2.3 Veranderingen in de puberteit

Oefenen
Maken opdr. 1 t/m 7 vanaf blz.94
Eerste 5 minuten stil
Daarna mag je op fluisterniveau overleggen
Klaar met de opdrachten? Maak test jezelf opdracht online


1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oefenen
Maken opdr. 1 t/m 7 vanaf blz.94
Eerste 5 minuten stil
Daarna mag je op fluisterniveau overleggen
Klaar met de opdrachten? Maak test jezelf opdracht online


Slide 1 - Diapositive

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
B1 Voortplantingsstelsel van een man
B2 Voortplantingsstelsel van een vrouw
B3 Veranderingen in de puberteit
B4 Bevruchting en zwangerschap
B5 Geboorte
B6 Veilig vrijen
B7 Seksualiteit 
B8 Erfelijkheidsonderzoek


Slide 2 - Diapositive

B3 Veranderingen in de puberteit
- Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.

 - Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven.

Slide 3 - Diapositive

Geslachtskenmerken: primair en secundair
Primaire geslachtskenmerken:
Aanwezig bij de geboorte:
Meisje: schaamlippen, vagina
Jongen: penis, balzak
Secundaire geslachtskenmerken:
Ontstaan in de puberteit onder 
invloed van hormonen uit de hypofyse, 
de teelballen en de eierstokken

Slide 4 - Diapositive

Secundaire geslachtskenmerken
Vrouw
Man
Rijping eicellen 
Menstruatie
Borsten
Verbreding bekken
Onderhuids vet
Groeispurt
Oksel-, been-, schaamhaar
Meer talg- en zweetklieren
Groei penis
Aanmaak zaadcellen
Stemverlaging
Gezichtshaar en lichaamshaar
Meer spierweefsel
Groeispurt
Oksel-, been-, schaamhaar
Meer talg- en zweetklieren

Slide 5 - Diapositive

Intersekse
Personen bij wie het lichaam zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken heeft of kenmerken ontbreken noemen we Intersekse.
Soms is dit uitwendig (vergrote clitoris/geen penis)
soms inwendig. (Geen zaadcellen produceren/ geen baarmoeder)

Slide 6 - Diapositive

Hormonen
De hypofyse.
Deze maakt verschillende hormonen:
* Groeihormonen
* Hormonen die je geslachtsklieren beïnvloeden
Eierstokken:
* Maken vrouwelijk geslachtshormoon - Oestrogeen
Teelballen:
* Maken mannelijk geslachtshormoon - Testosteron

Slide 7 - Diapositive

ontstaan secundaire geslachtskenmerken vrouw:
  • groei borsten
  • groei schaamhaar
  • ongesteld
hypofyse
geeft startsein 
maakt hypofyse-hormonen
teelballen
geslachtsorgaan man reageert op hypofysehormonen en 
maken testosteron en zaadcellen
eierstokken
geslachtsorgaan vrouw reageert op hypofysehormonen en maken oestrogeen en eicellen gaan rijpen
ontstaan secundaire geslachtskenmerken man:
  • penisgroei
  • baardgroei
  • lage stem etc...

Slide 8 - Diapositive

Ontwikkeling geslachtsorganen
De ontwikkeling van de geslachtsorganen begint in de 6de week van de zwangerschap. 
In het begin zijn de organen gelijk.
Hormonen sturen de ontwikkeling aan. Welke hormonen gemaakt worden, hangt af van de geslachtschromosomen van de baby. 

Slide 9 - Diapositive

Ovulatie
Elke 4 weken rijpt er in 1 van de eierstokken een follikel
Deze vult zich met vocht en knapt uiteindelijk open. 
De eicel komt hierbij vrij en komt in de eileider terecht. 
We noemen dit de eisprong of ovulatie.

Slide 10 - Diapositive

Rijping follikel en ovulatie

Slide 11 - Diapositive

Menstruatiecyclus 

Slide 12 - Diapositive

Menstruatiecyclus

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

menstruatiecyclus

Slide 15 - Diapositive

Welke geslachtskenmerken ontwikkelen zich tijdens de puberteit?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secondaire geslachtskenmerken

Slide 16 - Quiz

Menstruatiecyclus duurt ongeveer
A
27 dagen
B
28 dagen
C
29 dagen
D
30 dagen

Slide 17 - Quiz

Tijdens de menstruatiecyclus verandert de slijmlaag aan de binnenkant van de baarmoeder.
Hier zie je drie keer de doorsnede van een baarmoeder afgebeeld.

