheid

  • Uit de tranen van Isis is de Nijl ontstaan

  • Isis wordt ook afgebeeld als havik of cobra

Slide 11 - Diapositive

Horus

  • God van de koningen
  • God van de zon

  • Zoon van Osiris en Isis

  • Afgebeeld als havik

Slide 12 - Diapositive

Anubis

  • God van het Dodenrijk

  • (Kop van een) jakhals

  • Jakhalzen werden vaak gezien in de buurt van graven

Slide 13 - Diapositive

Hapi

  • Godin/God van de Nijl

  • Ook van het leven en vruchtbaarheid

Slide 14 - Diapositive

Sechmet

  • Godin van de oorlog
  • Godin van de vernietiging
  • Godin van ziekte, maar ook van genezing

  • Afgebeeld als leeuwin

Slide 15 - Diapositive

Bastet

  • Godin van vreugde en plezier

  • Wordt afgebeeld als kat

Slide 16 - Diapositive

Chepri
  • God van de wedergeboorte

  • Laat elke dag de zon opkomen

  • Afgebeeld als scarabee (mestkever)

Slide 17 - Diapositive

Sobek
  • God van de Nijl

  • Uit zijn zweet is de Nijl ontstaan

  • Wordt afgebeeld als krokodil

Slide 18 - Diapositive

Ra
  • Zonnegod

  • Heeft een beetje dezelfde rol als Chepri

  • Afgebeeld als valk

  • Later samengevoegd met de god Amon tot Amon-Ra

Slide 19 - Diapositive





Leven na de dood

Slide 20 - Diapositive

Dodenrijk
  • Na de dood verder leven.

  • Ziel kwam overdag terug naar het lichaam (dus lichaam bewaren).

  • Ook spullen voor de weg naar en het leven in het hiernamaals.

  • Dodenboek als bescherming

Slide 21 - Diapositive

Mummificeren
  • Het lichaam moet goed blijven

  • Alles dat ervoor zorgt dat het lichaam kan gaan rotten moet eruit (organen en vocht)

  • Eerste mummies vermoedelijk per toeval onstaan door het begraven in de woestijn.

Slide 22 - Diapositive

Eerst worden de organen verwijderd. Deze worden in speciale vazen gedaan: canopen
Vervolgens wordt er een berg zout over het lichaam gelegd om al het vocht uit het lichaam te krijgen

Slide 23 - Diapositive

Het lichaam wordt na ongeveer 70-90 dagen schoongemaakt en gebalsemd met geurige olie
Alle lichaamsholten worden gevuld met doeken, stro, klei en kruiden

Slide 24 - Diapositive

Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat
Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.

Slide 25 - Diapositive



Begraven




Eerst in piramiden, maar dat kostte veel tijd om te maken.
En ze vielen nogal op. 
Gevolg: grafrovers plunderen de rijk gevulde graven.

Slide 26 - Diapositive

Vallei der Koningen



De latere koningen werden daarom in rotsgraven in het zuiden van Egypte begraven. Ook hier zijn veel graven, vaak al voor de begrafenis, geplunderd.

Veel, maar niet allemaal....

Slide 27 - Diapositive





Het graf van Toetanchamon

Slide 28 - Diapositive

Einde van Egypte
  • Priesters kregen meer aanzien.

  • Burgeroorlogen en aanvallen van buitenaf.
    Alexander de Grote

  • Cleopatra was de laatste farao. 
  • De Romeinen versloegen haar leger in 30 v. Chr. en lijfden Egypte in.

Slide 29 - Diapositive

Wat betekent het begrip polytheïsme?
A
Geloven in meerdere goden.
B
Geloven in de natuur.
C
Geloven in één god.
D
Geloven in een leven na de dood.

Slide 30 - Quiz

Wat is de juiste hiërargische volgorde?
A
Soldaten - priesters -schrijvers - boeren
B
Soldaten - boeren - priesters - schrijvers
C
Priesters - schrijvers - soldaten - boeren
D
Priesters - soldaten - schrijvers - boeren

Slide 31 - Quiz

Wat is geen oorzaak voor de afname van de macht van de farao's?
A
Egypte werd aangevallen door buitenlandse legers.
B
De Egyptenaren geloofden niet langer dat de farao een god was.
C
Priester kregen meer macht in Egypte.
D
Egyptische farao's en priesters voerden oorlog tegen elkaar (burgeroorlogen).

Slide 32 - Quiz


De rest van deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer bekijken.
een filmpje kijken over Toutanchamon
huiswerk opdrachten maken.
de leerstof nog even doorlezen in het leerboek.
verder werken aan mijn dagboek opdracht.
begrippen van hoofdstuk 2 leren.
meneer De Vries een vraag stellen over de stof/de dagboek opdracht.

Slide 33 - Sondage

Slide 34 - Vidéo