Regelmatige werkwoorden op -ir

Regelmatige werkwoorden
Grote groep eindigt op -er

Kleinere groep eindigt op -ir

Voor beide geldt, kan je er een vervoegen, dan kan alle andere regelmatige werkwoorden met dezelfde uitgang ook vervoegen.
Dat gebeurt op dezelfde manier.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Regelmatige werkwoorden
Grote groep eindigt op -er

Kleinere groep eindigt op -ir

Voor beide geldt, kan je er een vervoegen, dan kan alle andere regelmatige werkwoorden met dezelfde uitgang ook vervoegen.
Dat gebeurt op dezelfde manier.

Slide 1 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden op -ir
Exemples:              punir = straffen       réfléchir = nadenken
                                    choisir = kiezen                                    
finir = eindigen     remplir = vullen
saisir = grijpen      réussir = slagen

Slide 2 - Diapositive

Vervoeging
Ik neem een regelmatig werkwoord dat eindigt op -ir
Finir
Ik haal daar -ir van af.
Ik houd over: fin

Slide 3 - Diapositive

Vervoeging
Achter die stam zet je dan het volgende:
je + is                       nous + issons
tu + is                       vous + issez
il/elle?on + it         ils/elles + issent



Slide 4 - Diapositive

Vervoeging
Dan krijg je:
je finis = ik eindig               nous finissons = wij eindigen
tu finis = jij eindigt             vous finissez = jullie eindigen, u eindigt
il/elle/on finit = hij/zij/men eindigt
                                                    ils/elles finissent = zij eindigen (m en v)

Slide 5 - Diapositive

hij eindigt

Slide 6 - Question ouverte

jullie eindigen

Slide 7 - Question ouverte

ik eindig

Slide 8 - Question ouverte

Karel en Piet eindigen

Slide 9 - Question ouverte

Marianne eindigt

Slide 10 - Question ouverte

Ik denk na

Slide 11 - Question ouverte

Ik heb nagedacht

Slide 12 - Question ouverte

Ik bloos

Slide 13 - Question ouverte

Geef in één woord aan wat je van deze uitleg vond.

Slide 14 - Question ouverte