Bij welk moment van de menstruatiecyclus hoort de doorsnede?
Tijdens de menstruatie
Kort na de menstruatie
Voor de menstruatie

Slide 18 - Question de remorquage

Wat is de menstruatiecyclus?
A
Proces waarbij de baarmoeder zich voorbereidt op menstruatie
B
Proces waarbij de baarmoeder zich voorbereidt op bevalling
C
Proces waarbij de baarmoeder zich voorbereidt op ovulatie
D
Proces waarbij de baarmoeder zich voorbereidt op zwangerschap

Slide 19 - Quiz

Feit
Fictie
Meisjes worden geboren met al hun eicellen
Alle gezonde vrouwen hebben een menstruatiecyclus
Menstruatiebloed bevat een eicel 
Duur van menstruatiecyclus wisselt per persoon
Gemiddelde leeftijd voor 1e menstruatie is 11 jaar.

Slide 20 - Question de remorquage

Wat reguleert de menstruatiecyclus?
A
Voeding
B
Hormonen
C
Beweging
D
Stress

Slide 21 - Quiz

Feit
Fictie
Meisjes worden geboren met al hun eicellen
Alle gezonde vrouwen hebben een menstruatiecyclus
Menstruatiebloed bevat een eicel 
Duur van menstruatiecyclus wisselt per persoon
Gemiddelde leeftijd voor 1e menstruatie is 11 jaar.
Alle gezonde vrouwen hebben een menstruatiecyclus

Slide 22 - Question de remorquage

Op welke dag(en) in de menstruatiecyclus vindt de eisprong plaats?
Op welke dag(en) in de menstruatiecyclus vindt de menstruatie plaats?
Op dag 14 van de cyclus
Op dag 1 tot 4 van de cyclus

Slide 23 - Question de remorquage

Leerdoel 3: Menstruatiecyclus
Menstruatie
Baarmoederslijmvlies verdikt
Ovulatie
Vruchtbare periode

Slide 24 - Question de remorquage

Wat zijn de lichamelijke veranderingen in de puberteit bij meisjes?
A
Borsten groeien, heupen worden breder, menstruatie begint
B
Schouders worden breder, baardgroei begint, stem wordt lager
C
Geen veranderingen
D
Spiermassa neemt toe, haargroei stopt, zaadlozing begint

Slide 25 - Quiz

Hoe heet de hormoonklier die de veranderingen in de puberteit aanstuurt?
A
Hypofyse
B
Hypothalamus
C
Hyposensus
D
Schildklier

Slide 26 - Quiz

Zet de namen van de processen van de menstruatiecyclus op de juiste plek
Menstruatie
Follikelrijping
Ovulatie
baarmoederslijmvlies wordt dikker
Menstruatie

Slide 27 - Question de remorquage

Wat veroorzaakt de veranderingen tijdens de puberteit?
A
Bloed
B
Vagina
C
Hormonen
D
Bacteriën

Slide 28 - Quiz


Als de eerste dag van de menstruatiecyclus 4 januari is.
 Welke dag begint dan haar nieuwe menstruatiecyclus? 
A
1 februari
B
7 februari
C
14 februari
D
10-15 januari

Slide 29 - Quiz

De veranderingen in de puberteit
A
Secundaire geslachtskenmerken
B
Primaire geslachtskenmerken

Slide 30 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de menstruatiecyclus?
Zet de stappen in de juiste volgorde, begin bovenaan.
eicel sterft als hij niet bevrucht is
een eicel rijpt
eisprong (ovulatie)
menstruatie
baarmoederslijmvlies groeit

Slide 31 - Question de remorquage

Wat gebeurt er op dag 14 van de menstruatiecyclus?
A
Je bent vruchtbaar
B
Je bent ongesteld
C
Je hebt de eisprong
D
Er gebeurt niks bijzonders op dag 14

Slide 32 - Quiz

Wat vind je nog moeilijk
van deze les?

Slide 33 - Carte mentale