Oefentoets H1
Welke twee groepen behoeften zijn er?
1 / 12
Éléments de cette leçon
Welke twee groepen behoeften zijn er?
Slide 1 - Question ouverte
Wat is een voorbeeld van verbruiksgoederen in een school?
A
Digibord
B
Tafels en stoelen
C
Docenten
D
Papier
Slide 2 - Quiz
Wat is een consument?
Slide 3 - Question ouverte
Hoe wordt het genoemd wanneer je zelf dingen maakt voor je eigen gebruik?
Bijvoorbeeld: Jeanet maakt haar eigen kleding.
Bijvoorbeeld: Jeanet maakt haar eigen kleding.
Slide 4 - Question ouverte
Jij krijgt €3,50 zakgeld, je vriend Arno heeft €4, Bjorn €2,50, Chris en Dirk krijgen elk €4,50.
Bereken hoeveel zakgeld jullie gemiddeld per persoon krijgen.
Bereken hoeveel zakgeld jullie gemiddeld per persoon krijgen.
Slide 5 - Question ouverte
Wat is het doel van commerciële reclame?
A
Mensen wijzen op hoe ze zich moeten gedragen
B
Mensen informeren over een product
C
Mensen vermaken als ze tv kijken
D
Mensen overtuigen dat ze een product moeten kopen
Slide 6 - Quiz
Wat is een geschikt reclamemedium voor een nieuw type telefoon?
Slide 7 - Question ouverte
De prijs van een T-shirt is €19. Bij de kassa krijg je 65% korting.
Wat moet je betalen?
Wat moet je betalen?
Slide 8 - Question ouverte
Welk cijfer hoor bij welke letter?
A) Gezond en veilig 1 - Deugdelijk product
B) Controle 2- Warenwet
C) Product in orde 3- NVWA
A) Gezond en veilig 1 - Deugdelijk product
B) Controle 2- Warenwet
C) Product in orde 3- NVWA
A
A -1
B-2
C-3
B
A -2
B-3
C-1
C
A -3
B-1
C-2
Slide 9 - Quiz
Maud krijgt €19,50 zakgeld per maand.
Hoeveel is dit per week?
Hoeveel is dit per week?
Slide 10 - Question ouverte
Incidentele uitgaven
Vaste lasten
Boodschappen
Nieuwe telefoon
Abonnement op tijdschrift
Huishoudelijke uitgaven
Slide 11 - Question de remorquage
Ruben wil een crossfiets kopen die €189 kost. Hij heeft nu nog geen geld en wil hem over een half jaar kopen.
Bereken welk bedrag Ruben elke maand moet reserveren.
Bereken welk bedrag Ruben elke maand moet reserveren.
