M2 - 5 december

Período 2
- gesprekken voeren
      * uitchecken gasten
      * diner ontvangst
- SO'tjes
- toets H 2 en 3 (inventariseren & informeren)
     * vragen stellen
     * gustar
     * voltooid deelwoord
     * de tijd
     * ww ser, estar, hay, tener, ir, tomar, poder, 
        hacer

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Período 2
- gesprekken voeren
      * uitchecken gasten
      * diner ontvangst
- SO'tjes
- toets H 2 en 3 (inventariseren & informeren)
     * vragen stellen
     * gustar
     * voltooid deelwoord
     * de tijd
     * ww ser, estar, hay, tener, ir, tomar, poder, 
        hacer

Slide 1 - Diapositive

Hoy


- hacemos preguntas
- hacemos un check in

Slide 2 - Diapositive

Tarea
Wat?
Maak opdracht 2.01
Hoe?
In tweetallen
Tijd?
5 minuten
Hulp?
-
Eerder klaar?
Maak dan opdracht 2.02

Slide 3 - Diapositive

Leer de vraagwoorden goed!

Ze zijn essentieel om vragen en antwoorden te begrijpen en te  kunnen geven

Slide 4 - Diapositive

¡Mucho gusto!

¿Cómo estás?

¿Cómo te llamas?

¿Cúal es tu apellido?

¿Dónde vives?

¿Cuántos años tienes?

¿En qué trabajas?

¿Cúales son tus aficiones?


Slide 5 - Diapositive

¿Qué tipo de música te gusta?
¿Cómo se llama tu cantante favorito? ¿De qué país es?
¿Escuchas música en Spotify?
¿Qué tipo de películas te gustan?
¿Dónde ves películas?
¿Quién es tu actor/ actriz favorito/a?
Me gusta el/la ...(pop/ rock/ reguetón/ salsa/ etc)
Mi cantante favorito se llama..... Y es de España/ Estados Unidos/ Inglaterra/ etc
Sí, escucho música en Spotify
Me gustan las películas de terror/de suspenso/ románticas/ de comedia/ etc.
Veo películas en el cine/ en mi casa/ en mi habitación/ etc.
Mi actor favorito es......(Al Pacino/ Johnny Depp/ etc)

Slide 6 - Diapositive

Spaans


GUSTAR

Slide 7 - Diapositive

Hoe zeg je:
1. Ik vind Spanje interessant (interesar)
2. Wij vinden het boek interessant. (interesar)
3. Jij houdt van churros. (gustar)
4. Jullie houden van dansen. (gustar)
5. Zij houden van paella. (gustar)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

gustar

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Gustar
Gustar = houden van/ leuk vinden

Er zijn maar 2 vervoegingen: GUSTA & GUSTAN

Ook staat er altijd een meewerkend voorwerp  voor het werkwoord. (Dit is anders dan bij een wederkerend voorwerp)



Slide 12 - Diapositive

Hoe zeg je:
1. Ik vind Spanje interessant (interesar)
2. Wij vinden het boek interessant. (interesar)
3. Jij houdt van churros. (gustar)
4. Jullie houden van dansen. (gustar)
5. Zij houden van paella. (gustar)

Slide 13 - Diapositive

gustar

Slide 14 - Diapositive

Zinnen maken in het Spaans
- Zit er een vervoegd werkwoord in de zin?
- Staan alle werkwoorden bij elkaar?
- Als de zin ontkennend is, staat de "no" voor de persoonsvorm?
- Staat de plaats óf helemaal vooraan óf helemaal achteraan
- Lidwoord - zelfstandig naamwoord - bijvoeglijk naamwoord :
  staan ze allemaal in hetzelfde geslacht en aantal? (el chicas guapa)
- denk aan vaste combinaties als "ir a" en "tener que"
- meewerkend voorwerp + lijdend voorwerp + werkwoord
- Bij vragen: staat er een vraagteken achter én voor de zin?
  En staat er een streepje op het vraagwoord? (qué, cuál, cuándo, etc)



Slide 15 - Diapositive