Zwakke werkwoorden tv H5 1bb

Taalverzorging
De verleden tijd van zwakke werkwoorden


--------------------------------
Wat doet de jongen in het begin?
Wat doen de boeken daarna?
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Taalverzorging
De verleden tijd van zwakke werkwoorden


--------------------------------
Wat doet de jongen in het begin?
Wat doen de boeken daarna?

Slide 1 - Diapositive

ZWAKKE en STERKE

werkwoorden


Wat is het verschil?

Slide 2 - Diapositive

STERKE

werkwoorden


heeft de KRACHT om in de verleden tijd te veranderen

Slide 3 - Diapositive

VOORBEELD

STERKE WERKWOORDEN


kopen - ik koop - ik kocht

lopen - ik loop - ik liep

geven - ik geef - ik gaf

kruipen - ik kruip - ik kroop

Slide 4 - Diapositive

ZWAKKE

werkwoorden


de klank blijft in de verleden tijd hetzelfde

Slide 5 - Diapositive

Is
VERVEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Is
FIETSEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Is
SCHRIKKEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Is
BIJTEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

REGELS verleden tijd

bij zwakke werkwoorden


- Vaak hoor je of je stam + te(n) of stam + de(n)

moet gebruiken

- Gebruik een ezelsbruggetje als je

het niet (zeker) weet

Slide 10 - Diapositive

Is je werkwoord zwak?
1. Hele werkwoord min -en
2. Kijk of de laatste letter in 't ex-kofschip staat
3. Staat hij daarin? -> ik-vorm + te
4. Staat hij daar niet in? -> ik-vorm + de
5. Kijk naar het onderwerp. Is deze meervoud? +n

Slide 11 - Diapositive

MAKEN
VT - Ik ..... mijn huiswerk
A
maakde
B
maakden
C
maakte
D
maakten

Slide 12 - Quiz

HALEN
VT - Jij ..... op tijd de finish
A
haalde
B
haalden
C
haalte
D
haalten

Slide 13 - Quiz

liften
VT - De jongens ..... naar Frankrijk
A
lifte
B
liften
C
liftte
D
liftten

Slide 14 - Quiz

praten
VT - De meisjes __ heel erg veel vanmorgen.

Slide 15 - Question ouverte

hoesten
VT - Ik __ veel toen ik ziek was.

Slide 16 - Question ouverte