Grammatica - blok 2 - les 2.5 + 2.6 splitsbare ww + ww met TE
1 / 38
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Hoeveel zinsdelen zijn er in deze zin?
Onze leraar Nederlands deelt straks de woordenboeken uit.
Onze leraar Nederlands deelt straks de woordenboeken uit.
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Diapositive
Wat is de PV?
De hond ligt in zijn mand te slapen.
De hond ligt in zijn mand te slapen.
Slide 23 - Question ouverte
Wat is het WWG?
De hond ligt in zijn mand te slapen.
De hond ligt in zijn mand te slapen.
Slide 24 - Question ouverte
Wat is het ond.?
De hond ligt in zijn mand te slapen.
De hond ligt in zijn mand te slapen.
Slide 25 - Question ouverte
Verdeel de zin in zinsdelen.
De hond ligt in zijn mand te slapen.
De hond ligt in zijn mand te slapen.
Slide 26 - Question ouverte
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin?
De hond ligt in zijn mand te slapen.
De hond ligt in zijn mand te slapen.
Slide 27 - Question ouverte
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Verdeel in zinsdelen.
Onze patatboer maakt echte verse frieten.
Onze patatboer maakt echte verse frieten.
Slide 31 - Question ouverte
Wat is het wwg?
Onze patatboer maakt echte verse frieten.
Onze patatboer maakt echte verse frieten.
Slide 32 - Question ouverte
Wat is het onderwerp?
Onze patatboer maakt echte verse frieten.
Onze patatboer maakt echte verse frieten.
Slide 33 - Question ouverte
Lijdend voorwerp: wie/wat + gezegde + ond.
wie/wat maakt onze patatboer?
Onze patatboer maakt echte verse frieten.
wie/wat maakt onze patatboer?
Onze patatboer maakt echte verse frieten.
Slide 34 - Question ouverte
zet onder elkaar: pv + wwg + ond
De leeuw verslindt de gazelle.
De leeuw verslindt de gazelle.
Slide 35 - Question ouverte
Is er een lijdend voorwerp? Zo ja, wat is het?
De leeuw verslindt de gazelle.
De leeuw verslindt de gazelle.
Slide 36 - Question ouverte
Is er een lijdend voorwerp? Zo ja, wat is het?
Het warme vlees smaakt prima.
Het warme vlees smaakt prima.
Slide 37 - Question ouverte
Is er een meewerkend voorwerp? aan / voor wie?
De directeur gaf de scholieren huiswerkvrij.
De directeur gaf de scholieren huiswerkvrij.
