1BK - cursus 5 - paragraaf 5 - bijvoeglijk naamwoord

Welkom
  • Doe jouw telefoon in de telefoontas.
  • Ga rustig zitten.
  • Pak alvast je boek en schrift.
  • Boek open op blz 206.



1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
  • Doe jouw telefoon in de telefoontas.
  • Ga rustig zitten.
  • Pak alvast je boek en schrift.
  • Boek open op blz 206.



Slide 1 - Diapositive


1. De uitleg van §5.
2. Beginnen aan §5.



In deze les gaan we

Slide 2 - Diapositive

De lesdoelen
  • Je weet wat zelfstandig naamwoorden zijn en waaraan je die kunt herkennen.
  • Je weet wat bijvoeglijke naamwoorden zijn.
  • Je kunt bijvoeglijke naamwoorden herkennen.

Slide 3 - Diapositive

6.2

Slide 4 - Diapositive

Een zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier, plant of ding. Een ding kan van alles zijn. 

vrouw, vader, hond, goudvis, kamerplant, tabaksplant, fiets, pen, voetbal, telefoon, AirPods, school.

Slide 5 - Diapositive

Een zelfstandig naamwoord
Je herkent een zelfstandig naamwoord aan drie dingen:
1. Je kunt een zn meestal in het meervoud zetten (een fiets, twee fietsen).
2. Je kunt een zn meestal verkleinen. (fiets - fietsje).
3. Je kunt er een lidwoord voor zetten (de fiets, een fiets). 

Slide 6 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Geeft extra info (details) over een zelfstandig naamwoord: de groene kat, het grote feest.
Zo herken je een bn:
  • Staat voor of acher het zn.
  • Heeft een korte vorm (groen) en een lange vorm (groene).
  • Trappen van vergelijking.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 1 van blz 206

Slide 10 - Diapositive

Wat
Cursus 5, paragraaf 5, opdracht 2 t/m 5.
.
Hoe
In je boek (bladzijde 206-207) en je schrift.
Hulp
Eerst buurman/buurvrouw vragen, daarna vinger omhoog als je het niet begrijpt.
Tijd
10 minuten.

Uitkomst
Je kunt bijvoeglijke naamwoorden herkennen.
Klaar
Begin alvast aan opdracht 6.
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Een woordslang
Van bijvoeglijke naamwoorden. 

Lang - grappig - gek.
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Einde van deze les!
Je weet nu:
  • Wat zelfstandig naamwoorden zijn en waaraan je die kunt herkennen.
  • Wat bijvoeglijke naamwoorden zijn.
  • Hoe je bijvoeglijke naamwoorden kunt herkennen.

Slide 13 - Diapositive

De lesdoelen
  • Je weet wat zelfstandig naamwoorden zijn en waaraan je die kunt herkennen.
  • Je weet wat bijvoeglijke naamwoorden zijn.
  • Je kunt bijvoeglijke naamwoorden herkennen.

Slide 14 - Diapositive

Wat zijn de zelfstandig naamwoorden in

De wedstrijd eindigde in de slotfase nog in een gelijkspel.

A
wedstrijd
B
eindigde
C
slotfase
D
gelijkspel

Slide 15 - Quiz

Aan welke drie kenmerken herken je een zelfstandig naamwoord?

Slide 16 - Question ouverte

Wat zijn de zelfstandig naamwoorden in onderstaande zin?

Voor de moeilijke wedstrijd drinkt hij nog snel een alcoholvrij biertje.

Slide 17 - Question ouverte

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in onderstaande zin?

Voor de moeilijke wedstrijd drinkt hij nog snel een alcoholvrij biertje.

Slide 18 - Question ouverte