Manuel chapitre 3,5

Grammaire
Manuel chapitre 3,5
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grammaire
Manuel chapitre 3,5

Slide 1 - Diapositive

Chapitre 3
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Diapositive

Quelle est la phrase correcte?
A
le sac rouge
B
le rouge sac

Slide 3 - Quiz

Standaardregel = 
bijvoeglijk naamwoord 'achter' het znw. 

Slide 4 - Diapositive

Quelle phrase est correcte?
A
le vieux livre
B
des yeux marrons
C
le dernière concert
D
les nationaux concours

Slide 5 - Quiz

Let op!
'marron' en 'orange' veranderen nooit!

Slide 6 - Diapositive

Welke bijvoeglijke nw. komen voor het znw?

Slide 7 - Question ouverte

la chanson
bon, beau, joli, gros, jeune, haut, nouveau, long, petit, grand, vieux, mauvais...

Slide 8 - Diapositive

m. ev. --> v. ev.

fou

Slide 9 - Question ouverte

m. ev. --> v. ev.

heureux

Slide 10 - Question ouverte

m. ev. --> v. ev.

vieux

Slide 11 - Question ouverte

m. ev. --> m. mv.

beau

Slide 12 - Question ouverte

m. ev. --> v. mv.

blanc

Slide 13 - Question ouverte

une route .... (dangereux)

Slide 14 - Question ouverte

woorden op -eux
worden - euse bij vrouwelijk

vb: curieux --> curieuse

Slide 15 - Diapositive

un ... ordinateur (nouveau)

Slide 16 - Question ouverte

nouveau, beau, vieux
hebben 2 vormen voor mannelijk enkelvoud

nouveau - nouvel
beau - bel
vieux - vieil

Slide 17 - Diapositive

Exercice

Slide 18 - Diapositive

une .... voiture .... (rapide)

Slide 19 - Question ouverte

ma ... chanson ... (favori)

Slide 20 - Question ouverte

la ... peau ... (doux)

Slide 21 - Question ouverte

les ... filles ... (joli)

Slide 22 - Question ouverte

les ... garçons ... (sportif)

Slide 23 - Question ouverte

les ... robes (f) ... (blanc)

Slide 24 - Question ouverte

une ... femme ... (inquiet)

Slide 25 - Question ouverte

Quelle ... journée ... (beau)

Slide 26 - Question ouverte

une ... histoire ... (long)

Slide 27 - Question ouverte

Chapitre 5
De trappen van vergelijking

Slide 28 - Diapositive

Hoe maak je in het Frans een vergrotende trap?

Slide 29 - Question ouverte

Standaardregel
́plus' voor een bijvoeglijk naamwoord op bijwoord plaatsen. 

Slide 30 - Diapositive

Vertaal.

Pierre is groter dan Marie.

Slide 31 - Question ouverte

Hoe maak je een overtreffende trap in het Frans?

Slide 32 - Question ouverte

regel
De overtreffende trap van een bijv. nw maak je met le, la, l' of les voor de vergrotende trap

Slide 33 - Diapositive

Marie is het aardigst.

Slide 34 - Question ouverte

Jean est un ... élève.
A
bien
B
bon

Slide 35 - Quiz

Elle chante ...
A
bien
B
bon

Slide 36 - Quiz

Elle est ..... chanteuse.
A
la meilleure
B
le mieux

Slide 37 - Quiz

Elle chante
A
la meilleure
B
le mieux
C
le meilleur
D
la mieux

Slide 38 - Quiz

Traduis en français
1. Er zitten 20 aardige leerlingen in de klas. 
2. De meisjes zijn sportiever dan de jongens. 
3. De jonge vrouw is even groot als de oude man. 
4. Het nieuwe appartement is minder groot dan het oude appartement. 
5. Ik houd niet van italiaans eten. 


Slide 39 - Diapositive