6.4 Leerprocessen

6.4: Beïnvloeden van gedrag
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

6.4: Beïnvloeden van gedrag

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • je kunt uitleggen dat gedrag zowel erfelijk bepaald is als door omgeving bepaald is
  • Je kunt uitleggen wat sleutelprikkels zijn en wat supranormale prikkels zijn
  • Je kunt de verschillende leerprocessen uitleggen en herkennen in een context

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel 1
je kunt uitleggen dat gedrag zowel erfelijk bepaald is als door omgeving bepaald is

Slide 3 - Diapositive

Wat veroorzaakt gedrag?
Gedrag kent verschillende vormen en functies.

We maken onderscheid tussen:
  • Aangeboren gedrag (erfelijke eigenschap)
  • Aangeleerd gedrag (ervaring)

Slide 4 - Diapositive

Leerdoel 2
Je kunt uitleggen wat sleutelprikkels zijn en wat supranormale prikkels zijn

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Leerdoel 3 en 4
3. Je kunt leerprocessen herkennen en beschrijven 
4. Je kunt de functie van leren uitleggen

Slide 7 - Diapositive

Leerprocessen
Een groot gedeelte van het gedrag van dieren en mensen is aangeleerd. 

Gedrag kunnen leren is belangrijk voor het om kunnen gaan met nieuwe / onverwachte situaties. 

Leren van gedrag gebeurd door terugkoppeling. Externe prikkels veroorzaken gedrag. Dit gedrag heeft een effect op het organisme. Het effect dient als terugkoppeling of het gedrag herhaald moet worden of juist niet. 

Slide 8 - Diapositive

Manieren van leren
In deze basisstof zullen we gaan kijken naar verschillende leerprocessen:
  • Inprenting
  • Gewenning
  • Conditionering
  • Imitatie
  • Inzicht

Slide 9 - Diapositive

Kenmerken van inprenting
Bij inprenting leren dieren alleen iets in een bepaalde korte periode van hun leven. (Gevoelige periode)

Voorbeelden van inprenting:
Herkennen van moeder 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Inprenting en gewenning
Inprenting
* iets wat alleen geleerd kan worden in een bepaalde, korte periode
* herkennen van ouders of soortgenoten

Gewenning
* afleren van reacties op bepaalde prikkels
* eenvoudige vorm van leren

Slide 12 - Diapositive

Kenmerken van gewenning
We spreken van gewenning als bij een herhaaldelijke prikkel de sterkte van de reactie langzaam afneemt en uiteindelijk zelfs volledig verdwijnt.


Slide 13 - Diapositive

Noem zelf een voorbeeld van gewenning.

Slide 14 - Question ouverte


A
inprenting
B
gewenning
C
conditionering
D
inzichtelijk leren

Slide 15 - Quiz

Wat is gewenning?
A
Leren dat je altijd moet reageren.
B
Leren dat reageren niet altijd nodig is.
C
Leren dat reactie noodzakelijk is.
D
Leren in korte gevoelige periode.

Slide 16 - Quiz

Conditioneren
Conditioneren is leren door straffen en beloning.

Conditioneren onder natuurlijke omstandigheden: 
proefondervindelijk leren (Trial and error)

Voorbeeld: 
Beer ziet een bijennest met honing en probeert de honing te eten. De beer wordt 10 keer gestoken door de wespen. De volgende keer dat de beer de bijennest ziet negeert hij het nest om te voorkomen opnieuw gestoken te worden.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Conditioneren
Conditioneren is leren door straffen en beloning.

Conditioneren door mensen:
Dressuur: het trainen van dieren om bepaalde taken uit te voeren op commando. 

Doet de dier het goed -> beloning (eten/aaiien) 

Doet de dier het fout -> straffen (geen eten / een tik / stem verheffen) 


Slide 19 - Diapositive

Geconditioneerde reflex
De russische gedragsonderzoek liet zien dat een natuurlijke prikkel (voedsel) kan worden vervangen door een kunstmatige prikkel (belgeluid)

Door een kunstmatige prikkel te koppelen aan een natuurlijke prikkel kan een dier de kunstmatige prikkel gaan interpreteren als de natuurlijke prikkel. 

In voorbeeld links: 
1. Zien/ruiken van eten zorgt voor speekselafscheiding in de hond. 
2. Horen van de stemvork heeft geen effect op de hond
3. Laat bij het geven van eten een stemvork horen
4. Na enige tijd zal de hond ook speeksel afscheiden bij het horen van de stemvork alleen. 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

SCHRIJF OP


geconditioneerde reflex 
natuurlijke prikkel wordt vervangen door kunstmatige prikkel bij het                   veroorzaken van natuurlijke respons
respons = geconditioneerde reflex
* geen keuze, gebeurt automatisch
* ook wel het Pavlov-effect (Pavlov-reactie)



Slide 22 - Diapositive

De skinnerbox
Bekijk de volgende video over Burrhus Skinner. Hij bracht in kaart hoe neurotransmitters heel belangrijk zijn voor het gevoel van beloning. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Hoe noem je de vorm van leren waardoor de honden van Pavlov gaan kwijlen als ze een bel horen? blz 97
A
geconditioneerde reflex
B
operante conditionering
C
proefondervindelijk leren
D
trial and error

Slide 25 - Quiz

SCHRIJF OP 
conditioneren (proefondervindelijk leren)
* ook wel trial and error leren genoemd
organisme leert door gevolg van zijn gedrag (ervaringen)
* dopamine (neurotransmitter) speelt hierbij een rol

Skinner-box
* frequentie van handeling neemt toe als daar een beloning op volgt 

beloning         belongingscentrum in hersenen          dopamine          geluksgevoel           vaker doen!

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Lorenz bestudeerde vogels en zag dat hun gedrag in verschillende stappen was te verdelen.

Hoe noemen we deze stappen? (blz 82/83)
A
gedragsstappen
B
gedragsketens
C
gedragselementen
D
gedragssystemen

Slide 28 - Quiz

Imitatie
Veel dieren leren bepaald gedrag door hun ouders/soortgenoten na te doen.

Gedrag leren door het nabootsen van anderen noemen we imitatie

Slide 29 - Diapositive

Inzicht
Sommige dieren zijn in staat om inzichtelijk te leren

Bij inzichtelijk leren worden ervaringen in het verleden gebruikt om een oplossing te vinden voor een nieuwe situatie

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Hoe heeft de kraai in de video dit gedrag geleerd?
A
door inprenting
B
door conditioneren
C
door imitatie
D
door inzichtelijk leren

Slide 32 - Quiz