Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Introduction
Deze basisles gaat over hoeveel geld leerlingen te besteden hebben en waar zij dat aan uitgeven. Hoofddoel van de les is dat leerlingen een overzicht van inkomsten en uitgaven maken. Het hebben van overzicht over de eigen financiële situatie is één van de belangrijkste financiële competenties en een basisvoorwaarde voor verantwoord financieel gedrag.
Éléments de cette leçon
Inkomsten & uitgaven
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Hoeveel geld heb jij per maand te besteden?
anoniem antwoord
Slide 3 - Question ouverte
Tip: je kan ook antwoorden met een plaatje!
Waar geef jij het meeste
geld aan uit?
Slide 4 - Question ouverte
Geef jij weleens teveel geld uit?
A
nee, nooit
B
heel soms
C
best wel vaak
Slide 5 - Quiz
Alles wat ik koop
heb ik echt nodig!
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quiz
Spaar je ook?
A
Nee, ik geef iedere maand (bijna) alles uit.
B
Ik spaar een deel,
de rest geef ik uit.
C
Ik spaar bijna alles.
Ik koop eigenlijk
heel weinig.
Slide 7 - Quiz
Wat geldt voor jou?
A
Ik koop alles zo goedkoop mogelijk.
B
Ik betaal liever iets meer voor betere kwaliteit of een bekend merk.
Slide 8 - Quiz
Ik zou
mindergeld kunnen uitgeven aan...
Slide 9 - Carte mentale
Overzicht inkomsten en uitgaven
OPDRACHT
Maak een overzicht van al je inkomsten
per maand (bijv. zakgeld, klusjes etc.).
Hoeveel geef je iedere maand uit per categorie (eten/drinken, sport, telefoon, andere abonnementen, kleding, uitgaan).